Een groeiende groep mensen, vooral jongeren, maakt zich grote zorgen over de klimaatverandering. Een kwart van de jongeren zou nieuws over het onderwerp vermijden, omdat het te bedreigend is. Veel jongeren twijfelen over het krijgen van kinderen. Maar ook veel ouderen maken zich grote zorgen, getuige protestgroepen als Grootouders voor het klimaat. Er bestaat zoiets als klimaatangst en klimaatdepressie.

Dit zijn geen stoornissen, maar emotionele reacties op een reëel bestaande dreiging. Verdriet, verslagenheid, onrust en angst zijn in dit geval een normale reactie op een abnormale situatie. Maar ook machteloosheid, cynisme en apathie zijn begrijpelijke reacties. Want het probleem lijkt te groot en te veelomvattend, de belangen te groot en de politiek onmachtig. En dan heb ik het nog niet eens over andere wereldwijde dreigingen, zoals oorlogen, desinformatie en oprukkend populisme. Machteloosheid voert de boventoon. Welk verschil kunnen wij kleine mensen nou maken?

In het onlangs verschenen boekje Alledaags Activisme, met als ondertitel Van onrust naar daadkracht in het klimaattijdperk, stelt klimaatfilosoof en activist Chris Julien dat we veel meer kunnen dan we denken. Dat begint allereerst met de erkenning van de ernst van de situatie. We staan, in de woorden van Julien, voor de grootste ramp in de geschiedenis van onze soort. Een ramp die ondubbelzinnig het gevolg is van menselijk handelen. Ons milieu, tot voor kort een onuitputtelijke en immer dienstbare hulpbron, begint terug te slaan. Niet in de toekomst of ver weg aan het andere eind van de wereld, maar hier en nu.

Erkenning van de ernst

Het is heel voorstelbaar dat u bij het lezen hiervan denkt: hier heb ik dus helemaal geen zin in. Weer zo’n klimaatdrammer. Een begrijpelijke reactie. Het is tenslotte nogal traumatiserende informatie. Bij ongewenste informatie treden direct allerlei mentale beschermingsmechanismen in werking, zoals ontkenning, bagatellisering of wensdenken (de techniek gaat dit wel oplossen). Ook politieke partijen en overheden doen aan klimaatontkenning.  Maar wetenschappers over de hele wereld zijn het er al lang over eens: met het huidige beleid koersen we af op een wereld van 2,9 °C opwarming in 2100, terwijl 1,5 °C als veilige bovengrens werd aangemerkt. Die grens is inmiddels al aangetikt, en u hoeft het nieuws maar oppervlakkig te volgen om te zien hoe het klimaat onvoorspelbaarder en extremer wordt. Hier begint het dus mee: de ernst van de situatie en het gevoel van onrust dat daarbij hoort, niet uit de weg gaan.

De kunst is om het ongemak om te zetten in actie. Actie begint met het loslaten van het idee dat iemand anders dit wel zal oplossen. Stap twee dus. Chris Julien is er duidelijk over: van de internationale diplomatie, van overheden en van grote bedrijven hebben we weinig te verwachten. De belangen om alles bij het oude te houden zijn te groot. Aan de andere kant gaat ons individuele handelen – vegetariër worden, minder vliegen – ook het verschil niet maken. Help, wat dan wel?

Julien onderscheidt tussen wereld en individu, macro- en microniveau, nog een derde laag. Dit is het gemeenschapsniveau. Organisaties, sportclubs, scholen, buurten en kerken dus. Daar zit de slagkracht. Dit is, in de woorden van Julien, de schaal waar het veranderpotentieel van het alledaagse zit. Hij citeert hier een uitspraak van Archimedes: Geef me een stabiel punt en een hefboom, en ik zal de wereld verzetten. Julien beschrijft vervolgens twee hefbomen waarmee actie op gemeenschapsniveau tot een succes kan worden.

De eerste hefboom bestaat uit het eerlijke gesprek. In groepen willen we het graag gezellig houden, daarom vermijden we doorgaans lastige gesprekken en houden we ons liever stil. Positief is dat peilingen keer op keer uitwijzen dat er een aanzienlijke meerderheid is voor toereikend klimaatbeleid. Maar mensen zijn geneigd te onderschatten hoeveel medestanders ze hebben. Dat zorgt in groepen voor een zichzelf versterkend effect: mensen met zorgen om klimaatverandering houden hun mond omdat ze aannemen dat anderen hun zorgen niet delen. Wat anderen weer hetzelfde doet denken, enzovoort. Dit collectieve zwijgen is een forse rem op klimaatactie. Het vraagt wel de nodige moed, om het zwijgen te doorbreken.

Sociaal kantelpunt

De tweede hefboom voor verandering heeft eveneens te maken met een typische groepsdynamiek, namelijk die van het sociale kantelpunt. Veranderingen ontstaan, als een kritieke massa achter een bepaald standpunt gaat staan. Doordat mensen kuddedieren zijn, wordt de rest van de groep vanzelf meegenomen. Er ontstaat dan een enorme energie waarmee het systeem kan veranderen. Julien komt met inspirerende voorbeelden van acties in allerlei soorten en maten.

Actie is bij hem geen hobby van activistische alternatievelingen, maar het inzetten van je eigen deskundigheid en betrokkenheid in de gemeenschap waar je deel van uitmaakt. Zoals het initiatief van de groene kerken. Collectieve zorg is essentieel voor onze menselijkheid. Met ons alledaags activisme kunnen we samen een verandering in gang zetten die zichzelf versterkt. Another world is possible, riepen we luid tijdens de klimaatprotesten. Als dat niet troostend is.

Dit artikel is afkomstig uit AdRem, magazine van de Remonstranten.

2024. juli. Adrem. Rachel Adriaanse.Photo: Allard Willemse

Rachel Adriaanse

Rachel Adriaanse is GZ-psycholoog.
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.