Waaronder door de school waar ze elke dag naartoe gaan. Als gevolg daarvan durven ze zichzelf en dus ook hun gaven niet te accepteren en groeien ze niet op zoals ze zouden kunnen opgroeien. Met alle gevolgen van dien. Het wordt tijd dat we als samenleving dit taboe doorbreken: er bestaan kinderen die spiritueel begaafd zijn, dat is normaal en dat gegeven verdient een pedagogisch verantwoorde plek in het basis- en voortgezet onderwijs.
Lastig bespreekbaar
In verschillende niet-westerse samenlevingen worden deze spiritueel begaafde kinderen (en volwassenen) al veel langer erkend, maar in een rationeel-wetenschappelijke samenleving als de onze is dit onderwerp maar lastig bespreekbaar. Zo merkte ik ook in mijn vorige functie van onderwijsbestuurder in het speciaal onderwijs. In het speciaal onderwijs zijn kinderen te vinden die om verschillende redenen niet goed (lijken te) passen in een ‘reguliere’ school. Vaak wordt dat geweten aan een psychiatrische stoornis, ernstig gedragsprobleem of gebrek aan verstandelijke vermogens. Het beeld dat ik samen met enkele collega’s had, was anders. Sommige kinderen worden verkeerd begrepen en voelen zich continu een buitenstaander. Deze spiritueel begaafde kinderen worden door ouders, broertjes, zusjes, vriendjes en vriendinnetjes, leraren en anderen in hun sociale omgeving soms voor raar of gek aangezien als ze openlijk spreken over hun spirituele gaven. Langzaam, maar zeker kruipen ze in hun eigen schulp – op zoek naar een enigszins veilige plek. Ondertussen staan ze nog maar beperkt in contact met hun omgeving en worden ze – al dan niet met een medische of psychologische diagnose of het gemakkelijke en modieuze etiketje ‘hoogsensitief’ – naar een speciale school doorverwezen.
Onbenut potentieel
Dit is zo ontzettend jammer. Juist als we kinderen zien om wie ze werkelijk zijn, kunnen zij zich optimaal ontwikkelen – inclusief hun spirituele gaven. Als deze gaven niet langer in de taboesfeer blijven, kunnen ze deze gaven bovendien inzetten ten goede van hun medemens. We laten hiermee onbewust een bron aan onbenut potentieel liggen. Een potentieel van kinderen en volwassenen die positief bij kunnen dragen aan een meer liefdevolle wereld met meer empathie en saamhorigheid. Terwijl menig beleidsmaker vandaag de dag de mond vol heeft van een ‘inclusieve samenleving’, vergeten we ook spiritueel begaafde kinderen te includeren in onze scholen, in onze gezinnen, in onze samenleving en vooral in onze harten.
Module
Hoe kan het onderwijs meer aandacht besteden aan deze spiritueel begaafde kinderen? Dat kan vanaf het moment dat de leerkrachten van morgen zelf worden gevormd tijdens de lerarenopleiding. In hun curriculum zou een module ‘hoogsensitieve en spiritueel begaafde kinderen’ moeten komen. Vanuit deze module kunnen toekomstige leerkrachten handvatten aangereikt krijgen om met deze kinderen in contact te komen. Hen leren hoe kinderen hun eigen begaafdheid kunnen ontdekken en leren accepteren. Instrumenten geven om ook met ouders van deze kinderen in gesprek te gaan hierover. Vooral ook: leraren van de toekomst eerst leren zichzelf te kennen. Je kunt kinderen pedagogisch niet goed vormen als je zelf als mens nog niet gevormd bent en niet bewust bent van je eigen spiritualiteit en rol op aarde.
Meer bewust
Maar daarnaast staan er op dit moment natuurlijk ook al leerkrachten voor de klas. Deze leerkrachten zouden meer bewust kunnen worden gemaakt van het bestaan van deze kinderen. Zo participeren leerkrachten meerdere malen in het schooljaar in studiedagen. Dit onderwerp leent zich goed voor zo’n studiedag. Ook is het nodig de kennis van spiritueel begaafde kinderen te verankeren in zorgteams, bij intern begeleiders en schoolmaatschappelijk werkers. Kinderen die op het eerste oog ‘gek’ gedrag vertonen, moeten door hen niet te snel te worden weggestuurd naar een speciale school. Vanuit nieuwsgierigheid en zonder vooroordelen onderzoeken wat het gedrag achter het gedrag is. Openstaan voor antwoorden die je niet verwacht, maar in theorie wel voor mogelijk zou houden. Interne procedures voor ‘zorgleerlingen’ zouden op het punt van spirituele begaafdheid te worden verrijkt.
