Maar over wat voor cultuur gaat die oorlog? Niet primair de cultuur van het cultuursupplement van de kwaliteitskrant. Het gaat om iets veel breders: cultuur als het geheel van ideeën en praktijken dat een samenleving tot een samenleving maakt. Voer voor antropologen dus.
In mijn soort culturele antropologie gaat het dan al snel over de manier waarop mensen betekenis toekennen aan wat er zoal langs komt in hun samenleving, én over de rol van machtsverhoudingen daarbij. Wie heeft de macht om te zeggen wat van betekenis is? De samenhang tussen betekenisgeving en macht wordt vooral voelbaar als crises – klimaat, migratie, corona – zorgen voor onenigheid in een samenleving.
Maar er wordt in veel meer arena’s gevochten. Denk aan wantrouwen tussen burgers en de staat (over en weer, protesten buiten de democratische kanalen om, tractoren als machtsmiddel). Of denk aan de toenemende vermogensongelijkheid door het effect van het marktdenken in drie neoliberale kabinetten, zoals het woningtekort. Of denk aan ongelijke kansen (de door klasse bepaalde schoolkeuze, sollicitanten die worden afgewezen wegens achternaam). Of denk aan de elite versus de rest zoals de zeven vinkjes van Joris Luyendijk. En tenslotte de polarisatie tussen globalisten en nationalisten, met op fascisme lijkende trends.
Genoeg aanleidingen voor cultuuroorlogshandelingen. Steeds woedt een machtsstrijd over de vraag wat de betekenis is van ideeën en praktijken.
De veelheid van debatten kan teruggesnoeid worden tot een dialoog over de schurende waarden onder al die concrete stellingnames. De invloed van de machtsverhoudingen op het debat moet daarbij duidelijk worden.
Vredesonderhandelingen kunnen de cultuuroorlog pas beëindigen als ze gaan over de vraag welke kernwaarden bij onze ideeën en praktijken horen. Hoe zwaar wegen bijvoorbeeld medemenselijkheid, verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid? Probeer voor een van de genoemde arena’s die waardendiscussie eerst maar eens te voeren.