Vóór Djalâl’ud-Dîn Rûmî, hebben mystici als Faridu’d-Dîn al-Attâr, Hakîm as-Sanâí en Ibn ‘Arabî, net als hij, in hun leerdichten een opening gemaakt naar het uitzonderlijke individuele moment van in gesprek zijn met Allah. Hieronder een voorbeeld van wat Allah tegen ons zou zeggen als hij door ons kon worden gehoord. Of: als we zouden luisteren.
Luister, O innig geliefde
Ik ben de werkelijkheid van de wereld
Het Centrum van al wat ons omringd
Ik ben de delen en het geheel
Ik ben de wil tussen hemel en aarde
Ik heb bewustzijn in jou geschapen
Om dát het doel te laten zijn van Mijn waarneming
Als je Mij waarneemt besef je jezelf
Maar je kunt Mij niet waarnemen door jezelf
Het is door Mijn ogen dat je Mij en jezelf kunt zien
Door jouw ogen kun je Mij niet zien..Innig geliefde!
Ik heb je zo vaak geroepen en je hebt Mij niet gehoord
Ik heb Mezelf zo vaak aan jou getoond
en je hebt Mij niet gezien
Zo vaak heb ik Mijzelf ‘geur’ gemaakt
en je rook Mij niet.
Zo vaak was Ik de ‘smaak’ in jouw voedsel,
maar je hebt Mij niet geproefd.Innig geliefde!
Waarom kun je Mij niet bereiken, wat je ook aanraakt?
Of Mij inademen door heerlijke parfums?
Waarom zie je Mij niet? Waarom hoor je Mij niet?
Waarom overtreft Mijn extase alle andere extase
en overtreft de vreugde die Ik verschaf alle andere vreugde?
Mij kun je herkennen uit alle goede dingen
Ik ben Schoonheid! Ik ben Genade!
Heb Mij lief. Hou alleen van Mij!
Hou van jezelf in Mij. In Mij alleen.
Verbind je aan Mij,
Niemand is meer naar binnen gericht dan Ik.
Anderen hebben jou lief voor zichzelf
Ik heb jou lief voor jouzelf. En jij? Jij vlucht voor mij!Innig geliefde!
Ibn ‘Arabî
Als je dichtbij Mij komt
Is het omdat Ik dichtbij jou kom
Ik ben dichter bij jou dan jij bij jezelf
Dan je ziel, dan je adem.
Wie onder de schepselen behandelt jou als Ik?
Ik laat niemand tussen jou en Mij komen.
Ik wil dat je van niemand anders bent; ook niet van jezelf
Wees de Mijne, wees voor Mij, zoals je in Míj bent
Zonder je dat bewust te zijn …
Rumi voor vandaag en morgen
Om Rumi in deze tijd te plaatsen is niet zo moeilijk. Hij heeft zich al over acht eeuwen heen met zijn visie en taal in de hele wereld gemanifesteerd. Van de werkelijkheid van zijn wereld zoomen we in op de ongelijkheid die wereldwijd extreme vormen aanneemt. Net als in de tijd van Rûmî bewegen er strijdende partijen door de moslimwereld. In zijn tijd waren dat de Mongolen en de Kruisvaarders, in onze tijd de IS-barbaren en wat je misschien de geallieerde strijdkrachten kunt noemen. En wat een taalverschil als je het over ‘de toestand in de wereld’ gaat hebben.
Ook in de dertiende eeuw was het de vraag hoe het nou is om een heilige stad te zijn. Kruisvaarders en mongolenstormen vormden de achtergrond voor ‘heilig’ leven. Misschien kun je ‘heiligheid’ en ‘heelheid’ beter niet benoemen, of aan een plaats of tijd verbinden. Jeruzalem was er nog het best aan toe in de eeuwen dat Palestina onderdeel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Jeruzalem is heilig voor de drie monotheïstische wereldgodsdiensten. Dat de aanhangers van deze religie allemaal dezelfde God vereren, namelijk die van Abraham, dat zij geloven dat er naast deze God geen andere bestaat, brengt hen niet bij elkaar. Integendeel, zij verlangen elk voor zich het exclusieve recht op Jeruzalem. [1]
Terecht wordt vanaf het seculiere wereldplatform gezegd dat het láátste wat we kunnen gebruiken, een westerse mogendheid is, die zich nadrukkelijk uitspreekt over de status van Jeruzalem en vertelt welke wereldgodsdienst er de dienst mag uitmaken. De gewone inwoners van Jeruzalem hebben het al moeilijk genoeg. Niemand is gediend bij atheïstische rants of borstklopperij over het rationalisme dat onze samenleving zou kenmerken. Met neerbuigendheid en het vieren van de eigen voortreffelijkheid heeft nog nooit iemand vrede gesticht. Ronen Bergman, senior correspondent voor militaire zaken en inlichtingendiensten voor de grootste krant van Israël, Yedioth Ahronoth, en voor The New York Times Magazine, waarin hij schrijft over intelligence, national security, terrorism, and nuclear issues, (wat een beroepsdeformatie moet dat teweeg brengen) zegt hierover: ‘Politieke praatjes over Jeruzalem hebben steeds weer bewezen dat woorden tot actie kunnen leiden. Het verliezen van hoop is een van de ergste voedingsbodems voor geweld en een nieuwe intifade.’
