Kun je iets vertellen over jouw achtergrond?
“Ik ben geboren in Denekamp, een klein plaatsje dicht bij de grens met Duitsland, als jongste van vier kinderen. Ons gezin verhuisde vaak, bijna elke vier jaar woonden we weer ergens anders. Dat had te maken met mijn vader, hij was predikant van beroep en had een nogal rusteloze geest. Mijn moeder was vooral geïnteresseerd in literatuur en spiritualiteit, ze was erg vrijgevochten en ging graag haar eigen weg.
Opvallend in mijn leven is dat school en studie aanvankelijk niet zo lukten, ik maakte er een potje van. Inmiddels heb ik twee universitaire studies gedaan, namelijk Wetenschap van Godsdienst en Levensbeschouwing en daarna de onderzoeksmaster Wijsbegeerte, en werk ik momenteel aan een proefschrift. Die omslag werd destijds veroorzaakt door bepaalde denkers die ik tegengekomen ben op mijn pad. Zij waren zo inspirerend dat er daardoor een soort verandering in mij heeft plaatsgevonden.
Ik geef inmiddels regelmatig lezingen en begeleid ook kloosterweekenden, met name in Huissen, waarin ik een brug probeer te slaan tussen een bepaalde denker en onze tijd. Ik wil hun taal en inzichten ontsluiten voor mensen van nu zonder onrecht te doen aan de denker zelf.”
Hoe doe je dat?
“Dat is een grote uitdaging. Ik probeer de taal intact te laten en tegelijkertijd te laten zien dat die taal in onze tijd anders functioneert dan in de tijd van deze denkers. Zeker bij iemand als Meister Eckhart die leefde in de 13de-14de eeuw. In zijn tijd hadden bepaalde woorden een diepere en meer omvattende betekenis dan in onze tijd. Ik probeer uit te leggen hoe deze woorden functioneerden en daarmee haal ik het naar het heden. Veel woorden die wij gebruiken hebben een sterk psychologische lading, dat is bij denkers uit lang vervlogen tijden nog niet het geval. Het accent lag toen veel minder op het strikt individuele. De tijd doet iets met taal, maar ik probeer toch vanuit dat onderscheid, de afstand die er is, toenadering te zoeken tot de denkers en de teksten.”
Veel woorden die wij gebruiken hebben een sterk psychologische lading, dat is bij denkers uit lang vervlogen tijden nog niet het geval.
Vanwaar jouw passie voor juist deze filosofische denkers?
“Meister Eckhart, Sören Kierkegaard en Dag Hammarskjöld zijn denkers met een religieuze gevoeligheid. Zij raken bij mij een snaar, ik herken iets in hen. Het zijn filosofen die de twijfel een plaats geven, ze stellen vragen in plaats van dat ze antwoorden bieden en laten daarbij ruimte voor iets dat groter is dan ze zelf zijn. Wat deze denkers in mijn optiek verbindt is innerlijkheid.”
Innerlijkheid, dat is een moeilijk begrip wat je niet vaak tegenkomt, toch?
“Dat klopt, in dit begrip klinkt een verzet door tegen overtuigingen die een regelvolgend gedrag centraal stellen. Innerlijkheid houdt onder andere in dat je niet zomaar op gezag doet en denkt wat je verteld wordt, maar dat je je van binnenuit laat vormen en inspireren. Dat is de vrijheid waar ook deze filosofen voor staan. Dat betekent niet dat je maar gewoon doet waar je zelf zin in hebt, maar het betekent dat je het zelf moet ontdekken, formuleren en begrijpen. Op die manier kun je van binnenuit met overtuiging handelen en spreken.
Een mooi voorbeeld is de Zweedse diplomaat Dag Hammarskjöld. Hij verbond zijn politieke carrière met een enorm rijk innerlijk leven waarbij dienstbaarheid en integriteit centraal stonden. Die wisselwerking tussen binnenwereld en buitenwereld vind ik fascinerend. Eckhart stelt dat we ons wel met religie en spiritualiteit bezig kunnen houden, maar dat het uiteindelijk in het alledaagse leven pas echt vrucht kan dragen.
