Wie is Marcel Elsenaar?

“Ik ben een theoloog die zoekt naar nieuwe wegen om bezieling en bezinning een plek in onze samenleving te geven. Als ik terugkijk op mijn katholieke jeugd zie ik dat ik altijd al talent had voor vormen van pastoraat en het organiseren van feestelijke bijeenkomsten. Ik was heel trots toen ik door de pastoor gevraagd werd om misdienaar te worden. Bij begrafenissen gebeurde iets bijzonders: mensen lieten er hun masker zakken.
Tegelijk ben ik van jongs af aan getuige geweest van kerkelijke spanningen en de afnemende vitaliteit van de geloofsgemeenschap. Misschien was het daarom ook wel zo’n verrassing toen ik op negentienjarige leeftijd voor het eerst in de Sint Paulusabdij in Oosterhout kwam. Daar was wel vitaliteit en die gaf kracht aan de symbolen en rituelen op een manier die ik nog niet kende.
Aan de abt van een klooster heb ik in de jaren negentig eens voorgesteld om met een groep jongeren een experiment te starten. Het idee was om met deze groep onder begeleiding van twee monniken proberen te leven op een manier die past bij onze tijd. Zijn lauwe reactie was: ‘Interessant’. Ik heb er nooit meer iets van gehoord.
Ik heb jarenlang les gegeven op het Ignatiusgymnasium in Amsterdam. Als docent levensbeschouwing vond ik dat ik aan moest sluiten bij de vragen en beleving van de leerlingen en hen kennis moest laten maken met waardevolle bronnen van levensinspiratie. Ik maakte veel lesprojecten zelf. Het meest interessante project was de opdracht die derdeklassers deden: ‘Het spoor terug, een onderzoek naar mijn levensbeschouwelijke familiegeschiedenis’. Elke keer raakte ik er weer van doordrongen hoe weinig jongeren aan levensoriëntatie meekrijgen. Dat is geen verwijt aan de ouders, maar een signaal over de tijd waarin wij leven. Ouders bedankten mij voor dit project: ‘eindelijk was er eens een aanleiding om die waardevolle verhalen te vertellen’. Voor veel leerlingen was de verrassing groot. Bij het bespreken van de opdracht zeiden ze: ‘Ik kan deze opdracht niet doen, want wij zijn niets’. Naderhand bleken er veel meer verhalen te zijn dan zij dachten.
Deze ervaring heb ik inmiddels vaak gehad. Onder de as zit vaak nog vuur, in de vorm van verhalen, bijzondere ervaringen, rituelen die de kern van levensvragen raken. In alles wat ik doe, ga ik op reis naar die diepere laag waarin we ontdekken dat het leven een mysterie is. Een stille kracht begeleidt ons leven en als wij die ontdekken worden we opnieuw geboren.”

Waarom ‘Herbergen op je levensweg’? Er zijn toch al vele initiatieven op het gebied van ‘nieuwe vormen van zingeving’?

“Er zullen niet snel teveel initiatieven zijn, verwacht ik. Wat mij eerder zorgen baart is dat er een lappendeken ontstaat van initiatieven die niet met elkaar verbonden (willen) zijn. Herbergen op je levensweg is ontstaan vanuit de cursus ‘Op reis in het land van geloven’, die ik in 2006 samen met Loet Swart in opdracht van het bisdom Haarlem heb ontwikkeld.
In deze cursus is het levensverhaal van mensen het uitgangspunt. Door samen een ‘reis’ te maken langs bestemmingen als het ‘plein van de ontmoetingen’ en de ‘vallei van de verhalen’ kom je de diepere lagen van het levensverhaal op het spoor én de elementen van de geloofstraditie die daarbij aansluit.
Als je een jaar lang met een groep optrekt en inspiratie deelt, je verdiept in de traditie en respect krijgt voor de verschillen, dan groeit er een onderlinge band. Toen mij gevraagd werd om na te denken over een vervolg kwam ik uit bij een geloofsgemeenschap die anders is dan de traditionele parochie of gemeente. Kleinschaliger, onderzoekend en zich verdiepend in de traditie en haar bronnen.
Ik realiseer mij dat ons initiatief niet uniek is. De fraters van Tilburg zijn al jaren geleden de Beweging van Barmhartigheid begonnen. In de franciscaanse beweging zijn ook dergelijke groepen actief, en de gemeenschap van Sant’Egidio heeft recentelijk in Amsterdam een eigen plek gekregen in de Mozes en Aaronkerk. We willen mensen die samen met anderen een nieuwe geloofsgemeenschap willen vormen ondersteunen.”

