Met Wijblijvenhier.nl wilde u jongeren een podium geven om hun weerwoord tegen vooroordelen te kunnen geven. Hoe groot is die behoefte nog?

“Volgend jaar viert de site z’n tiende verjaardag. Gelet op het bezoekersprofiel en –aantal is de site zeker nog steeds relevant. Deze zomer werd de site op hoogtepunten zo’n 400.000 keer per week bekeken. Nu tellen we wekelijks 50-100.000 bezoeken waarbij ik degenen buiten beschouwing laat die onze artikelen lezen op andere websites en op sociale media. De lezers hebben verschillende leeftijden en culturele achtergronden. Onze stem wordt daardoor ook gehoord door degenen met wie het zo belangrijk is om de dialoog te voeren.
Uit de blogs en reacties van allochtone lezers kun je opmaken dat ze assertiever zijn geworden over racisme en stelliger over de positie van nieuwe Nederlanders in de samenleving. Zij vinden het niet meer genoeg om als ‘deelnemer’ aan de Nederlandse maatschappij gezien te worden. Ze eisen tegenwoordig het Nederlanderschap op. Ze zeggen niet alleen: ‘Wij blijven hier’, maar ook: ‘Wij zijn Nederlander zoals anderen in hun eigenheid Nederlander zijn’.
Aanvankelijk schreven we veel blogs en theologische artikelen. Nu publiceren we vaker internationaal nieuws en gaan multiculturele jongeren publiekelijk discussies aan.”

Wat is het grootste multiculturele probleem van dit moment?

“Het normaliseren van subtiele uitingen van discriminatie. Denk aan schijnbaar ‘onschuldige’ grapjes over Marokkanen, de Koran of ‘Afrikaanse negers’, op tv of op de werkvloer. Denk aan bedrijven die ‘Fatima’ vanwege haar huidskleur of hoofddoek liever niet in dienst nemen, om imagoschade te voorkomen. Ik hoop niet dat dergelijke uitspraken en praktijken de norm worden. Mensen doen het niet altijd bewust. Ze zeggen vaak: ‘Ik bedoelde het niet racistisch’. We hebben het niet eens meer door, dat is het probleem. Het gedrag van degenen die soms heel subtiel of bijna onopvallend racistisch doen, zouden we vaker onder een vergrootglas moeten plaatsen. We moeten zulke personen ‘isoleren’, ter zijde nemen en ter verantwoording roepen. Ik denk bijvoorbeeld aan de docent aan de politieschool die stelselmatig en om twijfelachtige redenen Marokkaanse Nederlanders beticht van criminaliteit.”

Die docent aan de politieschool komt inderdaad niet in het nieuws.

“Ik noem dat selectieve beeldvorming. Herinner je je de berichtgeving over de pro-ISIS-demonstraties in de Haagse Schilderswijk? Media brachten een menigte in beeld en wekten bij veel kijkers, doelbewust of niet, de indruk dat er veel voorstanders van ISIS in die wijk wonen. Het overgrote deel van de gefilmden was echter bijstander of voorbijganger, en de meeste demonstranten kwamen van buiten Den Haag. Wie zijn hier dan eigenlijk de grootste boosdoeners? Maar ik wil geen vingertje wijzen. Schrijnend is dat voor de meeste journalisten en kijkers die nuancering niet telt. Er zijn simpelweg terroristen en pacifisten. De leugenachtige ‘waarheid’ is datgene wat we het makkelijkst kunnen en het liefst willen duiden.”

Wat is essentieel voor een gezonde multiculturele samenleving?

