Uit onderzoek van I&O Research blijkt ook dat de saamhorigheid in de Nederlandse samenleving sterk is teruggelopen. Aan het begin van de coronacrisis vond 54 procent van de Nederlanders dat er meer saamhorigheid in zijn of haar omgeving was tegenover slechts 12 procent nu. Het makkelijkste is om de overheidsmaatregelen (en de politiek als geheel) de schuld te geven van deze ontwikkelingen. Maar als uit een derde onderzoek blijkt dat we massaal verlangen naar een hechtere samenleving is niet de overheid, maar zijn wijzelf als individuele Nederlanders aan zet.
Voordat corona haar intrede deed in Nederland, waren er al serieuze zorgen over toenemende spanningen in de samenleving. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) constateerde in 2019 dat “driekwart van de Nederlanders meent dat de meningsverschillen over maatschappelijke kwesties in ons land toenemen”. Vooral tussen ‘arm en rijk’ en tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond nam spanning en conflict toe. De rol van internet en social media zouden deze spanningen vergroten – een fenomeen vanwege de data algoritmes en de ‘online fabeltjesfuik’ dat in de hedendaagse coronacrisis ook zicht- en merkbaar is.
Polariserende thema’s voordat corona uitbrak, waaronder meer het vluchtelingenvraagstuk en de klimaatcrisis. We kregen het toen als samenleving – laat staan vanuit de landelijke politiek die eerder bijdraagt aan het vergroten van deze problemen dan aan het oplossen ervan – met elkaar op respect- en zinvolle wijze in dialoog te treden. Te vaak werden er fundamentele stellingen ingenomen, namen Nederlanders niet de moeite naar de ander te luisteren – laat staan zich in de ander te verplaatsen. We waren anno 2019 het dialogiseren en het voeren van het Socratische gesprek verleerd. Deze gespreksvormen zorgen ervoor dat mensen zonder (voor)oordelen naar elkaar kunnen luisteren en zo ontstaat er gedurende een dialoog meer verdieping en bovendien meer wederzijds begrip.
Tegen deze wankele, maatschappelijke achtergrond deed corona als een dief in de nacht haar intrede. De coronacrisis heeft volgens politicoloog Eelco Harteveld in potentie een nóg sterker polariserend effect op de samenleving vanwege de stapeling van meerdere scheidslijnen. “Vertrouwen versus wantrouwen richting (politieke en wetenschappelijke) elites, de rol van de staat in de samenleving, leefstijl, de grenzen aan individuele vrijheden, verschillende economische belangen. Het voelt bovendien als een existentiële bedreiging voor zowel voor- als tegenstanders van maatregelen (om verschillende redenen), en ook dat vermindert tolerantie richting tegengeluiden. Tot slot is het als nieuw en relatief technisch thema mogelijk extra vatbaar voor bubbelvorming, waarbij elk kamp zich wentelt in het eigen gelijk en beeld van de werkelijkheid.”
Wat ons in 2019 niet lukte rondom minder complexe thema’s gaat ons in 2022 ook niet zonder meer lukken rondom corona. Tenzij we iets veranderen in de manier waarop we als individuele Nederlanders met elkaar omgaan. En dat is nodig. Broodnodig. Ons land heeft alleen een gezamenlijke toekomst als we écht kunnen samenleven. En net als in een liefdesrelatie is het nodig om in onze onderlinge relatie te investeren, elkaar te begrijpen en elkaar de ruimte te geven. In de woorden van onze Koning in zijn kersttoespraak: “Zelfs als we weten dat we het op één onderwerp absoluut nooit eens kunnen worden, moeten we blijven zoeken naar wat we wel met elkaar delen. Ook al liggen standpunten ver uit elkaar: we moeten blijven samenleven.” Wat kunnen we dan concreet doen. Laat ik drie ideeën noemen.
Ten eerste is het zaak te investeren in de dialogiserende vaardigheden van de jeugd, de burgers van de toekomst. Nederland worstelt al jaren met burgerschapsvorming van de jeugd, binnen en buiten het onderwijs. De vaagheid, vrijblijvendheid en letterlijke ‘waardenloosheid’ speelt ons in deze parten. Het is de hoogste tijd hier meer prioriteit aan te geven door de jeugd te leren wat Nederlandse waarden zijn, te leren vanuit die waarden sociale verbanden aan te gaan en die actief te onderhouden als burger van dit mooie land. Visie, actieve sturing en voldoende budget – waaronder vanuit de Rijksoverheid – zijn noodzakelijk.
Een tweede idee: we versterken juist in coronatijd samen het vrijwilligerswerk. Als volwassenen zich vrijwillig inzetten voor de eigen buurt, wijk, dorp of stad ontstaat er meer verbinding en samenhang. Dan ontmoeten Nederlanders ook mensen uit andere ‘bubbels’ en worden ze min of meer gedwongen tot het voeren van andersoortige dialogen. Uit het recente Nationaal Verenigings Onderzoek 2021 blijkt echter dat bestuurlijke vrijwilligers van verenigingen zich grote zorgen maken. Het animo voor vrijwilligerswerk neemt af en de bureaucratische belasting vanuit de overheid is juist toegenomen, waaronder door de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Met de gemeenteraadsverkiezingen van maart in aantocht doen gemeenten er goed aan vrijwilligersorganisaties bij deze bureaucratische rompslomp te helpen en er samen voor te zorgen dat vrijwilligerswerk weer aantrekkelijk en leuk wordt voor jong en oud, arm en rijk, wit en gekleurd, man en vrouw. Ondertussen kunnen actieve vrijwilligers, die vaak bescheiden zijn, hun eigen sociale omgeving meer laten zien wat vrijwilligerswerk hen oplevert en hoe waardevol het voor hun leven is.
Het derde en laatste idee is het herontdekken van de zin van het leven: spiritualiteit. Dit helpt bij het relativeren van het tijdelijk leed hier op aarde, waaronder de coronacrisis en de coronamaatregelen. Het helpt bovendien de medemens te zien als een bezield persoon die met of zonder vaccin altijd de moeite waard blijft om mee in contact te zijn. Lang was Nederland trots op haar ontkerkelijking en algehele secularisatie. Inmiddels lijkt de behoefte aan zingeving weer met een opmars bezig. Denk bijvoorbeeld aan een collega die met een burn-out thuis zit. Grote kans dat hij of zij op zoek gaat naar de essentie van het leven, ook om daar de oorzaak én oplossing voor de burn-out te vinden. Wij mensen zijn meer dan dieren met een lichaam en geest; we hebben mijns inziens ook een ziel en die ziel heeft onderhoud en verzorging nodig zodat lichaam, ziel en geest met elkaar in balans is. En als de individuele mens op deze manier in balans is, is hij/zij in staat betekenisvolle verbanden aan te gaan met de ander.
Wij kunnen als Nederlanders de polarisatiegolf die corona met zich meebrengt, doorstaan. Maar dan moeten we wel leren van het verleden toen we bij andere maatschappelijke thema’s ook al faalden voor de fictieve saamhorigheidstest. Het vormen van de jeugd, het actief verrichten van vrijwilligerswerk en het herwaarderen van zingeving en spiritualiteit zijn broodnodig om als land juist sterker uit de huidige crisis te komen.