Het zijn de kinderen en de leerkrachten van de zwarte scholen in de Bijlmer waar ik tussen 2000-2004 werkte, die mij de ogen openden voor de geschiedenis en de verhalen van slavernij en radicale uitsluiting. Door de verhalen die zij vertelden over hun opa’s en oma’s kwam de koloniale geschiedenis van Nederland heel confronterend bij mij en andere witte collega’s binnen. En ik kon en wilde niet wegkijken. Toen heb ik ontdekt dat het je inlaten met de pijn en de vreugde van anderen die je niet kent, schokkend is maar ook je leven verrijken kan. Het waren verassende ontmoetingen!
Daarom ben ik ook zo blij dat het boek ‘Wij slaven van Suriname’ van Anton de Kom nu eindelijk in de canon van de Nederlandse geschiedenis is opgenomen. In alle vormen van onderwijs staan leraren en opleiders voor de opdracht om ongemakkelijke thema’s van racisme, antisemitisme en islamofobie, op een creatieve wijze aan de orde te stellen. Alle kinderen, jongeren en adolescenten kunnen zo de verhalen leren kennen van zwarte medemensen, joodse of islamitische buurt- of stadgenoten en zich daarin leren inleven. Want alleen als je elkaar durft te ontmoeten en de pijn en het verdriet onder ogen kunt zien, kunnen er nieuwe verbindingen en verbanden ontstaan. De Keti Koti dialoogtafels van de laatste jaren zijn daar een goed voorbeeld van, evenals initiatieven van jonge theatermakers.
Emmanuel Levinas
Vorige week stond in de NRC een verslag van een gesprek tussen de schrijver Abdelkader Benali en de directeur van Stichting Lokaal in Rotterdam, Liesbeth Levy. Benali publiceerde in maar het boek De Vreemdeling. Racisme uitgelegd aan onszelf. Levy promoveerde dit jaar op een studie Dialoog, meer dan een pacificatie-instrument. Lessen uit Rotterdam. Beiden zijn zeer geïnspireerd door het denken van Emmanuel Levinas. In het gesprek verkennen zij de bijdrage die Levinas kan leveren aan een productief gesprek over racisme, antisemitisme en islamofobie. Ik geef twee quotes uit het gesprek:
‘Benali „Wat ik zo ontzettend goed vind bij Levinas is dat de verantwoordelijkheid voor de ander een onontkoombaar gegeven is in het mens zijn: wanneer je een mens ziet met pijn, ongeacht wie die mens is, voel je daar iets bij. En het betrekt zich op jou: het is een vraag aan jou om je ermee te bemoeien. Levinas zegt; ook als je je er niet mee bemoeit, dan nog heeft het jou geraakt.’
Levy „Levinas zegt: de dialoog is een leerproces. Dat heb ik in mijn werk, het publieke gesprek, ook ervaren. In een goed publiek gesprek word je ontregeld door de ander. Die confronteert je ermee dat je niet alleen bent, maar dat je je moet verhouden tot die ander, wat hij ook zegt. Nu is er zo’n vraagstuk, de Black Lives Matter beweging, dat je niet zomaar naast je neer kunt leggen. Je zal moeten luisteren. Dat zou de volgende stap moeten zijn na die protesten: naar elkaar luisteren, en dat samen doen. Daar kan een activistische agenda uitkomen of wat dan ook, maar we zullen dat eerst moeten onderzoeken.”
Stof tot nadenken
Ik denk dat dit gesprek veel stof tot nadenken kan geven en ieder van ons uit kan dagen om ook onszelf in het spel te brengen als het over een ‘werkzame dialoog’ gaat tussen mensen en groepen die elkaar niet kennen en elkaar gemakkelijk uitsluiten.
Omdat het wereldwijde opvlammende antiracismeprotest mij ook diep beroert, heb ik de laatste weken er ook enkele gedichten over geschreven. Eén ervan deel ik hieronder.
Wegkijken, stilzwijgen
Zo lang ondergronds en plotseling
na de nekklem op George Floyd
het wereldwijd opvlammen van
de zwarte pijn van eeuwen her:
iemand zonder naam zijn en dan
sta je daar op de Erasmusbrug,
Saïda met een design hoofddoek
lachend samen met Abdoellah
zichtbaar en hoorbaar in eindeloos
lint van anonieme jonge mensen….
elders in de Bijlmer op afstand en zo
nabij zien onverwacht duizenden
jongeren elkaar voor het eerst en
praten en zingen door mondkapjes heen
verbinden dwars tegen wegkijken en
stilzwijgen in … luisteren elkaar te-
voorschijn, oer-zenuw van pijn en woede
tilt door jaargetijden heen hen op
naar een onbekend en oplichtend later
waarin witte nevel van ‘ieder voor zich
in je eigen kring en jezelf maar zien te
redden’, wordt doorgeprikt, vanaf daar
waait een ondergronds spoor van
verlangen naar waarachtig leven
onhoorbaar ademend door de wereld.