In onze tijd zijn veel mensen bezig met verdieping en spiritualiteit. Hierbij wordt het accent vaak gelegd op persoonlijke groei en gelukkig zijn, waarvoor je van alles moet doen, zoals bijvoorbeeld mediteren. Maar in plaats van je terug te trekken uit de wereld en de gerichtheid op het persoonlijke leven, vind ik die beweging vanuit innerlijke bewogenheid naar de wereld en het publieke domein toe juist heel boeiend. Ik denk dat dat interessant is voor mensen van nu, om te ontdekken hoe dat werkt.”

Ja, hoe kan het gedachtegoed van deze denkers van betekenis zijn voor ons alledaagse leven van nu?
“Heel belangrijk is, denk ik, de notie van ontvankelijkheid, zoals Eckhart dat noemt. Die staat haaks op de moderne maakbaarheidscultuur. Kierkegaard spreekt meer over openheid, het bereid zijn tot het maken van een sprong. Elk moment weer. Dat vraagt om een kritisch en open vizier met betrekking tot wat er om je heen aan de hand is. Wat doe ik er mee, waar sta ik, welke keuze maak ik hierin? In je blik naar buiten blijf je tegelijkertijd met je blik naar binnen gericht. Je conformeert je niet zomaar aan de publieke opinie, maar zorgt dat je met je eigen denken en bestaan erin betrokken blijft. Dat zou je ook die sprong kunnen noemen.”
Heb je een concreet voorbeeld?
“Een gesprek met iemand, of het samenwerken met mensen, daar kun je instappen op een manier waarop je het allemaal al snapt en invult of waarbij je je juist door anderen laat meeslepen. Een andere mogelijkheid is om er met een meer open houding in te gaan. Dat raakt dus aan die sprong. Die heeft te maken met verantwoordelijkheid nemen voor een situatie, zonder dat je die situatie op voorhand al invult, vastzet. In die openheid zit precies het religieuze moment bij deze denkers. Want dan kan dat wat groter is dan je zelf bent als het ware inbreken in de situatie. In plaats van dat jij daar alleen wat in doet, kan er iets anders in mee gaan resoneren.”
Wat gebeurt er met ons als we het zo gaan benaderen?
“Je krijgt meer oog voor het onvoorziene en ogenschijnlijk onvolmaakte, dat wat misschien niet overeenstemt met onze verwachtingen en wensen, maar er wel toe doet. Je leeft niet alleen voor jezelf. Als je een situatie meer vanuit zo’n open houding tegemoet kunt treden is er meer ruimte voor die situatie, die werkelijkheid, die mens die je tegenover je hebt. Dat is een goede zaak, zeker in deze tijd waarin we zo snel ons oordeel klaar hebben en alle meningen in discussies voortdurend over elkaar heen buitelen.”
Welke rol speelt taal daar in?
“De denkers die ik zojuist noemde spreken, zoals ik het zie, een ‘subtiele taal’. Ik ontleen dat begrip aan de Canadese filosoof Charles Taylor. Dat is taal die in staat is ons uit een bestaand paradigma te doen laten breken, omdat we geconfronteerd worden met een andere manier van kijken, van formuleren. Het is een ander paradigma wat verfrissend werkt ten opzichte van het vaak nogal instrumentalistische paradigma dat zo kenmerkend is voor de moderne tijd. We hebben vaak niet door dat we vanuit een bepaald paradigma redeneren en dat er misschien ook nog andere zienswijzen zijn. Bovendien leven we in wat je zou kunnen noemen een ervaringscultuur. In mijn lezingen probeer ik dat voortdurend najagen van ervaringen te relativeren. Een ervaring is een afgebakend iets, dan is het er wel en dan is het er weer niet. Wat mij interesseert is dat die gerichtheid op het momentane kan worden overstegen en dat kan taal op een bepaalde manier doen. Kijk bijvoorbeeld naar de Zwarte Piet-discussie. Je kunt elkaar keihard veroordelen, maar het zou kunnen helpen om iets meer ruimte te maken voor de visie van de ander, om naar elkaar te luisteren. Stel elkaar vragen. Nu zie je zo’n verharding in de manier waarop er met belangrijke thema’s wordt omgegaan. De nuance wordt daarmee de nek om gedraaid. We hebben de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staan, maar lijken soms te vergeten hoe die vrijheid tot stand is gekomen, wat de politiek-morele verankering en rechtvaardiging ervan is en hoe we – juist als zaken dreigen te escaleren – met die vrijheid om moeten gaan.”
We hebben vaak niet door dat we vanuit een bepaald paradigma redeneren en dat er misschien ook nog andere zienswijzen zijn.
