Het verhaal vermeldde dat de Randstad Groep 4000 medewerkers gaat verplichten om een anti-discriminatiecursus te volgen. Je kunt nu al wel afvinken welke thema’s de revue zullen passeren: diversiteit, inclusiviteit, vrijheid van godsdienst en neutraliteit richting het publiek. Maar zal ook ikhtilat aan de orde komen? Dit klinkt misschien als een wat rare vraag. Dus even korte toelichting.

Ikhtilat

Binnen de islam bestaan strenge regels tegen ikhtilat, i.e. de ongeoorloofde omgang tussen mannen en vrouwen die van elkaar geen naaste familie zijn. Een gesluierde moslima onderschrijft in beginsel – getuige haar sluier – de taboes rond ikhtilat. Kan dat soms niet een flinke puzzel opleveren voor een werkgever? Of is hij dan meteen aan het discrimineren?

De hoofddoek wordt in ons land vaak sèc als een religieus eerbetoon aan God gezien. Ten onrechte. Hij staat ook voor kuisheid en voor de bewuste vermijding van zeg maar ‘mannen’. Je zou een parallel kunnen zien met de scharlaken sjerp die in George Orwells boek 1984 gedragen wordt door meisjes die vanuit de Jongerenliga van de Partij kuisheid willen uitstralen. Maar de scharlaken sjerp was uitsluitend een seculiere zaak.

Rond de sluier en meer in het algemeen rond ikhtilat bestaat een complex geheel van regels. Zo is heel precies omschreven wie – qua mannen – de haren van de vrouw des huizes mogen zien. Dit zijn: haar echtgenoot, haar zonen, haar vader, haar grootvader, haar ooms van vaderskant en van moederskant, haar broers en de zonen van haar broers en zusters. Als cohort heten die mannelijke familieleden de mahram.

Dan is er ook nog een andere categorie, namelijk die van gecastreerde huisslaven. Ook die mogen het haar van de vrouw des huizes zien (omdat ook van hen in beginsel geen seksuele dreiging uitgaat). Lang heb ik gedacht dat ook schoonzonen het privilege hadden om de vrouw des huizes ongesluierd te zien. Maar dat is niet zo. Ik zat er ooit over te praten met een Marokkaans-Nederlandse kennis. “Wat – de schoonzoon?”, riep zij geschrokken uit, “Niet om aan te denken. Schoonzonen zijn juist het gevaarlijkst van allemaal!”

De gedragsregels rond het ikhtilat-taboe zijn zó omvangrijk en vaak zó dwingend dat je gerust kunt stellen dat het niet louter om een religieus thema gaat, maar ook om een kloek hoofdstuk sociale antropologie. Vermijding van ikhtilat door zowel mannen als vrouwen is een belangrijke – misschien wel de allerbelangrijkste – determinant geworden van het straatbeeld in sommige wijken van onze grote steden. Denk aan de gesloten gordijnen, de vermijding van oogcontact (in het Midden-Oosten heet dat elegant ‘de hijab van de ogen’) en de theehuizen alleen voor ‘mannen’. Ikhtilat kan er leiden tot geroddel en sociaal onbehagen (‘fitna’) en, in extreme gevallen, zelfs tot eerwraak.

Verschillen

Per land en regio wordt met ikhtilat verschillend omgegaan. Twee weken geleden was ik in het streng islamitische Grozni (Tsjetsjenië). Op de stoep bij mijn hotelletje aan de Poetinallee stond een metalen bord met: Meisje, je bent op je mooist als je ogen op je schoenen gericht houdt. Kuisheid vloeit voort uit het geloof. Iedere ochtend werd het door een winkelier op de begane grond naar buiten gezeuld. Maar het was in feite een overbodige oproep, want de meeste vrouwen en meisjes – meer dan in Nederlandse moslimbuurten – praktiseren er al de hijab van de ogen. Maar toen ik een vrouwelijke arts vertelde dat er in Nederlandse ziekenhuizen soms problemen zijn als een mannelijke arts een moslima komt behandelen, kon ze haar oren niet geloven. En voor ons is het wellicht weer moeilijk te begrijpen dat Saudi-Arabië een precieze uiterste houdbaarheidsgrens hanteert voor vrouwelijke sex appeal, te weten 45 jaar. Tot die leeftijd moeten vrouwen, ook Nederlandse vrouwen, zich bij de Hajj laten begeleiden door een man uit de mahram. Vanaf 45 jaar vervalt dat visumvereiste.

grozny
Beeld door: Robbert van Lanschot/RV

Arbeidsmarkt

Hoe zit het met de link tussen ikhtilat en de arbeidsmarkt? In een recent interview in de Volkskrant zei Sarah Izat (de Rotterdamse politieagent die een hoofddoek bij het uniform wil dragen) dat zij met haar hoofddoek haar liefde voor God ‘concreet wil maken’. Een duidelijke uitspraak. Maar is het wel het hele verhaal? Nu werkt ze, zo bleek uit het stuk, vooral achter een beeldscherm. Maar kan ze ook ooit – want daar gaat het politiehart toch naar uit – ‘de straat op’? Is zij bereid bij een café-ruzie een man te fouilleren die niet tot haar mahram behoort? Mag zij met een mannelijke collega mee rondrijden in de patrouilleauto? Kan zij dat ook doen in het donker, in een moslimwijk, of gaat er dan misschien een stoeptegel door de voorruit? Sarah Izat werkt in Rotterdam – dus een grote politie-organisatie waar allround inzetbaarheid niet essentieel is. Maar hoe zit dat in een kleine stad waar het juist belangrijk is dat soepel met medewerkers kan worden ‘geschoven’.

Gesluierde moslima’s op de werkvloer, op zich is dat iets met evidente pluspunten: plichtsbesef, nooit een kater, een garantie voor alternatieve geluiden, diversiteit, betrouwbaarheid, nimmer gedoe met ontvreemde bedrijfsmiddelen. Vaak weet een vrome moslima zelf natuurlijk allang welke werkomgeving al dan niet bij haar past. De kans is gering dat zij zal kiezen voor een snel makelaarskantoor met ontsporende vrijdagmiddagborrels.

Veel organisaties en bedrijven horen uiteraard tot een rustiger middenmoot. Maar ook die willen vaak nieuwe, jonge medewerkers die zo nodig lekker wild en brutaal kunnen zijn en die van netwerken houden en van weekendjes teambuilding en multi-inzetbaarheid. Kortom, waar een interne bedrijfscultuur en/of een extern optreden worden nagestreefd die kunnen botsen met een complex kuisheidsregime. Moeten personeelsmanagers, na het nodige wikken en wegen, gerechtigd zijn om om die redenen een gesluierde sollicitante af te wijzen ook als zij dit zelf in strijd acht met vrijheid van godsdienst? Oef – dit is natuurlijk glad ijs.

Nu al zijn er in ons land gerechtvaardigd geachte gronden om op de werkvloer de sluier niet toe te staan. Voorbeelden zijn de soms vereiste ‘neutrale uitstraling’ en de altijd vereiste ‘bedrijfsveiligheid’ (sluier, zaagmachine). Moet op dat lijstje ook niet ‘bedrijfscultuur clasht met ikhtilat-taboe’ worden opgenomen?

Robbert van Lanschot

Robbert van Lanschot

Freelance journalist

Robbert van Lanschot is oud-diplomaat in Zuid-Soedan, Ethiopië en Oost-Congo (Goma). Momenteel werkt hij aan een boek over relieken van de …
Profiel-pagina
Al 3 reacties — praat mee.