Geloven in Amsterdam
Van Jeruzalem naar Amsterdam, van Makam naar Mokum. [2]
29 november dit jaar werd een bijeenkomst Geloven in Amsterdam gehouden in de Zuiderkerk. 38% van de Amsterdammers voelt zich verwant met een godsdienst of levensbeschouwelijke stroming; 17% met het christendom en 13% met de islam. Subsidiëring van activiteiten van moskeekoepels of migrantenkerken is mogelijk, zolang de activiteiten binnen de beleidsdoelstellingen van de overheid passen, de ene religieuze groepering geen voorrang krijgt boven andere, en gelijksoortige activiteiten van niet-religieuze organisaties. Veel organisaties en instellingen met religieuze wortels doen vanuit hun overtuiging op de meest uiteenlopende manieren maatschappelijk werk. Het leeuwendeel van dat werk gebeurt op vrijwillige basis. Met dat maatschappelijk vrijwilligerswerk besparen alleen al de 475 geregistreerde moskeeën in Nederland volgens onderzoek van Oikos de samenleving jaarlijks ruim 150 miljoen euro. [3]
Van geloven in Amsterdam zoomen we in op eenzaamheid: één op de acht Amsterdammers is ernstig eenzaam. Nog eens 220.000 Amsterdammers voelen zich matig eenzaam. 25% van deze eenzame Amsterdammers, jong en oud, heeft een Turkse achtergrond. Dat blijkt uit de monitor van de Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam (GGD). Over eenzaamheid onder Turkse Amsterdammers is, los van deze cijfers, nog weinig bekend. Hoe ontstaat eenzaamheid onder deze doelgroep? En belangrijker: wat kunnen we doen om eenzaamheid onder Turkse Amsterdammers te verminderen? Waarbij de vragen zijn: Wat is eenzaamheid? Wie hebben er last van? Wat kunnen we er tegen doen? Wat werkt? En wat werkt niet? [4]
Eenzaamheid laat je vragen:
O God! Waarom schiep U mij, als U mijn Schepper bent?
En laat je wegzinken in verdovende gedachten..
Tot de stem van de werkelijkheid antwoordt:‘O gevangene van de tijd!
Ik was een verborgen schat van liefde en vrijgevigheid,
En wilde dat die schat bekend zou worden,
daarom schiep ik een spiegel.
Haar glimmend oppervlak is je hart.
Haar donkere achterkant is de wereld.
Haar achterkant schenkt vreugde
als je haar voorkant nooit hebt gezien.Gedenk God zoveel dat je jezelf vergeet.
Rumi
anders word je door Hem vergeten.
Laat de aanbidder en de aanbedene verdwijnen;
Ga op in de oerklank van je aanroep.
Voorlezen
In samenwerking met openbare leeszalen en bibliotheken gaat men bijvoorbeeld bij vereenzamende mensen thuis voorlezen.
Bibliotherapie dus. Wat dat is? De term bibliotherapie is ontstaan vanuit het idee dat ‘lezen’ de gevoelswarmte, de houding en het gedrag van een persoon kan beïnvloeden en op deze manier bijdraagt aan een persoonlijke ontwikkeling. Zo zouden we door te lezen onze gevoelens leren herkennen en uiten en inzicht ontwikkelen in de tekst van bijvoorbeeld de Masnawî van Mevlana Djalâl’ud-Dîn Rûmî en die verbinden met ons eigen leven.
Een imam zei tijdens zijn preek in de moskee: ‘Moslims tellen het aantal keren dat ze met hun tasbîhs de schone namen van Allah reciteren, maar niet het aantal holle woorden en loze kletspraatjes, of zoals de Koran zegt: ijdele gesprekken of zondige taal. Laat daarvoor in de plaats de taal van de liefde horen en zeg vooral: ‘vrede met jou, vrede.’ Met het veranderen van je taal kun je het dagelijks leven dus een beetje paradijs op aarde maken.
