Deze zomer wordt in verschillende steden in Nederland en daarbuiten Pride gevierd. Dit is een kleurrijk feest, waarvan de nadruk ligt op gelijkheid en acceptatie, vooral die van de lhbtqia+-gemeenschap. Daarnaast dient het als zichtbaar protest en als herinnering dat gelijkheid nog lang niet overal bereikt is, zelfs niet in Nederland. Wat houden gelijkheid en acceptatie eigenlijk in?
Broos Lammes en zijn vader Ronald Giphart schreven een boek met als titel Dat maakt ons helemaal niets uit. Dat was Ronalds reactie toen zijn zoon vertelde dat hij op jongens valt. Dit lijkt op het eerste gezicht een heel ruimdenkende en open opstelling, maar het gaat wel voorbij aan de jarenlange worsteling van Broos die eraan voorafging. Reageren wij niet ook vaak met de boodschap dat het ons helemaal niets uitmaakt? Of dat iedereen het zelf maar moet weten, soms zelfs met de onuitgesproken toevoeging ‘als ik er maar geen last van heb’?
Werkelijk de ander accepteren betekent ook dat je je verdiept in de worsteling van de ander naar zelfacceptatie. Opgroeien in een maatschappij waarin heteroseksueel en cisgender de norm is, kan heel beknellend zijn voor jongeren die zich anders voelen dan deze norm, of die nog niet zo goed weten hoe ze zich voelen.
Gevoelde onveiligheid
In het huidige klimaat van polarisatie en conservatisme staat de vrijheid om jezelf te worden en te zijn onder druk. Er zijn tal van voorbeelden – zowel in binnen- als buitenland – van intolerantie jegens de lhbtqia+-gemeenschap¹ en van gevoelde onveiligheid: in de VS worden de rechten van transpersonen beperkt en DEI-programma’s afgeschaft. En in Nederland zijn de afgelopen jaren verschillende gaybrapaden (zebrapaden in regenboogkleuren) beklad of vernield.
Ook op ander gebied neemt intolerantie toe en staat inclusief denken onder druk: invloedrijke YouTubers die vrouwen als minderwaardig beschouwen⁴, toenemend antisemitisme, vluchtelingen die zich in Nederland niet meer welkom voelen en van alles de schuld krijgen. Ook jij kent vast voorbeelden uit de eigen omgeving. Laten we dit gebeuren? En waar stopt deze toenemende tendens tot intolerantie?
Hier ligt een stevige verantwoordelijkheid voor ons allen en niet in het minst voor apostolischen. Zij geloven immers dat al het leven uit één bron voortkomt en dat in verbinding leven de sleutel is tot een zinvol en betekenisvol leven. Dit houdt ook in de ander accepteren zoals die is en hem, haar of hen onvoorwaardelijk liefhebben. Dat gaat niet vanzelf en vraagt oefening in goed kijken. Kunnen we kijken naar dat wat ons verbindt en ons overstijgt, zoals de oma van Lorenzo?
Laten we onszelf blijven bevragen en uitdagen, het gesprek blijven voeren. Over wie we zijn, en wie we willen zijn. Over hoe we naar de ander kijken, en naar onszelf. Over wat we vanzelfsprekend vinden. Over onze eigen blinde vlekken. Want hoe vanzelfsprekend is het eigenlijk dat we inclusief zijn? En als het écht vanzelfsprekend is, durven we dan ook op te staan als dat ter discussie komt?
Ambassadeurs
We hebben ambassadeurs nodig. Mensen die hun stem laten horen, juist voor wie zelf vaak niet gehoord wordt. Want diversiteit is geen gevaar. Het is een kracht. Een samenleving die ruimte geeft aan verschil, is een samenleving die leeft, die ademt, die groeit. Dus laten we een samenleving zijn waarin iedereen zich gezien en veilig mag voelen. Een samenleving van ambassadeurs – van diversiteit, van liefde, van rechtvaardigheid.