De woorden ‘verbondenheid’ en ‘barmhartigheid’ staan centraal. Wat versta jij onder ‘barmhartigheid’?

“Bij barmhartigheid moet ik altijd denken aan een beschrijving die ik ooit las, waarin de nadruk lag op het tot in je ingewanden bewogen worden. Iets grijpt je aan en wanneer je daar niet op ingaat, verlies je een stukje van je ziel. De Chinese denker Confucius maakt voor zijn toehoorders duidelijk waar het om gaat: het gevoel dat je hebt als je een klein kind in een put ziet vallen. Overigens noemt hij het gehoor geven aan die opdracht ‘menselijkheid’. Prachtig!
In zijn bespreking van hét verhaal van barmhartigheid, de barmhartige Samaritaan, legt de joodse denker Martin Buber de nadruk op de vraag die Jezus stelt: wie is de naaste van de gewonde man? Buber vertaalt het woord ‘naaste’ met Genosse, genoot. Wij gebruiken dat woord alleen in combinatie: echtgenoot, landgenoot, buurtgenoot. Het geeft aan dat je verbonden bent.
Als je verbondenheid niet als een mogelijkheid ziet, maar als uitgangspunt, dan keert iets zich om in je denken. “My dear brothers, we are already one! The problem is that we imagine that we are not,” zei Thomas Merton eens tegen een gezelschap van monniken uit verschillende godsdienstige tradities. Wanneer de muurtjes die wij optrekken tussen onszelf en anderen lager worden, krijg je meer oog voor die verbondenheid en de vreugde om elkaars lot te verlichten. Dat is de basis voor een samenleving waarin barmhartigheid niets bijzonders is.
Bij Henri Nouwen las ik eens de gedachte dat het vieren van eucharistie weinig betekenis heeft als je geen eucharistisch leven leidt. Hij beschrijft vervolgens dat een dergelijk leven draait om ‘breken en delen’. Jezelf breken: je openen voor de ander, ondanks je kwetsbaarheid en uit besef van verbondenheid. Jezus van Nazareth heeft ons dit voorgedaan. In de offertheologie wordt nogal sterk de nadruk gelegd op zijn kruisiging. Alsof alles draait om het offer, de kruisdood. Ik ben er meer en meer van overtuigd geraakt dat het vooral gaat om de liefde en vreugde waarvan Jezus getuigde. Die overwinnen zelfs de dood aan het kruis.”

Wie hoop je dat vooral aanwezig zullen zijn tijdens ‘Herbergen op je levensweg’?

“We willen graag een dienst bewijzen aan mensen die met het verlangen rondlopen om samen met anderen iets met hun inspiratie te doen. Ik heb gesprekken gehad met mensen in de zorg die aanlopen tegen de meetbaarheidscultuur en steeds meer oog kregen voor het belang van menselijkheid en barmhartigheid. Zij wilden graag werk maken van hun inzichten en een groep beginnen. Ik heb ook gesproken met mensen die ‘het zo stil vinden in de kerk’. Er wordt veel gedaan, maar het raakte hen eigenlijk niet. Dat heeft volgens mij met de vorm en schaal van de gemeenschap te maken. Ik zou het interessant vinden als mensen willen proeven aan een andere manier van kerk zijn, waarin je je niet hoeft aan te passen aan de ander, maar met elkaar aan de slag gaat. In gesprek gaat om trouw te zijn aan de inspiratie die jou gegeven is.”

Nou, heel veel succes gewenst. Dan nu naar de ‘oude vormen van zingeving’. De remonstranten proberen met veel reclameacties nieuwe ‘vrienden’ te werven. En de PKN lijkt ook steeds meer via de massamedia aanwezig te willen zijn. Goed idee?