Om dat waar te maken zegt Mevlana Djalâl’ud-Dîn Rumî:
Verklaar de djihad aan dertien vijanden die je niet kunt zien: egoïsme, arrogantie, ijdelheid, eigenbelang, begeerte, lust, intolerantie, woede, liegen, bedriegen, roddelen en lasteren. Als je die dertien kunt overmeesteren of verslaan, ben je misschien wat beter in staat de angst en eenzaamheid in het dagelijks leven – die je wél kunt zien – in de ogen te kijken..
Rumi
Wat Rûmî doet is daarvoor de taal aanleveren; taal die ons in staat stelt uit een bestaand kader of theoretisch model te breken, wat verfrissend kan werken tegenover de manier waarop we verklaard, voorspeld en gestuurd worden door zogenaamde deskundigen, journalisten en politici. Onze gerichtheid op een beperkende of beangstigende actualiteit zoals islamofobie of moslimhaat, kan daarmee worden overstegen. En daartoe kan taal ons in staat stellen. Want het tegenovergestelde werkt ook.
Nú zie je een enorme verharding in de taal wanneer de islam en moslims worden besproken. Bij het noemen van djihadisten of terroristen, wordt ‘radicale’ vóór het woord islam al weggelaten. De nuance wordt daarmee de nek om gedraaid.
We hebben de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staan, maar alle partijen lijken soms te vergeten hoe we – juist als zaken dreigen te escaleren – met die vrijheid om moeten gaan. Veel mensen voelen zich in toenemende mate en op verschillende levensterreinen onveilig. Men maakt zich zorgen over de vluchtelingenproblematiek, er is angst dat we onze culturele identiteit kwijtraken. En hoe gaan we om met onze privacy? Moeten we juist meer persoonlijke gegevens openbaar maken of moeten we hier voorzichtig mee zijn? Als je voortdurend boosheid of verongelijktheid tegenover je treft, dan zal er niet veel openheid zijn. Het hangt er ook vanaf wie je ontmoet, met wat voor sleutelfiguren en bronnen je te maken krijgt. Laten we daarom kijken naar de bronnen die we hebben. We dienen die bronnen te bevrijden uit hun tijd- en taalgebonden gevangenis en te vertalen naar het hier en nu. [5]
Van tabaddul naar tabattul
Om uit een bekrompen denkkader te worden bevrijd naar een nieuw verstaan, bevrijdt Rûmî de geketende taal van de dogmatische cliché’s. Hij maakt het privégesprek in eigen woorden tussen God en de mens mogelijk. Zoals de Koran zegt: Daarna verwisselen Wij het boze met het goede … en zullen hen na hun vrees, vrede en veiligheid geven.[6] Dit kan leiden tot een vertrouwensrelatie met je Schepper, die door de Koran tabattul volledige toewijding en overgave wordt genoemd.[7] We kunnen daartoe twee wegen bewandelen: de horizontale en de verticale. De horizontale is die van je relatie met ieder ander. En de verticale is je relatie met je Schepper. Eerst een aanzetje voor de horizontale.
In 2018 staan alle inwoners van Nederland voor een keuze: wél of niet investeren in elkaar.
Onze levensbeschouwingen en wereldbeschouwingen kunnen we niet geïsoleerd van de dagelijkse werkelijkheid in aparte vakjes parkeren. Wíj vormen de samenleving. Dat betekent dat we van elkaar op de hoogte zijn. Dat we bijvoorbeeld de urgentie van een gezamenlijke visie op ecologie en economie inzien. Als we elkaar kennen en van elkaars intenties op de hoogte zijn dan heeft bijvoorbeeld ‘nepnieuws’ een veel kleinere kans. De interpretatie van ‘de democratische rechtsstaat’ en die van ‘de islam’ hebben elk hun eigen dynamiek. Beide systemen zijn voortdurend in beweging. Nu worden vaak de mensen die het hardst schreeuwen van beide systemen in de media en de politiek met elkaar in gesprek gebracht. Want dan heb je geheid vuurwerk. Het gevoel van onveiligheid dient te worden bestreden. Daar heb je bijvoorbeeld als moslim, maar natuurlijk als mens, een gedeelde verantwoordelijkheid in. Dat wat goed en kwaad voor jou is, is het ook voor mij. Het is niet zo dat een andere groep een heel ander waardenstelsel naleeft. Zeker niet wat betreft veiligheid en vertrouwen. Mijn advies voor 2018 is daarom: investeer in elkaar en leer elkaar kennen. [8]
Van horizontaal naar verticaal, van tabaddul naar tabattul, dan zijn we weer Alleen met de Ene, onder vier ogen.
