Opeens zaten er twee vreemde jongens in onze klas. Het was begin jaren negentig. Ik zat in groep acht van een christelijke Jenaplanschool in een Fries dorp. Een lieve kleine school waar veel aandacht was voor creativiteit: schrijven, muziek maken, toneelspelen en plantjes leren verbouwen. We hadden bevlogen juffen en meesters. Er mocht veel. Halverwege het schooljaar schoven Ninos en Arios ineens bij onze tafeltjes aan. We konden elkaar niet verstaan.
Ninos en Arios waren twee broers die in 1991 met hun ouders en broertjes uit Syrië waren gevlucht omdat ze er door hun christelijk geloof niet meer veilig waren. De vader van Ninos en Arios werkte voor een islamitische werkgever die hem betichtte lid te zijn van een politieke groepering. Die groepering van Syrisch-orthodoxe christenen streefde naar een eigen staat. Vader Elias werd opgepakt, gevangen gezet en gemarteld. Het jonge gezin werd naar Jordanië gesmokkeld en vluchtte vanuit daar met gekochte reispapieren naar Nederland. Ze kwamen in een asielzoekerscentrum in Eindhoven terecht. Asiel kregen ze niet. Ondanks dat ze in Syrië vogelvrij waren.
Dit hoorden we pas achteraf, toen we al volwassen waren. Wisten wij veel. Wij waren elf, twaalf jaar en begonnen net te puberen. We wisten amper waar Syrië lag. We leerden Under the Bridge van de Red Hot Chili Peppers uit ons hoofd en zongen Like a Prayer van Madonna in de klas. Net zolang tot meester er genoeg van had. Ik vond het wel spannend, die twee vreemde jongens. Ninos was al wat groter, en hij had al een beginnende snor. Arios zat veel te bidden in de klas. Hij keek ongelukkig. Ninos was meer een charmeur. Hij was al bezig met meisjes.
De Doopsgezinde kerk in Rottevalle verleende het gezin kerkasiel. Ze doken onder in de consistorie. We hoorden verhalen dat de politie niet mocht binnenvallen in een kerk. Reuzespannend in een dorp waar – afgezien van het dorpsfeest en een Playboy in het schap van supermarkt de Cirkel – zelden iets gebeurde.
We vonden het algauw normaal dat Ninos en Arios bij ons in het dorp in een kerk woonden en naar school gingen. Een jaar later verhuisde ik naar een nabijgelegen plaats. We verloren elkaar uit het oog.
Het is 21 jaar later. Syrië is volop in het nieuws. Journalist Harald Doornbos twittert regelmatig – bijna staccato – nieuwe dodenaantallen. Gisteren nog. ‘Vandaag 140 doden in Syrie.’ Het houdt maar niet op.
Waar zouden Arios en Ninos uithangen? Zouden ze terug zijn gegaan? Zou hun Syrische familie nog leven?
De familie woont nog in Nederland. In Enschede. Arios neemt op. ,,Hoi Nynke!!!! Hoe is het met jou!?” Hij heeft een beetje een Twents accent gekregen. ,,Néééééh joh. Dat mééan je niet. Ik dacht dat ik een Fries accent had.” Het gaat goed met hem. Hij heeft net een huis gekocht. Hij werkt hard zegt hij. Ninos had een klussenbedrijf maar heeft nu een bar gekocht in Duitsland. Hij reist veel op en neer tussen Enschede en Duitsland.
,,Jij ging mij altijd voorlezen uit Nederlandse boekjes”, zegt Ninos. ,,Weet je dat niet meer.” Van hun tijd in Rottevalle weten ze niet zo veel meer. Als je veel meemaakt is er misschien te veel om te onthouden.
Meester Tom de Boer weet het nog wel. Hij heeft veertig jaar voor de klas gestaan en was jarenlang directeur van de basisschool. ,,Ik zie ze nog met de ruggen naar elkaar toe staan. Al onze kinderen drentelden er wat om heen. Ze stonden in de verdedigingshouding met een blik van: wie aan ons komt, krijgt een hengst.”
De drie broers mochten niet ingeschreven worden. De school kreeg geen vergoeding. Het was nog niet zo gemakkelijk met de jongens. Ze waren in het begin agressief vertelt meester De Boer. ,,Dat waren ze gewend van het asielzoekerscentrum waar ze zich blijkbaar vaak moesten verdedigen. Christenen en moslims sloegen elkaar daar net niet de hersens in. Het woord ‘moslim’ was destijds een van de grootste scheldwoorden.”
,,Integratie is een mooi woord. Maar dat waait niet bij je naar binnen”, zegt De Boer terugkijkend. ,,Je moet er keihard voor werken.” Hij hamert er nog steeds op als hij advies geeft aan basisscholen: we moeten leren met elkaar om te gaan. We moeten de democratie oefenen en samenwerken. Volgens hem ontstaan alle problemen in het onderwijs omdat mensen en kinderen niet meer weten hoe ze met elkaar om moeten gaan.
Ninos en Arios vonden hun plek binnen de dorpsgemeenschap die zich over hen ontfermde. De Doopsgezinde dominee die destijds op de kansel stond, Sieb Kiestra, vertelt dat een keten van zo’n 120 vrijwilligers zich voor het gezin inspande. ,,Hoe we het geld toch altijd bij elkaar kregen, beschouw ik als een wonder. Er hing best een prijskaartje aan hun opvang. Er was in het begin natuurlijk ook niks in de consistorie. Ik denk dat ze aanvankelijk op luchtbedden hebben geslapen.”
Uiteindelijk woonde het gezin maar liefst twee jaar in de consistorie. Nooit eerder verbleven illegalen zo lang in een kerk. De politie viel nooit binnen. ,,Maar voor de zekerheid hadden we kerkwacht”, zegt Kiestra. ,,Vierentwintig uur per dag. Wij kenden op zich geen mensen in het dorp die niets moesten hebben van het gezin, maar je wist maar nooit. Dus sliepen er elke nacht twee man sterk in de kerk.” Later was dat niet meer nodig. De politie zou een seintje geven als er een bevel zou komen om een inval te doen.
Ninos zegt dat de lijnen te slecht zijn in Syrië om goed contact te krijgen met een broer van zijn vader. Ze zitten in de buurt van Kamishli. Daar is het volgens hem rustig, al kreeg een neef een keer een pistool tegen z’n hoofd en namen rebellen zijn auto mee. De familie van zijn moeder komt uit een dorpje bij Hamah. Daar is de situatie minder goed. ,,Daar word je onzeker van.”
,,Nynke!!!! Gaat goed met jou?” De moeder van Ninos wil eerst niet aan de lijn. Het gaat goed met haar zegt ze. Maar eigenlijk gaat het slecht. Ze heeft veel lichamelijke klachten en mist Syrië. Het is moeilijk bellen met haar familie en ze weet net of ze elkaar ooit nog zullen zien. ,,Als ik wil – dan ik heb geen telefoon, geen stroom. Het is heel moeilijk. Wanneer kom je naar Enschede?”
Ontroerend mooi geschreven. Dank.
Prachtig verhaal.
Christenen werden nooit in Syrië vervolgd totdat de burgeroorlog uitbrak, nu worden de christenen en Alawieten wel onderdrukt en uitgemoord door de soennieten en Al-Nusra. Chrusten en Alawieten hadden een heel goed leven in Syrië!!