“De aanwezigheid in de massamedia zie ik als ondersteunend. Waar het om gaat is om mensen op een andere manier samen te brengen. Voor nieuwe generaties is het steeds lastiger om zich te voegen in een bestaande structuur. De herberggroepen zijn zelf verantwoordelijk. Tegelijkertijd gaan wij er vanuit dat zij zich aansluiten bij een vorm van geestelijke begeleiding, een organisatorisch verband waardoor zij deel uitmaken van een oude traditie.”

Ook in kloosters wordt geprobeerd het hoofd boven water te houden. Recent werd bekend dat de norbertijnen in Heeswijk-Dinther een bierbrouwerij gaan beginnen en dat de norbertinessen in Oosterhout wijn gaan verbouwen. Slimme acties? Gaan kloosters het met dergelijke acties redden de komende jaren?

“Eerlijk gezegd weet ik te weinig van deze initiatieven. Ik zou het interessant vinden als de genoemde activiteiten fungeren als een manier om weer in contact te komen met elkaar, de natuur en de traditie. Ik geloof er zeker in dat samen werken op het land, samen eten, en met elkaar in gebed en gesprek gaan een vitale inspiratiebron kan zijn.
Ik zie dat het voor vergrijzende gemeenschappen lastig is om te vernieuwen, het voortbestaan van het bestaande staat voorop. Ik zou het boeiend vinden als de kloosters werkelijk durven te experimenteren en zelf ook omgevormd worden. Het voortbestaan van een kloostertraditie kan er weleens heel anders uitzien dan we nu denken.”

Wat vind je van het Nijkleaster, een ‘protestants klooster’, in Friesland?

“Interessant. Wat mij erg aanspreekt is dat het een ‘huis van stilte is’ en dat het nieuw is én verbonden met de traditie. Met de stilte bied je iets aan dat schaars is geworden. Tijd en ruimte om tot jezelf te komen, te luisteren naar je innerlijke stem. Om zo’n plek vorm te geven zijn verschillende componenten nodig: bezielde mensen, een plek die tot de verbeelding spreekt en toegankelijk is, een eigen dagritme waarin het hele leven een plek heeft en een netwerk in de samenleving.
Tegelijk ben ik mij ervan bewust dat de taal op de website en de nadrukkelijke positionering als protestants voor een grote groep mensen een drempel vormt. Ik geloof dat de legitimatie van een nieuw initiatief moet liggen in de inhoudelijk oproep om je leven tegen het licht te houden – wat doet er werkelijk toe?”

Ooit overwogen zelf een klooster of kerk te kopen en dan je eigen ‘zingevingsherberg’ te beginnen?

“Ik heb ooit een droom gehad waarin ik een klooster kreeg voor een symbolisch bedrag en het omvormde tot een bloeiend stiltehotel. Die droom werkt tot op de dag van vandaag door in mijn activiteiten. In 2001 heb ik samen met monnik en beeldend kunstenaar Christiaan Klazema gewerkt aan project ‘De straat’ in de Amsterdamse wijk IJburg. Het Stiltehotel maakte deel uit van een groter complex met een zorginstelling, atelierwoningen, een hotel en een theaterwerkplaats voor theatergroep Mug met de Gouden Tand.
Het gebouw is niet het ingewikkeldste. Het bouwen aan een gemeenschap, het scheppen van een omgeving en kaders waarin mensen hun vriendschap en verbondenheid kunnen beleven en samen het leven kunnen vieren. Dat is de grootste opgave in deze tijd. Inmiddels werk ik met een aantal vrienden aan ‘De tempel van alledag’ op IJburg, en zijn we begin vorig jaar in een mooie ruimte begonnen met het bouwen aan een netwerk van mensen. De vaste stiltemomenten in de week en de mooie ontmoetingen zijn heel leerzaam en hoopgevend.”

Greco Idema

Greco Idema

Eigenaar Bureau Intermonde

Greco Idema is eigenaar van Bureau Intermonde, een interreligieus advies- en organisatiebureau. De afgelopen jaren ontwikkelde hij (soms …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.