U gaf zelf aan een gesprek te willen. Ik zou zeggen: brand los.
“In de discussie tot nu toe wordt min of meer gesteld dat de beste reli-journalisten theologen of religiewetenschappers zijn. Ik denk dat dit een misvatting is. Volgens mij zijn de beste reli-journalisten zij die een journalistieke opleiding hebben gehad. We moeten niet vergeten dat journalistiek een vak is, net zoals theologie dat is. De nadruk ligt daarbij op het mediale, het communicatieve: de inhoud in een aantrekkelijke en begrijpbare vorm presenteren. Dus wil je als (reli-)journalist een toekomst hebben dan moet je vooral investeren in het leren beheersen van die vorm. Zo is het prachtig dat er staal is, maar als je niemand hebt die het staal een bepaalde vorm kan geven – dan kun je er niet veel mee. Als je goed weet hoe het communicatieve proces werkt, dan kun je je inhoud modelleren en door je gesprekspartners laten aanvullen. Op deze manier kan een goede journalist uit de voeten met elk onderwerp. Wanneer je religiewetenschappen of theologie hebt gestudeerd, of zelfs maar gelovig bent, kan het mogelijk zelfs een belemmering zijn om objectief verslag te doen.”
De focus op de inhoud komt natuurlijk niet uit het niets. Blijkbaar schuurt daar iets. Wellicht dat gelovigen zich miskend voelen, onbegrepen. Of dat theologen en religiewetenschappers zien dat religie geen recht wordt gedaan. Negatieve frames over religie zijn niet van de lucht. Het is dan toch jammer dat blijkbaar de vorm soms ten koste gaat van de inhoud?
“Daar ben je zelf bij! Veel mensen laten zich ook framen. Als je wordt geframed, kun je kijken hoe je het opgeroepen beeld kunt aanpassen. Als jij als theoloog, kerk of wie dan ook wilt dat jouw geluid gehoord wordt, dan is het van belang een goede relatie met de pers te onderhouden. Als je vindt dat media een gebrek aan kennis laten blijken, kun je wel naar de media wijzen, maar moet je volgens mij vooral te rade gaan bij jezelf: blijkbaar heb je zelf de relatie met journalisten zo slecht onderhouden dat ze geen kennis van zaken meer hebben van jouw thema’s.
Daarbij, zolang het gros van de opiniërende media seculier geënt is, zal wat aan de man gebracht wordt a priori kritisch zijn over religieuze kwesties. Als daar niets tegenover wordt gesteld dan blijft dat beeld in stand of wordt het zelfs versterkt. Het lost niets op om dan alleen maar te gaan roepen dat media zo negatief zijn. Nee, dat is onderdeel van de meningencultuur waar wij nu in zitten. Dan moet je ook de ballen hebben om in die arena het spel mee te spelen. Terugkomend op de theologen en religiewetenschappers: over het algemeen weten zij dit spel niet goed te spelen. Zij zitten zo op de inhoud, dan het ten koste kan gaan van het bereik. Het zou geweldig zijn als er eens een Lagerhuisdebat komt tussen theologen en journalisten over religiejournalistiek. Ik ben heel benieuwd wat er dan uit gaat komen.”
Dus je moet niet zeuren, maar gewoon het spel meespelen?
“Ja, if you can’t stand the heat, stay out of the kitchen.”
Nou, nou, en ik maar denken dat we het over nieuwe media zouden gaan hebben.
“Oh, maar dat heeft er ook alles mee te maken. Stel dat je geen stem krijgt in de traditionele media, dan kun je nu nieuwe media gebruiken. Wat je vaak ziet is dat sociale media een katalyserende functie heeft richting traditionele media. Ook hier weer: als je goed kunt netwerken via sociale media, dan is de kans groter dat jouw stem ook traditionele media bereikt.”
Is religiejournalistiek dan een betere fase ingegaan met de komst van de social media?
“Als je het bekijkt vanuit het perspectief van gelovigen dan zeker. Voor hen liggen er heel veel kansen nu: middelen die goedkoop zijn, een groot bereik hebben en die kwalitatief inhoudelijk sterk zijn. Als er dan ook nog goed naar de vorm wordt gekeken, dan zie ik zeker perspectieven. Bijvoorbeeld door het effectief toepassen van usability-inzichten, de kracht van netwerken, de opbouw van een tweet of het toepassen van storytelling. Ook voor beroepsjournalisten zijn er kansen in nieuwe media. Volgens mij blijft er namelijk behoefte aan dat wat journalisten doen, namelijk duiding geven aan gebeurtenissen. Waar eerst nog werd gedacht dat dit alleen was weggelegd voor traditionele media, zie je nieuwe media die rol nu ook op zich nemen: men is bijvoorbeeld volop aan het experimenteren met lange, inhoudelijke artikelen. De Correspondent is daar een voorbeeld van. Maar ook The Washington Post en The New York Times zijn hiermee bezig. Waar dat balletje heen rolt, is vervolgens afhankelijk van welk verdienmodel uiteindelijk succesvol blijkt te zijn. Uitgeverijen en mediabedrijven zijn wat laat op gang gekomen, maar het lijkt erop dat ze langzaam doorkrijgen dat andere uitgeefmodellen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld Netflix en meer on-demand. Journalistiek blijft een ambacht dat geld moet opleveren, anders blijven er sowieso weinig journalisten over – of het nu over religie gaat of iets anders.”