Betekent vrijheid eigenlijk ook onveiligheid?
“Ik denk dat veel mensen zich in toenemende mate en op verschillende levensterreinen onveilig voelen. Men maakt zich zorgen over de vluchtelingenproblematiek, er is angst dat we onze culturele identiteit kwijtraken. En hoe gaan we om met onze privacy? Moeten we juist meer persoonlijke gegevens openbaar maken of moeten we hier voorzichtig mee zijn? Ik zou willen dat het gesprek erover niet alleen gevoerd wordt door de experts, maar dat er ook vanuit de filosofie meer naar gekeken gaat worden. Dat mis ik in bepaalde discussies die er op dit moment gaande zijn. Dan denk ik bijvoorbeeld aan dat spanningsveld tussen vrijheid en controle. Controle komt vaak voort uit de angst dat er van alles op het spel staat, dat we iets belangrijks dreigen te verliezen. Maar vrijheid is cruciaal in onze democratische rechtsstaat en daarvoor zullen we moeten accepteren dat we de boel niet helemaal onder controle kunnen hebben. Dat er soms dingen verschrikkelijk misgaan, dat er onvolkomenheid is. Misstanden houd je niet 100 % onder controle als je ook die vrijheid een centrale plek wilt toekennen in de samenleving. Je komt in een kooi van wetten en regels terecht als je dat allemaal volledig en van buitenaf wilt beheersen. Dat spanningsveld vraagt om voortdurende articulatie en reflectie.”
Het lijkt alsof de verharding steeds erger wordt. Staan mensen er wel voor open om op een andere manier te gaan denken?
“Het hangt er vanaf of er iets getriggerd wordt, of er een bepaalde snaar bij je wordt geraakt. Als je voortdurend boosheid of verongelijktheid tegenover je treft, dan zal er niet zoveel openheid zijn. Het hangt er ook vanaf wie je ontmoet, met wat voor richtinggevende mensen en bronnen je te maken krijgt. Ik ben er een voorstander van om niet alleen op eigen houtje vooruit te kijken, maar ook om terug te kijken naar de bronnen die we hebben, die ons daarin dingen kunnen aanreiken. Ik merk tijdens de lezingen die ik geef dat veel mensen open staan voor nieuwe of andere zienswijzen. Laatst was ik bij een afdeling bemiddeling en preventie van een kleine gemeente in Zuid-Holland waar je niet zo snel zou verwachten dat ze iets willen horen over Eckhart. Ook al hadden deze mensen geen achtergrond met deze kennis, ze vonden het toch heel boeiend, ook met betrekking tot hun werk.

Aan de VU wordt momenteel flink geïnvesteerd in valorisatie, dat wil zeggen dat we de vergaarde kennis niet binnen de universiteit moeten houden, maar dat deze ook toegankelijk en bruikbaar is voor mensen buiten de universiteit. Ik denk dat er in de wereld van filosofie en religie veel meer gepoogd zal moeten worden om over de eigen grenzen heen te kijken. Ik vind het belangrijk dat je vanuit je eigen levensgebied verbinding kunt en wilt maken met andere levens- en kennisgebieden en niet alleen maar aparte eilandjes bent. Dat bijvoorbeeld ook de overheid en het bedrijfsleven kennis maken met wijsheidsbronnen en kijken hoe die kennis voor hen vruchtbaar kan zijn.”
Gebeurt dat al in het bedrijfsleven?
“Ja, maar dat zou nog meer mogen wat mij betreft, en vice versa. Als bijvoorbeeld een bank of een ziekenhuis mij zou vragen om te komen vertellen wat Eckhart voor hen zou kunnen betekenen, dan zou ik dat met veel plezier doen. Andersom wil ik graag weten hoe er vanuit die wereld tegen bepaalde dingen aangekeken wordt. Het gebeurt ook wel dat mensen uit het bedrijfsleven bij kloosterlingen op bezoek gaan of dat zij bij hen komen. Ze hebben elkaar kennis te bieden die nu vaak teveel binnen de eigen muren blijft. Ik denk dat er in elk werk- of levensgebied een opslag van kennis en kwaliteit ligt. Het zou mooi zijn als er op een onbevooroordeelde, onbevangen manier uitwisselingen worden aangegaan. Het Dominicanenklooster in Huissen biedt al jarenlang op een succesvolle manier leiderschapsprogramma’s aan. Het is toch prachtig dat in een klooster programma’s worden ontwikkeld waar mensen uit het maatschappelijke- en bedrijfsleven wijzer van worden. Daar worden verbindingen gelegd die voor beide partijen vruchtbaar zijn.”
