Voor de lijsttrekster waren de verkiezingen van vier jaar geleden van veel groter historisch belang: voor het eerst sinds zestien jaar zaten er weer vrouwen in de volksvertegenwoordiging van Staphorst. “Samen met Herriët Brinkman van het CDA deed ik een stap naar voren”, zegt Lubberink. “Dat was veel belangrijker dan mijn lijsttrekkerschap van vandaag.”

Toen de oud-voorzitter van de PvdA vertrok, was het volgens Lubberink logisch dat ze zou opschuiven op de politiekhiërarchische ladder. “Het was geen politiek besluit”, vertelt ze aan haar keukentafel in IJhorst. “Ik wilde geen statement maken en heb me nooit gestort op vrouwenemancipatie in Staphorst.”

Lubberink is er niet op uit om Staphorster vrouwen te bewegen meer op de voorgrond te treden en hun onafhankelijkheid te ontplooien. “Maar ik verzet me tegen de SGP-ers die zeggen ‘onze vrouwen willen dat helemaal niet’. Ik hoef de vrouwen niet te overtuigen, maar ik wil wel graag dat ze weten dat ze een keuze hebben.” Lubberink laat zich om die reden dan ook niet aan de kant schuiven. Ze is ervan overtuigd dat ze ook als vrouw in staat is de tweemansfractie te behouden.

Een vijfde deel van de Overijsselse Staphorsters is niet-religieus, weet de politica. Die mensen wonen veelal buiten het orthodoxe bolwerk, bijvoorbeeld in het dorp IJhorst. “Deze twintig procent van de inwoners kan op onze partij stemmen”, zegt Lubberink. “Maar natuurlijk kunnen de christenen dat ook, bijvoorbeeld omdat ze het, net als de PvdA, belangrijk vinden dat ieder mens meetelt.”

Vier jaar geleden behaalde de PvdA krap twee zetels in het kerkdorp. “Optimisten zeggen dat we misschien drie zetels zullen winnen”, zegt Lubberink. “Ik behoor zelf tot de realisten. Die twee zetels die we nu hebben die zullen we behouden, dankzij of ondanks mij.”

Bij de gedachte aan drie zetels kijkt Lubberink enigszins benauwd. “Drie zetels zou betekenen dat we een kans maken in het College van Bestuur terecht te komen”, legt ze uit. “Ik loop er niet voor weg maar ik weet dat er veel onoverkomelijke standpunten zijn tussen mijn partij en de SGP of de ChristenUnie.” Het zouden dan wel eens vier frustrerende jaren kunnen worden als de PvdA daadwerkelijk toe zou treden tot het College. “Natuurlijk denken we erover na en hebben we plannen en standpunten klaarliggen voor dat moment”, zegt ze. “Maar ik vind het zelf niet waarschijnlijk dat het zo ver komt.”

Abortus is een duidelijk en blijvend omstreden onderwerp, maar er zijn er meer waarbij de partij van Lubberink lijnrecht tegenover de andere Staphorster partijen staat. “Alle andere partijen willen bijvoorbeeld dat Staphorst zelfstandig blijft om zo de bijzondere en uitgesproken identiteit te kunnen behouden”, weet de politica. “Maar wij willen niet op voorhand een samenwerkingsverband van de hand wijzen. Eerst moeten we kijken waar de voor- en nadelen liggen.”

Politiek bedrijven in een kerkdorp is schipperen voor een seculiere partij. “Ik geloof dat we invloed hebben”, zegt de vrouw die in het werkzame leven invalkracht is in het basisonderwijs. “Maar we zijn en blijven een minderheid.” Lubberink beschrijft hoe ze doorlopend de dunne lijn bewandelt tussen het tonen van respect en het voorkomen de ander voor het hoofd te stoten. “Iedereen heeft de vrijheid te geloven wat hij of zij wil”, zegt ze tolerant. “Maar als ik heel eerlijk ben dan zie ik dat onze partij sommige belangrijke onderwerpen niet heel hard aanslingert.” Lubberink haalt het voorbeeld aan van de politieke strijd die landelijk ontstond rond de weigerambtenaar. Binnen de Staphorster politiek is deze discussie destijds bijzonder mild verlopen.