Gaan we daar niet sowieso naar toe? Naar een toekomst met minder (religie)journalisten?
“Er is altijd nieuws, dus er zullen altijd mensen nodig zijn om dat nieuws te duiden. Ik volg daarin de traditionele lijn dat hoe meer informatie er komt, des te groter de behoefte is om daar duiding aan te geven. Dus volgens mij is er zeker een toekomst voor (religie)journalistiek. Wel is het zo dat naar mate het fenomeen religie wordt gemarginaliseerd, de ruimte voor religie in de kolommen minder wordt. Of religie het redt als onderwerp of niet is voor een groot deel dus afhankelijk van hoe reliprofessionals de relatie met journalisten weten te onderhouden. Sociale media hebben een interactiestructuur, waardoor theologen en religiewetenschappers kunnen participeren in de totstandkoming van nieuws en ervoor kunnen zorgen dat de inhoud accuraat is. Het is geen kwestie meer van alleen maar zenden; het nieuws maak je samen. De lezer is prosumer geworden: producent en consument in één. Daar moeten media en journalisten veel meer mee doen.”
Het is wel even wat anders dan gewoon in loondienst stukken schrijven voor de krant. Ineens moet je je product actief aan de man gaan brengen, sociale media tot je beste vriend maken en iedereen die daar actief is min of meer te vriend houden. Je moet er maar zin in hebben…
“Als je daar geen zin in hebt, dan moet je maar bakker worden ofzo. Twitteren hoort nu eenmaal bij je werk als journalist, daarmee zorg je voor meer engagement onder je lezers. Het kan je ook helpen in het productieproces. Je kunt je tweets als aantekeningen beschouwen, dus je notitieboekje kun je weggooien. Of omdat je je lezers betrekt bij het tot stand komen van het product. Dat is precies wat je wilt – dat is de nieuwe context van het vak.”
Weer even terug naar de religiejournalisten – welke rol spelen zij in deze nieuwe context, als het aan u zou liggen?
“Het zou goed zijn als je als religiejournalist, met welke achtergrond dan ook, een brug weet te slaan naar mensen met een latente of concrete zingevingsvraag en daarbij actief gebruik maakt van nieuwe media. Ik zie nog teveel mensen die binnen hun eigen kringetje blijven en dus ook binnen de eigen kaders blijven denken. Zonde, want met nieuwe media is de afstand tot elkaar kleiner geworden en de mogelijkheden tot het aangaan van relaties en dialogen groter. Journalisten kunnen daar de vruchten van plukken. Mijn reli-journalist van de toekomst is dan ook een bruggenbouwer. Nieuwwij is daar al wel mee bezig, bijvoorbeeld met de briefwisseling tussen Jan Jaap de Ruiter en Nourdeen Wildeman, maar dit zouden andere media ook veel meer kunnen oppakken. Het wordt tijd dat (reli)journalisten hun aandacht verleggen naar nieuwe media: de wereld ligt meer dan ooit voor je open.”
Elze Riemer (27) is masterstudent Media en Religie aan de Vrije Universiteit. Vanaf begin februari tot eind juni 2014 zal zij zich tijdens haar stage bij Nieuwwij.nl bezighouden met de vraag: is er toekomst voor religiejournalisten? Het is een relevante vraag, waarop het antwoord alles behalve eenduidig is. Vier weken geleden verscheen haar eerste artikel over dit onderwerp, vorige week haar derde. Tot halverwege mei zal zij andere deskundigen interviewen voor Nieuwwij.nl.
Krijg een raar gevoel bij de ideeën van deze meneer. De media kunnen dus nooit de schuld krijgen van negatieve/slechte berichtgeving over kerken?
Complimenten aan Elze Sietzema voor de goede interviews! Ga zo door, wie ga je nog meer interviewen? Vergeet je de joodse journalisten niet?
Tip aan Eric: verstuur wat minder tweets en schrijf meer goede content. Daar ben je heel goed in.
Heel goed, geen slachtoffergedrag. Kunnen veel moslims die over slechte berichtgeving zeuren, nog veel van leren.
Dank! Zeker niet. Ik vond het ook al hoog tijd voor wat meer diversiteit in levensbeschouwelijke achtergrond. De mensen die ik nog ga interviewen zullen daarin voorzien: joods, islamitisch en boeddhistisch.
****
De papieren kerkelijke kranten en bladen, ik denk dan vooral aan Volzin, Het Goede Leven, De nieuwe koers, etc. zullen over 10 jaar niet meer bestaan denk ik. Alle kerkelijke media zullen dan op het internet te vinden zijn. Meneer van den berg: u hebt het over terugverdienmodellen….. hoe kan een katholieke website geld verdienen voor journalistieke artikelen? hoe doet u dat met uw website waar ik overigens wekelijks een kijkje op neem?
Bruggenbouwende journalisten? Dat vind ik iets te moralistisch.