Schoolleiding
Ten slotte zie ik ook een rol weggelegd voor de schoolleiding. Zij zijn verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit, het onderwijscurriculum en het schoolbeleid. Schoolleiders kunnen kinderen vanuit deze verantwoordelijkheid de ruimte geven zichzelf te ontdekken. Kinderen moeten in onze oververhitte prestatiemaatschappij steeds meer en mogen steeds minder. Naast standaardvakken als taal en rekenen is een aanvulling met meer alternatieve vakken gewenst. Denk aan buiten spelen, filosofie, yoga en mindfulness. Een bewuste balans tussen inspanning en ontspanning, gevolgd door een reflectie op hun eigen ontwikkeling onder begeleiding van de leraar. Dat draagt bij aan meer zelfbewustzijn, zelfvertrouwen en zelfacceptatie. Waarbij ‘zelf’ staat voor het kind als combinatie van lichaam, geest én ziel.
Taboe
Lang heb ik getwijfeld over dit taboeonderwerp te schrijven. De kans om mijn woorden verkeerd te interpreteren, is groot. Toch doe ik een poging het gesprek over spiritueel begaafde kinderen en aandacht voor hen vanuit het onderwijs op gang te brengen. Omdat kinderen daar baat bij kunnen hebben in hun persoonlijke ontwikkeling. Omdat kinderen daardoor gelukkiger in het leven kunnen staan. En niets, niets is belangrijker dan het geluk van een kind – met of zonder spirituele gaven.
Dave Ensberg-Kleijkers schreef dit artikel op persoonlijke titel.
Eindelijk, zou ik bijna willen zeggen dat dit rationeel-wetenschappelijke paradigma dat het onderwijs beheerst eens doorbroken wordt. Als docent levensbeschouwing op de middelbare school heb ik al jaren lang dergelijke ervaringen besproken, waar leerlingen vaak zelf mee kwamen. Dat niet alles rationeel te verklaren of te bewijzen is doet er dan ook helemaal niet ter zake. Bovendien zijn er eindeloos veel verslagen van buitenzintuiglijke ervaringen van mensen over de hele wereld; waarom zouden deze niet serieus genomen kunnen worden?
Dankjewel Dave, dat je dit ter sprake brengt. Deze jongvolwassenen komen vaak in mijn praktijk terecht, omdat zij kampen met allerlei soort angsten, depressies en vaak ook burn-out. Vaak hebben zij al een diagnose binnen de reguliere ggz opgeplakt gekregen, terwijl er iets anders onder ligt.
Zij worden de Nieuwe Tijds kinderen genoemd. Ze zijn jong, maar zij ‘weten’, dus voelen en waarnemen van alles. Ik voel mij vereerd om deze jonge mensen te mogen begeleiden en ben meer dan met je eens dat het taboe er vanaf moet en deze prachtige kinderen meer begeleid zouden moeten worden bij hun gave én opgave.
Wat een buitengewoon liefdevolle column van de heer Ensberg-Kleijkers. Voelbaar! Ik deel uw visies. Het is de hoogste tijd dat het drama van begaafde kinderen wordt doorbroken. Hun lichaam en hun geest maakt een groei door door geboorte in onze ‘materiële’ wereld van ‘volwassenen’. Akkoord. Maar hun ziel, hun unieke Godgeschonken kinderziel, wil dolgraag gezien worden als zijnde gelijkwaardig. Ik bedoel: de ziel van het kind is reeds bij geboorte, tijdens de ontwikkeling tot jongvolwassene en gedurende het volwassen leven ‘volwassen’ volmaakt. De ziel van het kind groeit niet. Het bewustzijn over zijn of haar ziel groeit wel. Maar de ziel zelf groeit niet. Kalendertijd bestaat niet op zielsniveau. Volwassenen dienen veelal te leren buigen voor kinderen. Niet andersom. O, gij zogenaamd volwassen medemens: ontwaak toch. Ontwaak! Ontdoe uzelf van uw volwassen harnas en word waarachtig gevoelig. Als het kind in uzelf. Godgegeven spiritueel begaafd. Amen.