Voorzichtig knisperde ik elk blaadje om. Dat mocht. Want de twee zondagse preken waren voor mijn zesjarige oren moeilijk te volgen, ook al ging ik reeds sinds mijn peutertijd ter kerke.
Al bladerend kwam ik woorden tegen die ik fonetisch al vanaf de box kende: Ge-na-de. Recht-vaar-dig-heid. Barm-har-tig. Ik stuitte op het woord HEERE en had sterk de indruk dat het verkeerd gespeld was, maar daar waren de meningen over verdeeld, bleek later.
Thuis las mijn moeder tussen de middag voor uit een kinderbijbel, sober voorzien van piepkleine zwart-wit plaatjes. Net te klein om gereformeerd incorrect te zijn. Alleen Jezus was nergens te vinden. Van Hem mocht geen gesneden beeld gemaakt worden. Net zomin als van Zijn Vader uiteraard.
Het woord stond centraal. Thuis, op school en in de kerk.
Toch werd mijn zachte goud op-snee-schatje hiermee geen open boek. Want waar was Jezus? Wie was God?
Maar in plaats dat ik het leren kinderbijbeltje toen maar ging strippen om er rookwaar van te maken, kwamen er steeds meer bijbels bij.
Antiquarische koopjes, exotische vertalingen. Ook aaibare exemplaren. De maker van de Bijbel met impressies-Vincent van Gogh en zijn tijdgenoten betrapte mij toen ik de zachte kaft van dit onweerstaanbare werk stond te strelen. Hij fluisterde zacht in mijn oor: “Steek jij die maar in je tas.”
Zo staat deze rijk geïllustreerde schat op mijn heilige plank tussen de koran, de thora, de veda’s, het Tibetaanse dodenboek en al die verschillende bijbels. Het kleine gouden bijbeltje ligt bovenop het Tibetaanse boek van Leven en Sterven.
Daar staan de heilige boeken elkaar te besnuffelen en af te tasten.
Soms is het net alsof de houten plank kreunt onder zoveel weelde.
Dan haal ik er maar eentje uit de kast om de plank te ontlasten en ga weer knisperend bladeren.
Nu blijkt het woord niet alleen vlees te zijn geworden in dat kleine kerkgenootschapje van mijn jeugd.
Op alle hoeken der aarde, door eeuwen heen heeft dezelfde mantra geklonken. Onhoorbaar soms, verdrukt, gebutst, onbegrepen of veronachtzaamd. Maar altijd suizend als het briesje van Elia. Koel en teder, onverstoorbaar licht en lacherig. Nu aanzwellend tot een veelstemmig klaterend koor hier in mijn boekenkast:
“Wat jij wilt dat jou geschiedt, doe dat een ander!”
Onwillekeurig ben ik maar bij de plank gaan knielen als een klein meisje bij haar ledikant.
De exotische boeken waar ik vroeger geen weet van kon hebben blijken nu zo gul voor mijn gouden bijbeltje. Voor de tale Kanaäns die ik wel spreken maar niet begrijpen kon.
De andere boeken vertellen mij wat Jezus aan het kruis zei toen Hij Zijn Vader vergeving vroeg voor zijn kwelgeesten: “Als een mens werkelijk zou beseffen wat hij een ander aan deed, zou het niet in zijn hoofd opkomen.”
We zijn niet slecht, maar in de war.
We vergeten vaak dat we leden van hetzelfde lichaam zijn. Dat we elkaar tot een hand en een voet kunnen zijn.
Hoe dom zou een hand zijn als hij zijn mond niet voeden zou?
“Word wakker, gierige hand, je bent in de war. Het is onwijs om niet gul te zijn,” fluistert de geïllustreerde aai-bijbel.
De bladen van de andere heilige boeken knisperen instemmend:
“We hebben maar één keuze: Liefhebben, zoals je zelf wilt worden liefgehad.”
Ik pak het gouden bijbeltje van z’n Tibetaanse drager. Wat moet ik dan nog met al die gruwelverhalen uit het Oude Testament?
“Ach, je rookt toch niet meer?”, antwoordt het boeddhistische boek laconiek.