“Dat Nederlanders met verschillende culturele achtergronden recht hebben om de tradities in dit land mee te vormen. Ons denken over ‘traditie’ sluit grote groepen Nederlanders buiten. De zwartepietendiscussie bewijst dat. ‘Zwarte Piet heeft al honderden jaren dezelfde kleur’ is geen argument tegen een verandering, maar een inhoudsloze bewering. Dat grote groepen mensen nare onderbuikgevoelens bij de traditionele Piet hebben en daarom pleiten voor veelkleurigheid, vind ik een emotie waar zij zeker recht op hebben. Dat dienen we serieus te nemen. In verschillende stadsdelen van Rotterdam hing de grootste stadspartij, Leefbaar Rotterdam, honderden Zwarte Piet-popjes aan lantaarnpalen met de tekst ‘Wij willen blijven!’. Gelukkig sprak misdaadverslaggever Peter R. de Vries zich openlijk uit tegen Zwarte Piet. Oprechte belangstelling voor de gevoelens van Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders ontbreekt vaak. Mensen maken elkaar belachelijk of bedreigen elkaar. We praten niet mét maar tegen elkaar. Dat is de hoofdoorzaak van onze vooroordelen. Het voornaamste probleem.
Misschien ben ik te kinderlijk om de onzin van een verbod op ‘veelkleurige Pieten’ te begrijpen. Het is een troost dat kinderen het zelf ook niet snappen. Heb je weleens een kleurplaat met de sint en zijn pieten in een huiskamer of klaslokaal zien hangen? En, wat is je opgevallen? Precies. Goed, sommige pieten zullen wél donkerzwart zijn, maar alleen omdat de meester of juf dan zo nodig roet in hun kleurenspel moest gooien. Ik wil overigens benadrukken dat de uitslag van deze of van een andere discussie uiteindelijk van minder groot belang is dan de noodzaak om elkaar als gelijkwaardige gesprekspartners te zien en elkaars emoties serieus te nemen.”

U bent secretaris van de Nederlandse tak van een islamitische ngo, Minhaj-al-Quran. Deze organisatie is actief in 74 landen en telt miljoenen leden. Wat doet zij in Nederland?

“Ze zet zich in voor het verspreiden van de boodschap van liefde, vrede en kennis. Dat gebeurt met humanitaire, educatieve, spirituele, culturele en maatschappelijke activiteiten. Ik initieer en coördineer veel activiteiten. Het ‘Minhaj Instituut’ houdt bijvoorbeeld studies en cursussen voor studenten en jonge professionelen. Ze kunnen bijvoorbeeld Arabisch leren, het Urdu, maar ook hun geloofskennis verdiepen door studie van de Mantiq (logica in de islamitische filosofie), de Fiqh (jurisprudentie), de Hadith en de wijsheidstraditie van islamitische geleerden. Veel islamitische Nederlanders putten graag uit de rijkdom van culturele en spirituele tradities die bijvoorbeeld iemand als soefi-mysticus Rumi nagelaten heeft. Hij filosofeerde met name over de voordelen van verdraagzaamheid.
‘Minhaj Women’ haalt vrouwen uit hun isolement door hen bepaalde basisvaardigheden aan te leren, zoals fietsen. De Minhaj Education Society organiseert voor kinderen tot 15 jaar taallessen, koranlessen, ontspannende uitjes en meer. Het houdt menig jongere van de straat of bij de spelcomputer vandaan, en vormt hun culturele en spirituele dimensie. De ‘Minhaj Welfare Foundation’ is onze humanitaire tak. We zamelen geld in voor bijvoorbeeld weeshuizen in Pakistan, voor onderwijs in Somalië, noem maar op.”

Hoe denkt u over de kansen op de arbeidsmarkt van allochtone jongeren? Zijn die de afgelopen jaren verbeterd? 

“Laat ik beginnen met de feiten: afgaand op de cijfers kunnen we niet anders concluderen dan dat het nog steeds een actueel probleem is. Eerder dit jaar gaf de Sociaal-Economische Raad (SER) aan, dat er meer aandacht moet komen voor discriminatie op de arbeidsmarkt. Volgens het onderzoek komt discriminatie vaak voort uit vooroordelen en is het onbedoeld, wat het effect niet minder onwenselijk maakt. Hier zie je datzelfde gevaar van subtiliteiten waar ik het eerder over had. Zelfs na het corrigeren voor minder havo- en vwo-studenten onder allochtonen, heeft ook het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) geconcludeerd dat discriminatie een van de oorzaken is van lagere arbeidsparticipatie onder allochtonen. De resultaten staan in het rapport “Op Achterstand” (2012). Het SCP heeft twintig acteurs op ruim 400 banen laten solliciteren via uitzendbureaus. Ze gedroegen zich identiek en hadden vergelijkbare CV’s, maar autochtonen hadden 46% kans op een baan en allochtonen 28% kans.”

Dat is schokkend. Hoe schrijnend is het voor die ‘allochtonen’? 

