Deze zin, deze verzuchting, komt uit een gedicht van Hans Lodeizen (1924-1950). Na het bekijken van journaalbeelden of berichten op sociale media kan deze gedachte je bekruipen. Gevoelens die uiteen lopen van ‘Dit kan niet waar zijn’ tot ‘Dit is een film die in een andere tijd of op een andere plaats speelt’. Maar dan blijkt het toch vandáag en nú te zijn en vaak nogal dichtbij.

Een veelvoorkomende reactie hierop is dat men zich innerlijk terugtrekt in een andere werkelijkheid waar het wel klopt, bijvoorbeeld in dromen of door letterlijk te emigreren naar een afgelegen plek. Of in een verlangen naar zogenaamde oude waarden, toen de wereld ogenschijnlijk nog bekend en overzichtelijk was met een duidelijk scheiding tussen de twee geslachten en de taken die erbij hoorden; met een politiek die religieus en niet-religieus geordend was, met een herkenbaar links en rechts. Toen was geluk nog heel gewoon was een jarenlang populaire tv-serie (1994-2009) die deze waarden voor het voetlicht bracht (maar toen ook al licht bekritiseerde). De humor daarin kan niet voorkomen dat je nu van deze teksten kromme tenen krijgt. Niet alles van vroeger klopt nu nog.

‘O – mijn vriend – deze wereld is niet de echte,’ zo eindigde Hans Lodeizen zijn gedicht, dat in de bundel Het innerlijk behang verscheen, vlak voor zijn vroege dood. Hij was gaan schrijven omdat hij als kind veel ziek en alleen was, en later nooit voor zijn diep verborgen homoseksuele geaardheid kon uitkomen. In zijn teksten kon hij in beeldspraak verwijzen naar niet uitspreekbare verlangens. Hij stierf al jong aan leukemie en liet ons zijn weemoedig speelse gedichten na in verlangen naar een andere wereld dan die waarin hij leefde. En Adriaan Roland Holst voegt daar in een gedicht aan toe:

Hoe zijn wij hier geland,
waartoe… vanwaar?
ligt ergens aan het strand
dat vreemde schip nog klaar?
En als het anker is gelicht
naar waar… naar waar?

De realiteit zoals wij die ervaren, en veel mensen ook aan den lijve, doet je dagelijks afvragen of deze wereld wel de echte is en of we er nog aan kunnen ontsnappen. Die vraag werkt vervreemdend, want dit is jouw tijd, dit is ons ‘nu’. Toch is het besef dat het niet goed gaat bij veel mensen sterk, ook bij jongeren.

Daarom biedt de Vrije Universiteit sinds kort geestelijk verzorgers een module aan rond klimaatdepressie. Want hoe kunnen wij ons thuis voelen in deze tijd terwijl de problematiek rond wereldvrede, het milieu en de biodiversiteit toeneemt? Kunnen we nog weg van hier op dat vreemde schip of is dat precies niet de bedoeling? En wie moeten we geloven? In wie moeten we geloven: een opportunistisch politicus die met de dag zijn waarden wijzigt, in complotdenkers of in onszelf?

Of moet je zeggen: we moeten in elkaar blijven geloven. In de buurman, in de oprechte wethouder, in de buurtvaders en -moeders, in vertegenwoordigers van de wet en de wetenschap. Omdat wij samen meer zijn dan heleboel ikken bij elkaar, omdat soms iets ontstaat wat boven ons uitstijgt: de kracht van wij, hoe divers ook. Dat gevoel van thuis ontstaat ook in je thuis durven voelen bij die andere mens, omdat wij beiden en allen mens zijn. Dat is een ingewikkelde zoektocht, telkens opnieuw. Want in echt mens te wíllen zijn ligt de kracht en misschien ook onze hoop.

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.