De thema’s ‘migranten’ en ‘overheersing door externe entiteiten’ zijn niet vreemd in de geschiedenis van Nederland. Tijdens de vervolgingen in het Romeinse Rijk zijn veel mensen, onder andere christenen, gevlucht naar wat we nu Nederland noemen. Op de voet gevolgd door monniken die politieke instructies hadden toen het christendom staatsgodsdienst werd.

Migranten kwamen de afgelopen eeuw om economische en religieuze redenen naar Nederland. Volgen nu weer hun leiders op de voet? Van ‘habijt’ naar ‘mustahabb’? De angst voor een nieuwe kerstening is aanwezig. Omdat we het immers al een keer hebben meegemaakt.

Hoe gaan we om met die angst? Angst moet je onder ogen zien. Soms met andere ogen bekijken. Maar hoe doe je dat – kijken met andere ogen?

Inheemse bronnen

Nicolas Standaert biedt een methode in zijn onderzoek naar het christendom in China. Een ‘bottom-up’ methode, zoals dat zo mooi heet. Deze methode houdt in dat het christendom in China niet bekeken werd vanuit Rome en de elite, maar vanuit het Chinese volk zelf. Ik wil kerstening van Nederland dus ook bekijken vanuit inheemse volksbronnen.

Wie kijkt vanuit Rome komt uit bij Tacitus. We lezen dan dat de inheemse bevolking voornamelijk als primitief wordt beschreven. De archeologische vondst van het meisje van Yde bewijst het tegendeel. Zij was gehuld in een tweekleurige mantel die bestond uit minimaal zes stukken geweven textiel.

En wat dacht u van het volgende citaat uit de hagiografie van Willibrord: ‘Toen dus de eerbiedwaardige man eens zoals gewoonlijk op een missiereis was, kwam hij bij een zekere plaats waar nog een heiligdom van het oude bijgeloof stond. Toen de man Gods dit in zijn vurige ijver verbrijzelde voor de ogen van de bewaker van dit heiligdom, sloeg die, in zeer grote woede ontstoken, alsof hij het onrecht zijn god aangedaan wilde wreken, in een opwelling van zijn waanzinnige geest met zijn zwaard op het hoofd van de priester van Christus. (…)’

Omkering

De tekst is geschreven in het voordeel van Willibrord. Willibrord is de eerbiedwaardige man en priester van Christus. De bewaker van het heiligdom komt er bekaaid vanaf met zijn waanzinnige geest en oude bijgeloof. Maar laten we nu even met onze voeten op de grond gaan staan naast de bewaker. We staan in het Nederland van lang geleden bij een heiligdom. In de wetten van die tijd stond de doodstraf op het schenden van een heiligdom. Opeens komt er een vreemdeling op ons af. Vanuit het niets slaat hij ons heiligdom aan gort. Beetje vreemd toch? Terecht dat de bewaker zijn heiligdom beschermt. Want dat is wat hij doet. De hagiografie keert de zaken om.

Toen de heilige bomen tijdens de kerstening werden omgehakt, verzuchtte ene Libanius dat de ziel uit het landschap gehaald werd. Toen koningin Maxima zei dat de Nederlander niet bestaat, legde zij de vinger op precies dezelfde plek.

Khadija Arib vraagt van nieuwkomers om doorzettingsvermogen, om geduld, om nieuwsgierigheid, en betrokkenheid bij de nieuwe omgeving. Dat kan alleen als nieuwkomer en samenleving kennis hebben over de geschiedenis van hun omgeving. Dat betekent ook dat we de pijn van een zeer ver verleden onder ogen zien. Dat betekent dat we voorbij de veelgebruikte term “joods-christelijke cultuur” kijken. Als je bedenkt dat de oudste archeologische sporen van mensen in Nederland 250.000 jaar oud zijn, dan zou het vreemd zijn de Nederlandse identiteit te verengen tot alleen iets joods-christelijks. In Nederland is veel meer moois te beleven. Resten van Mithrastempels langs de Rijn. Een Nehelennia tempel in Zeeland. Recente archeologische opgravingen in Dalfsen. Een heilige boom in een kerkgebouw.

Liefdesregel

De vraag van Arib om compassie is wezenlijk. Laten we huilen om de ontwortelde bomen. Om dat wat verloren is gegaan. Om de Utrechtse doopbelofte die de inheemse bevolking tijdens de kerstening dwong tot doop of dood. Zoals we huilen om de Tweede Wereldoorlog in ons land. Dat nooit meer.

Maar laten we de liefdesregel van Christus omarmen. Die regel over God liefhebben en de naaste als jezelf. Een wezenlijke kern in vele levensbeschouwingen. Waarin de boodschap verborgen ligt dat je van jezelf mag houden. Wanneer we compassie voelen voor het verleden van de Nederlandse bodem is er compassie mogelijk richting de toekomst. Dan durven we een exclusieve term als joods-christelijke cultuur open te breken richting de nieuwkomers.

Compassie voor het verleden leidt tot een uitgestoken hand en begrip. Biedt een opening om telkens weer de vraag te stellen op welke wijze de Nederlandse cultuur en de culturele en religieuze achtergrond van nieuwkomers met elkaar verenigbaar zijn en elkaar aanvullen. Het beste antwoord op angst is dus in de eerste plaats compassie.

Bron: www.youtube.com
Susanna-Kamminga

Susanna Kamminga

Susanna Kamminga is jurist en geestelijk verzorger. Zij heeft van 2004 tot en met 2010 gewerkt bij het Openbaar Ministerie. Van 2010 tot en …
Profiel-pagina
Al 3 reacties — praat mee.