Ik denk dat er in elk werk- of levensgebied een opslag van kennis en kwaliteit ligt
Jij begeleidt dus ook weekenden in het klooster in Huissen. Waar gaan die weekenden over?
“Een terugkerend weekend heeft als titel Leven zonder waarom. Daarin behandel ik Eckhart, Kierkegaard en Hammarskjöld in een zekere samenhang, waarbij leven vanuit openheid en vanuit dieperliggende bronnen en waarden centraal staat. Een heel belangrijk thema in onze tijd vind ik dienstbaarheid en moreel leiderschap. Hammarskjöld kan ons op dit punt – individueel, maar ook in de politiek en het bedrijfsleven – veel boeiends leren.”
Is er iets wat je opvalt tijdens deze weekenden?
“Mensen komen vaak vanuit een druk bestaan naar het klooster. Ze zijn in een hele andere omgeving en gaan mee in het kloosterritme, heel anders dan thuis. Ze gaan in gesprek over existentiële en actuele thema’s met mensen met vaak heel verschillende achtergronden. Daardoor ontstaan allerlei nieuwe inzichten en perspectieven. Mensen zoeken een relatie tussen dat wat er bestudeerd en besproken wordt en hun persoonlijke en maatschappelijke leven. In alle lagen van de samenleving, in alle beroepsgroepen, is de zinvraag en de vraag naar hoe je je verhoudt tot de werkelijkheid en andere mensen om je heen impliciet of expliciet aanwezig, of zou dat in elk geval moeten zijn.”
Waarom trekken deze thema’s zoveel belangstelling?
“Het zijn oeroude, existentiële thema’s die de mens maken tot wat hij is en hem inzicht verschaffen in zichzelf en de wereld waarin we leven. Om die reden zullen ze nooit aan relevantie en waarde inboeten – gelukkig maar.”
Op een goede, inzichtelijke manier wordt in dit interview uiteengezet het belang van de sociale dimensie voor ieder mens, voor bedrijven, voor de wetenschap. Waar mensen met elkaar omgaan als concurrenten doen zij niet alleen een ander, maar ook zichzelf tekort, en het leidt tot een harde, onveilige, angstige wereld. Dat taal hierbij een belangrijke rol speelt is evident. Prachtig verheldert zij dit met woorden als ‘innerlijkheid’ en ‘ontvankelijkheid’
Tsja, met taal kan je mensen bij mensen “een snaar raken”, en als je dat kan dan kan je ze vergaand beinvloeden.
Kijk maar eens op een site als GeenStijl en je ziet hoe effectief dat kan zijn.
Een nieuw inzicht? Allerminst. Denk maar eens aan de retoriek. Al meer dan 2000 jaar geleden bekend geraakt en benoemd. En nog steeds essentieel in de politiek, en dus heel belangrijk voor wat de samenleving doet en niet doet.
Gevaarlijk ook, want een mens heft een heleboel “snaren” in zijn geest. De PVV bijvoorbeeld weet er een flink aantal te raken. Is het soms een verdienste om met woorden “een snaar te raken” bij iemand?
Dacht het niet. Uitzoeken welke snaar aantoonbaar met waarheid overeenstemd is dat weer wel.
Beste Welmoed: over die wisselwerking tussen innerlijk en uiterlijk- lees vooral ook De Kleine Johannes van Frederik van Eeden, nu niet meer zo vaak gelezen, maar wel een schrijver die juist dat thema dichterlijk en filosofisch benaderde. Het boek eindigt met ( uit het hoofd, 50 jaar geleden gelezen) – hij neigde naar een andere einder, daar waar de Mensheid was en haar Weedom-, dit na een sprookjesachtige en dichterlijke (dus innerlijke) beleving van de natuur, kabouterwereld, gesprekken met insecten en kleine dieren. Het vervolg heb ik niet gelezen, misschien ging het daarin wel over die weedom, per slot stichtte hij ook de kolonie Walden waar arbeiders en dichters tot een zelfgenoegzame ideale samenleving zouden moeten worden samengesmeed.