“Kijk, hier kom ik nu graag voor naar Nijmegen,” zei Manuela Kalsky aan het begin van haar lezing. “Hier zie ik een bijeenkomst die door verschillende geloofsgemeenschappen, zoals Het Augustijns Centrum de Boskapel en door verschillende initiatieven als het Vincent de Paul Center en de Raad voor religie en levensbeschouwing in het Huis van Compassie in Nijmegen is georganiseerd. Dat gaat over grenzen heen en daar vraagt onze samenleving die wordt gekenmerkt door diversiteit om.
Die opening sloot naadloos aan bij de droom die een van de deelnemers als slotakkoord formuleerde: “Zouden we hier in Nijmegen nu niet één plek kunnen maken, een open witte plek waar we in alle verscheidenheid onze hoop en zorgen kunnen delen, het leven kunnen vieren en vallend en opstaand ‘het goede leven voor allen’ tastbaar maken?”
Tussen deze opening en dit slot stelde gespreksleider Ekkehard Muth diverse vragen aan de orde. Hij werd daarbij stevig geholpen door de gretigheid waarmee het publiek zijn vragen aanvulde.
Oude tradities bieden een grote spirituele rijkdom maar wat kunnen we daarmee in onze huidige tijd? Zijn de dagelijkse ervaringen en veranderingen niet zo overrompelend, dat oude spirituele rijkdom niet meer als zingevende paraplu kan fungeren? Moeten we niet het leven zelf met al z’n gaven en opgaven zo serieus nemen dat we deze spiegelen aan de rijkdom van heel verschillende tradities? Jongeren hebben daar niet zo’n moeite mee. Ze leven en de meesten nemen dat verdraaid serieus en zoeken overal, ook in de rijkdom van tradities, naar wat van hun gading is.
Het is meer het probleem van 50+. Die generatie kent nog de rijkdom van de eigen traditie en vreest het verlies. Maar misschien vergeet ze wel te luisteren naar de verhalen, de hoop en de zorgen van zeker die mensen die buiten de boot dreigen te vallen. Zou een open oor niet de eerste ingang naar het onthullen van rijkdom kunnen zijn?
Hoe houden we de droom van ‘het goede leven voor allen’ tastbaar dichtbij brandend? Manuela Kalsky citeerde de componist Gustav Mahler: “Traditie is het doorgeven van vuur en niet het aanbidden van as!”,
“Dit is een rijk spoor; hier moeten we verder aan werken!” zeiden we tegen elkaar na afloop. “Er is iets nieuws begonnen, zie je het dan niet?”