“Het liefst wil ik dat het hier één groot feestje is”, verklaart Lubberink haar zachte optreden. “Zoals de meeste vrouwen kan ook ik slecht tegen ruzie.” Toch krijgt ze de laatste tijd vaker te horen harder te zijn geworden tijdens haar politieke carrière. “Ik ben egoïstisch genoeg om goed voor mezelf te zorgen en mijn mening naar voren te brengen”, laat ze lachend weten. Volgens Lubberink is de milde aanpak een PvdA-trekje binnen de gemeente Staphorst: “We kunnen overal wel tegenaan gaan schoppen maar daar bereiken we weinig mee. We houden graag rekening met de context.”

In Staphorst, tussen de velden en in de bossen, is die context zwaar gelovig. Lubberink woont al heel haar leven in de gemeente en houdt van de samenleving. “Het is hier goed leven”, meent ze. “Iedereen doet hier mee, niemand wordt buitengesloten.” Zo is er bijvoorbeeld de enkele homoseksueel die iedereen bij naam weet te noemen, maar door niemand op zijn geaardheid zal worden aangesproken. “Dat deel van die persoon wordt genegeerd in het dorp. Zo kan hij mee blijven draaien als een volwaardig mens.”

Ook Lubberink wordt door de Staphorsters gespaard. “Ik ben niet getrouwd en heb een vriend”, vertelt ze. “Niemand heeft het daarover. Dat ik niet getrouwd ben, wordt doodgezwegen.” Een enkele keer komt het voor dat ze meemaakt ontweken te worden vanwege haar politieke inzet. “Natuurlijk zeggen mensen dat niet tegen me, maar ik voel wel dat het gebeurt.” Doet dat geen pijn? “Nee hoor”, laat Lubberink weten. “Ik wil de SGP-vrouwen bijvoorbeeld ook niet onder de neus wrijven wie ik ben en waar ik voor sta. Voor hen is het ongemakkelijker dan voor mij.”

Over het algemeen weet de PvdA-lijsttrekker zich gerespecteerd: “Soms komen dorpsbewoners naar me toe om me te vertellen hoe goed ze het vinden dat er vrouwen in de lokale politiek meedoen.” Ze voelt zich serieus genomen tijdens de debatten en kan prima door één deur  met haar SGP-collega’s.

“Samen proberen we nu bijvoorbeeld een weg te vinden in het debat omtrent de seculiere samenleving”, zegt Lubberink. De Staphorster kerken zien de jongeren uit de banken verdwijnen. Niet alleen de kerk, maar ook de politiek maakt zich hierdoor grote zorgen over het welzijn van de jeugd. “Beide zijn bang dat de jongeren hun aansluiting in de maatschappij kwijtraken”, legt Lubberink uit. “Ze dreigen tussen wal en schip te vallen omdat ze op andere manieren naar hun identiteit moeten zoeken.” In de politiek van Staphorst weten ze een oplossing voor het probleem: ze willen een jeugdwerker aanstellen met een christelijke identiteit. De PvdA probeert zich nu hard te maken voor een neutrale jeugdwerker: “Het is toch niet voor niets dat ze niet meer in de kerk komen?”

Voor Lubberink is het duidelijk dat de ontwikkeling onder de jeugd in eerste instantie een probleem is dat bij de kerk hoort. “Voor de PvdA komt de leegloop in de kerken allereerst  op het bordje van de kerken zelf terecht. De rest van de politiek houdt zich sowieso graag bezig met dit fenomeen, maar wij vinden dat het pas een politiek probleem wordt als de kinderen identiteitsproblemen dreigen te krijgen.”

Zouden de ontkerkelijkte jongeren voor de PvdA misschien een kans in plaats van een probleem kunnen vormen? Wie weet worden zij in de toekomst de nieuwe PvdA-stemmers. “Zo eenvoudig is het niet”, glimlacht Lubberink. “De jeugd van Staphorst is bijzonder trouw aan haar wortels. Dat ze minder in de kerk komt, betekent niet automatisch dat ze de SGP of de ChristenUnie links laat liggen.”

Cecile-Hendriks

Cecile Hendriks

freelance journalist en godsdienstwetenschapper

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.