De laatste jaren heb ik mij – professioneel, maatschappelijk en privé – bezig gehouden met onze samenlevingsvraagstukken. Waar ontwikkelt onze samenleving zich naartoe? Is dat problematisch? Aan welke knoppen kunnen we draaien om dit bij te sturen?

Hierbij zijn veel mensen op mijn pad gekomen. Sommigen ‘likeminded’, anderen een stuk minder. Aan het begin van dit proces kon ik personen met andere maatschappijbeelden dan ikzelf, maar moeilijk verteren. Als een missionair zag ik het als mijn tot heilig verheven doel die ander te overtuigen. Ik was zeer, misschien te zeer, door idealen gedreven.

Idealisme kan het juist lastiger maken om de wereld te verbeteren. Om twee redenen.

Eén: het innerlijk conflict

Voor de idealist kan het openstaan voor andere maatschappijvisies tot enorme innerlijke conflicten leiden.

Laat ik het volgende voorbeeld geven. De universele mensenrechten zijn voor mij heilig. Ieder mens draagt een stukje heiligheid in zich, is daardoor gelijkwaardig en verdient bescherming. Een ruimhartig asielbeleid was dan ook altijd iets waar ik in geloofde. Onze overheden dragen daar in mijn ogen een grote verantwoordelijkheid in. Door gesprekken met personen met een heel andere kijk, begon ik te zien hoe globale ontwikkelingen het nastreven van dit ideaal bemoeilijken. Bijvoorbeeld: is dit ideaal realiseerbaar in een tijdperk waar klimaatverandering in de toekomst alleen maar tot meer onrust, oorlog en daardoor grotere migratiestromen zal leiden?

Zijn we, als samenleving en als staat, voorbereid op een toekomst met meer onrust en meer vluchtelingen? Op welke manier gaan we ons daar op voorbereiden? Zijn er grenzen aan onze (materiële en sociale) draagkracht? Als ik accepteer dat er grenzen aan de draagkracht van onze samenleving zijn, hoe heilig vind ik deze universele rechten dan?

Ik vroeg mij af hoe ik mijn moreel kompas kan behouden en of deze überhaupt nog wel werkt in de beschreven situatie. Als een kompas zich immers altijd richt op polen, op welke pool zou die van mij zich gaan richten?

Twee: de dynamiek van polarisatie

Ik ondervind dat idealisten het meest vatbaar zijn voor de dynamiek van polarisatie.

Door onze zwart-witte beeld van ‘goed en fout’ zijn we andersdenkenden bij voorbaat geneigd te wantrouwen. Denk bijvoorbeeld aan televisieprogramma’s over de islam. Al bij aankondiging wordt de maker onder een vergrootglas – zeg maar gerust microscoop – gehouden: is die persoon wel een aanhanger van het geloof? Welke eerdere programma’s heeft hij of zij gemaakt? Alsof een karaktermoord de maker bij voorbaat zou delegitimeren en de eventuele kritische noten in het programma zou ontkrachten. Met een dergelijke opstelling worden de kloven in onze samenleving echter alleen maar groter.

Inmiddels heb ik vrede met mijn kompas. Het is juist de drang naar verbinding die ertoe heeft geleid dat mijn opvattingen zich ontwikkelen. Die verbinding kan niet ontstaan als ik vooraf al besluit dat de denkbeelden van de ander fout zijn.

Eigenlijk wens ik eenieder die verbinding nastreeft een vergelijkbare mini-identiteitscrisis toe. Ik ben mijn idealisme niet verloren en dat stelt mij gerust.

De naald van mijn moreel kompas mag dan af en toe wat draaien, mijn bestemming blijft hetzelfde. Alleen de koers naar mijn bestemming is minder rechtlijnig dan ik had verwacht.

 

Maritte Meershoek

Maritte Meershoek

Beleidsmedewerker

Beleidsmedewerker voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Profiel-pagina
Al 5 reacties — praat mee.