“Het is nog steeds een hardnekkig probleem en het probleem wordt niet verholpen door continu een oude discussie opnieuw te voeren: ‘Is er nou wel of geen discriminatie op de arbeidsmarkt?’ Het is tijd om problemen effectief aan te pakken. Bij bewezen discriminatie: geef officiële waarschuwingen, sluit bedrijven uit van publieke aanbestedingen, train bedrijven op discriminatie en confronteer hen met hun eigen handelen, etcetera. Dit probleem is geen probleem van allochtonen, maar een probleem van Nederland. Dit zal beïnvloeden in hoeverre de generaties erna goed onderwijs kunnen genieten, wat de leefstandaarden worden in dit land, onze koopkracht, onze internationale concurrentiepositie en ons het gevoel van behoren in dit land.”

Wat betekenen spiritualiteit en de islam voor u?

“Wat de rituelen betreft, probeer ik mij te houden aan de voorschriften, die allemaal van grote betekenis zijn voor m’n spirituele staat. Voor mij zijn religie en spiritualiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het geloof inspireert mijn levenshouding, idealen, visie op mens en maatschappij, maar ook mijn werk. Ik geef lezingen over uiteenlopende onderwerpen: de verhouding tussen geloof en wetenschap, racisme, Isis, nieuwe boeken, de situatie in Pakistan. Misschien laat ik in die lezingen soms te weinig blijken dat ik mij bij al die onderwerpen geïnspireerd weet door de islam. In deze tijd negeren we helaas vaak dat we een spirituele dimensie hebben, of we praten er niet graag over.”

Waarom is dat jammer dan?

“Je spirituele gesteldheid bepaalt je fysieke, psychische en ons sociale welzijn. We focussen ons te veel op de materiële, vergankelijke wereld. We denken ons geluk te kunnen kopen door er heel hard voor te werken. Zodra we een burn-out of depressie krijgen, grijpen we naar een pilletje. We bestrijden de symptomen in plaats van de oorzaken. Daarnaast kunnen we ons maar moeilijk neerleggen bij tegenslagen. Komt je zoon te overlijden, daalt de waarde van je huis op Funda.nl? Dan kun je er dagenlang van balen óf gewoon denken: shit happens, het is vervelend maar tegenstand hoort bij het leven. Wat het samenleven betreft, kun je elkaar uitmaken voor rotte vis óf  elkaar als zielsverwant bejegenen. Spiritualiteit vormt je levenshouding. Het vergroot je saldo op je bankrekening niet maar wel de aard van je geluk.
Individuen en groepen die een goed spiritueel leven willen leiden, jagen geen welvaart of welzijn na om slechts zichzelf te plezieren – ze strijden er dus ook niet om met elkaar –  maar geven het liever weg. Een toonaangevende universiteit heeft met een grootschalig en langdurig onderzoek bewijs geleverd dat mensen die anderen graag helpen gelukkiger zijn dan degenen die dat niet doen. Ik zeg: dat is gemeten, maar onze spirituele tradities hadden het geweten.”

De islamitische traditie geeft volgens u antwoorden op zingevingsvragen die van pas komen bij deze en nog veel meer probleemsituaties. Kan de islam een multicultureel volk iets zinvols leren?

“Jazeker. Twee islamitische geleerden gingen eens met elkaar in gesprek. De ene vroeg: ‘Hoe komt het dat de mensen in jouw land gelukkiger zijn dan mijn eigen landgenoten? Wanneer we iets krijgen van God zijn we dankbaar. Wanneer God ons iets onthoudt, zijn we geduldig.’ Toen antwoordde de andere: ‘Dat is een mooi begin, maar wij doen het anders. Wanneer wij iets niet krijgen, zijn we dankbaar en als we krijgen, geven we het weg aan anderen. Dat werkt ons geluk in de hand.’
Een bekende religieuze term is ook ‘rentmeesterschap’, een van de betekenissen van de term ‘khalief’. Wij zijn verantwoordelijk voor elkaar. Ik denk dat wij ons geluk in het geluk van de ander moeten vinden.”

32928257_10216070780071682_2538458966246031360_n

Robert Reijns

Redacteur

Robert Reijns – journalist, cultureel antropoloog, docent maatschappijleer – is o.a. eindredacteur bij Kerk in Den Haag.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.