Terwijl Anna worstelt om te overleven, staat de zorgverlener voor een onmogelijke taak. Aan de ene kant roept de roep van de medische ethiek om actie – het redden van een mensenleven staat voorop. Maar aan de andere kant fluistert de dreiging van sociale verstoting, uitgesproken door Anna’s gemeenschap, als een duistere schaduw over de kamer. Voor Anna is haar gemeenschap haar wereld, haar enige steun in deze donkere tijden. Maar wie heeft het recht om te beslissen over haar lot? De zorgverlener? De gemeenschap? Of iemand anders?
Dit dilemma illustreert de complexiteit van cultuursensitieve zorg. Deze benadering in de gezondheidszorg houdt rekening met de culturele en religieuze achtergrond – normen, waarden en overtuigingen van patiënten of cliënten. Het omvat het begrip en respecteren van diversiteit en het aanpassen van zorgpraktijken om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften en voorkeuren van individuen uit verschillende culturele en religieuze gemeenschappen.
Dilemma’s van cultuursensitieve zorg kunnen ontstaan omdat de specifieke wensen en behoeften van de patiënt niet waar kunnen gemaakt worden in de huidige zorgsysteem. Elk zorgsysteem heeft immers bepaalde regels en voorschriften over hoe zorg wordt verleend, die mogelijk niet volledig aansluiten bij de culturele achtergrond of overtuigingen van de patiënt.
Een dilemma kan ook ontstaan door een botsing tussen de normen en waarden van de zorgverlener en die van de patiënt en haar sociale omgeving. In het geval van Anna, staan twee overtuiging sterk tegenover elkaar: vanuit medisch-ethisch oogpunt heeft het welzijn en de gezondheid van Anna de hoogste prioriteit. De zorgverlener zou de bloedtransfusie moeten uitvoeren om haar leven te redden, ongeacht de culturele en religieuze context. Vanuit het perspectief van Anna en haar gemeenschap is het echter tegen hun geloof om behandeld te worden met bloedproducten, omdat bloed als symbool van leven wordt beschouwd in de ogen van God. Jehovah’s Getuigen nemen geen bloedtransfusies uit gehoorzaamheid aan God en uit respect voor Hem als de Gever van het leven.
Wie mag beslissen? Het antwoord is niet eenvoudig. Misschien moet er een zorgvuldige afweging plaatsvinden, mogelijk met overleg met ethische commissies of juridische instanties, afhankelijk van de wetgeving en richtlijnen in Nederland. Misschien moet er een compromis worden gesloten, waarbij de gemeenschap wordt betrokken bij het besluitvormingsproces, in een laatste poging om Anna’s leven en culturele en religieuze integriteit te redden. En als dat nog niet genoeg is, kan het nodig zijn om een culturele of religieuze bemiddelaar in te schakelen, een bruggenbouwer tussen twee werelden die lijnrecht tegenover elkaar staan. Of misschien is er een andere mogelijkheid?
Dit dilemma benadrukt de noodzaak van een continue dialoog en educatie binnen de gezondheidszorg om te leren omgaan met de complexiteit van cultuursensitieve zorg. Het vereist zowel begrip en respect voor diversiteit als flexibiliteit binnen de structuren van het zorgsysteem om maatwerk te bieden aan individuele patiënten, ongeacht hun culturele en religieuze achtergrond. En dat, beste lezer, lijkt een ware uitdaging te zijn.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 2 april jl. en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.