“Laat lekker zitten.”
“Ja, moet je mij zien”, grijnst de koran.
De boekenplank trilt.
“En die gekke sprookjes in het midden van mij!”, giechelt de derde veda.
Mijn levenslange liefde op gouden snee glanst in het zonlicht. Ik open het zachte leer en lees het onverstoorbare handschrift van mijn grootvader:
“Ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.”
Op 28 april 2018 vindt in Heeswijk de bijeenkomst ‘Verwonderd dwalen langs ’s Heren wegen’ plaats met medewerking van Annemiek Schrijver, Herman Finkers en Hein Stufkens. Een gesprek over God en geloof naar aanleiding van het nieuwe boek van Annemiek Schrijver: Van het padje. Verwonderd dwalen langs ‘s Heren wegen. Klik hier voor meer informatie.
Bij Annemiek Schrijver, die ik bewonder vanwege haar goede interviews op tv, krijg ik altijd het gevoel dat ze niet kan kiezen. Ze vindt het allemaal wel OK en mooi, alles is van waarde en niets moet worden afgelegd. Maar: heeft ze dan echt geen basistraditie waaraan ze wil vasthouden?
Annemiek heeft talent om de kijkers een blik te geven in het binnenste van de mensen die zij interviewt in Het Vermoeden.
Ik bewonder dat zeer in haar. Dat is ook het enige wat ik weet van Annemiek. Als oudere man mag ik inmiddels wel hardop zeggen dat ik het een leuke en boeiende vrouw vind. Zij probeert altijd een blik te werpen achter de horizon en dus op het voor ons mensen niet waarneembare…Dat intrigeert mij in haar. Ik zou wel eens willen weten of zij gelooft in GOD en of dat geloof zich uitsluitend zetelt in haar hoofd of in hoofd en hart? Ik kan niet zeggen dat het bij mij altijd in mijn hart nestelt. Ik ben benieuwd hoe zij hierover denkt? Misschien hoor ik nog eens wat. Ik ben geduldig en hoop nog even de tijd te hebben om een antwoord te vinden of te krijgen.
Wat een heerlijke column. Ten dele zelfs herkenbaar. Het zou een verhaaltje voor het slapen gaan kunnen zijn. Ruimte scheppend en troostend , voor waar het nu eigenlijk werkelijk om draait. Alle mooie, ja ook de heilige, boeken, incl. die met de sprookjes mogen meedoen in de dans van de liefde. Wie zou er niet verheugd worden, om aan die dans mee te doen?
Kom, beide medereageerders, waarom je afvragen wat er bij of in de ander ( in dit geval de schrijfster van de column ) omgaat…….wát wil het zeggen te geloven in God en waar die te vinden zou zijn? Wie weet zit Hij/Zij wel in je eigen boekenkast te wachten om met jou mee te mogen doen.
Annemiek, ik geniet altijd van je programma Het Vermoeden.
Ook deze column getuigt weer van die open blik.
Zo herkenbaar!
Je boekenplank doet me denken aan mijn eigen bonte verzameling heilige boeken.
De wegen daarin lijken te verschillen, maar, als je tenslotte thuis komt (bij jezelf, de ander en de Ander) zul je daar “àlle-mensen-van-goede-wil” treffen.
Best grappig, je eigen reactie te lezen uit 2010 , op een opiniebijdrage van 2018 ;-). Vooral om te ontdekken dat die reactie nog steeds van kracht is, niet in de laatste plaats voor mijzelf.
‘Van het padje…..op het padje…..of van het padje af…..’ ? Wat maakt het uit? Heerlijk toch, dat verheugd en verwonderd kunnen blijven dwalen. 😉
Ik weet niet wie dit stukje hier heeft geplaatst maar het is zo oud als Methusalem. Het heeft dan ook niets te maken met het boek dat in april uitkomt. Jaaaaren geleden geschreven, toen ik nog overmoedig en men nog niet digitaal hysterisch was. Henk, geen zorgen hoor. Ze heeft een basistraditie. En ze kan buitengemeen goed kiezen.