Ontzelf jezelf
Ik keek naar de kleinste dingen
en zag ze wervelen en bidden.
Ik keek naar de grootste dingen
en zag ontelbare menigten sterren
– niet te bevatten, zoveel..
draaiend om hun as … reikend
naar hun Schepper … en ik nam deel.Door onvoorwaardelijke liefde met de wereld te delen
redden we mensenlevens
en brengen we de uitstralende gevoelens
van de schepping op een hoger plan.Terugkijkend op mijn leven
zie ik dat alleen Liefde
mij trouw is gebleven.
Belangeloosheid voelt bemind te worden.
Overgave kan worden bereikt door ons ego
te annuleren; nietig te verklaren; teniet te doen
in iets te laten overgaan hoger dan en buiten zichzelf.
Laten we weigeren vijand te zijn: onze vijand is de haat.
Ik kijk kritisch naar jou omdat ik van je hou.Voorbij goed en kwaad …
Rumi
… is een veld …
Laten we elkaar daar ontmoeten.
Voetnoten:
- Volgens de Hebreeuwse Bijbel kocht Profeet Koning David (Dawûd a.s.) een perceel op de Tempelberg om er een altaar op te richten, en bouwde Profeet Koning Salomo (Suleymân a.s.) er de eerste Tempel. Voor moslims en christenen is Jeruzalem de stad waar Jezus (‘Isâ a.s.) de laatste jaren van zijn leven indrukwekkende dingen heeft gedaan, gezegd en meegemaakt en waar hij volgens christenen werd gekruisigd, uit zijn graf is herrezen en vanaf de Olijfberg zijn hemelvaart beleefde. De Arabische naam van Jeruzalem, Al-Qoeds, betekent Het Heiligdom, omdat de Rotskoepel, vanwaar de profeet Mohammed zijn hemelreis maakte, en de Al-Aqsamoskee op de Tempelberg de belangrijkste islamitische centra zijn na Mekka en Medina.
- Het woord Mokum stamt uit het Hebreeuws en betekent ‘plaats’ of ‘stad’ (Hebreeuws: Maqom מָקוֹם). Via het Jiddisch (mokem) is het in het Bargoens terechtgekomen.
- Uit: Republiek Allochtonië. Roemer Oordt.
- Om daar achter te komen worden gesprekken gevoerd met beleidsmakers, wetenschappers en ervaringsdeskundigen (eenzamen) uit de Turks Amsterdamse gemeenschap, door Salih Türker, Projectleider Turkse Ouderenraad Amsterdam; Mustafa Ayranci, voorzitter van HTiB; en Tineke Fokkema, onderzoeker bij Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en mensen die er professioneel of vrijwillig in de praktijk mee te maken hebben. Door informerende en inspirerende themabijeenkomsten, wordt geprobeerd meer inzicht te krijgen in eenzaamheid. Het doel van deze bijeenkomsten is om gedurende het jaar een gezamenlijke aanpak eenzaamheid te ontwikkelen, samen met alle partners in de stad.
- Met taal kunnen we de wereld maken en breken, zegt Welmoed Vlieger, filosoof, spreker, publicist en begeleider van kloosterweekenden rond filosofische denkers en hun betekenis in onze tijd.
- Koran 2:59; 7:95; 27:11; 24:55
- Koran 73:8
- Maatschappelijke Trends voor 2018. Kennisplatform Integratie & Samenleving
Je brengt heel wat aan de orde in dit artikel, Abdulwahid, maar een ‘ long read’ mag wel eens in de tijd de korte berichten.
Op een paar punten wil ik in gaan.
* Je citaten van Rumi zijn prachtig maar ik heb begrepen dat de teksten van soefi’s niet los gezien moeten worden van de meer wettische aspecten van de Islam, dat het er om gaat deze te integreren.
* Je twijfel over het als ‘heilig noemen van sommige steden als Jeruzalem deel ik. Steden zijn dingen en dus sowieso niet heilig, en het roept alleen maar ellende op.
* Ronduit jammer vind ik je uitspraak “Niemand is gediend bij atheïstische rants of borstklopperij over het rationalisme dat onze samenleving zou kenmerken.” Waar is dit negativisme nou voor nodig?
* Dan die eenzaamheid. Misschien moet die juist beoefend en gecultiveerd worden? Ik ben het eens met Grünberg die in een ‘Voetnoot’ in de Volkskrant twijfelt aan het beleid om de eenzaamheid te stoppen. Misschien is het lijden aan eenzaamheid wel minder groot dan niet effect van het willen bestrijden er van.
Behalve het ‘investeren in elkaar’ wat jij benadrukt moet m.i. ook de kunst van het langs elkaar leven beoefend worden.
Bedankt beste Joop Romein voor de aandacht.
Soefimeesters als Rumi en Ibn Arabi, van wie het eerste citaat is, hebben juist geprobeerd mensen te bevrijden uit de ketenen van de dogmatiek en de wet en regelgeving, om zodoende tot een individuele gewetensvolle spiritualiteit te komen. Zij waren in hun eigen tijd en ruimte daarom behoorlijk omstreden.
Mijn uitspraak over rants of borstklopperij over rationalisme was een citaat. Iemand trof mij daarmee en ik stemde in, maar ik lever daar liever niet veel van in. Waarschijnlijk had ik voor het evenwicht moeten zeggen: ‘net zoals de vrome rants en borstklopperij die delen van de moslimsamenleving kenmerken, waarbij ik bij beide partijen sterk aandring op zelfreflectie. Kritiek op zelfingenomenheid is geen negativisme maar aandringen om elkaar op een middenveld van wijsheid te ontmoeten.
Ik geniet ook van Grünbergs taligheid en onverwachte invalshoeken, maar voor hem is eenzaamheid en langs elkaar leven een bron van inspiratie en creativiteit. Met zo’n opmerking in een voetnoot toon je weinig empathie voor mensen die werkelijk lijden onder een gebrek aan zielsweerklank in de laatste jaren van hun leven.
Dank je wel, Abdulwahid, voor dit …
Ik zal het lezen, herlezen en meenemen als stof ter overdenking en om eruit te putten.
Die laatste alinea lijkt vertaald vanuit het iets poëtischere werk van Barks en anders is het net als zijn werk meer een kwestie van interpretatie of vertolking dan van vertaling van het werk van Rumi. Barks vertolkte Rumi ook niet vanuit het originele werk. Hij kan zelfs helemaal geen Farsi (Perzisch) lezen of schrijven en zette in plaats daarvan negentiende-eeuwse vertalingen (en vertolkingen) om in Amerikaanse proza en poëzie met minder duidelijke verwijzingen naar islamitische teksten. Veel westerlingen ‘vertalen’ tegenwoordig uit zijn hergeformuleerde Victoriaanse vertalingen en uit vertolkingen van anderen en verbergen Rumi’s toewijding aan Islam en de overduidelijke inspiratie uit de religieuze teksten, die in het origineel zo duidelijk is.
Rumi gebruikte de Quran, Hadiths en de religie op een verkennende manier en daagde vaak de conventionele interpretaties uit. Zijn beroemde werk Mathnavi bestaat vrijwel uitsluitend uit poetische interpretaties van Quranverzen en religieuze teksten. De laatste alinea van dit artikel klinkt bij Barks als volgt: “Out beyond ideas of rightdoing and wrongdoing, there is a field. / I will meet you there.” De originele versie spreekt niet van “rightdoing” en “wrongdoing” of “goed” en “kwaad” zoals in dit artikel. De woorden die Rumi schreef waren iman en kufr (religie/waarheidsgeloof en misrepresentatie van/ontrouw aan de waarheid). Hoewel de nieuwe woordkeuze waarschijnlijk ook gericht is op het bereiken van een groter publiek, is het jammer dat hier net als bij velen voorheen gekozen is om de Islam uit de tekst te verwijderen. Wat veel moderne moslims radicale opvattingen vinden, voert vaak terug op de interpretaties van Rumi van meer dan zevenhonderd jaar geleden en de originele bedoeling gaat soms een beetje verloren.
Hij was een islamitisch-rechtsgeleerde, maar wel eentje die soms graag op de rand van het doorgaans toelaatbare balanceerde, en daar gaandeweg zijn carriere wat grotere risico’s mee nam. Moderne representaties doen het vaak overkomen alsof hij volledig buiten dat gebied opereerde en dat doet hem geen recht. Zo krijgen ook veel volgelingen van zijn inzichten een verkeerd idee van de basis van zijn werk, terwijl mensen die die basis delen er vaak wat anders uithalen. Dat effect hebben de originele teksten veel minder. Dat is een en al verwijzing naar de religieuze teksten van Islam, maar fans die geen Farsi spreken of lezen krijgen zelden hetzelfde voorgezet. Het is een keuze en dat staat mensen vrij, maar ik had liever dat bewerkingen wat minder vaak vertaling heetten. Wie Rumi’s naam eronder zet, zou ook op dichterlijke vrijheden van de vertaler kunnen wijzen.