1. Een kennis nodigt je uit om deel te nemen aan een bijeenkomst van zijn religieuze gemeenschap. Hoe reageer je?
a. Ik zie de uitnodiging als een buitenkans en neem graag deel.
b. Ik zeg dat ik erover zal nadenken.
c. Ik kan dit niet rijmen met mijn eigen levensbeschouwing en bedank beleefd.
2. In welke uitspraak herken je je het meest?
a. Elementen uit verschillende religies verrijken mijn eigen geloofsleven.
b. Alle religies zijn gelijkwaardige levenspaden.
c. Mijn eigen levensbeschouwing is de beste.
3. Als ik in aanraking kom met aanhangers van andere religies…
a. … probeer ik ze te laten zien hoe mooi mijn eigen levensbeschouwing is.
b. … kom ik graag over hun religie met ze in gesprek.
c. … vermijd ik het onderwerp levensbeschouwing.
4. Welke uitspraak past het beste bij jou?
a. Mijn levensbeschouwing is een uitgestippeld pad dat ik zo goed mogelijk volg.
b. Levensbeschouwing is een persoonlijke zoektocht, waarbij je elementen uit verschillende religieuze tradities kunt combineren.
c. Ik verdiep me actief in andere religies, en dat verandert mij.
5. Mijn vrienden…
a. … hebben meestal dezelfde levensbeschouwelijke oriëntatie als ikzelf, maar er zijn er ook een paar met een andere levensbeschouwing.
b. … lijken qua levensbeschouwelijke oriëntatie op mij.
c. … hebben allerlei verschillende religieuze achtergronden.

6. In welke van de onderstaande uitspraken herken je je het meest?
a. Rituelen en praktijken uit verschillende religies, zoals mediteren, bidden, yoga en vasten, zijn voor mij erg belangrijk.
b. Praktijken beoefenen uit verschillende religieuze tradities kan niet, omdat de teksten waarop zij zich baseren, zoals Bijbel of Koran, niet hetzelfde zijn.
c. Van muziek en literatuur uit verschillende religieuze tradities kan ik erg genieten, maar daaruit actief praktijken overnemen vind ik een brug te ver.
7. Kort voor je op vakantie gaat, bezoek je de bibliotheek om een aantal romans te lenen. Per ongeluk raak je verzeild op de afdeling wereldreligies. Wat doe je?
a. Ik vraag de weg naar de romanafdeling.
b. Ik besluit de boeken op deze afdeling te bekijken. Wie weet zie ik iets dat mij boeit.
c. Ik duik in de boeken en verzamel een hele stapel die mijn nieuwsgierigheid wekt. Die romans komen later wel.
8. In mijn huis…
a. … zijn volop symbolen, beelden en andere sporen van religies te vinden. Een rozenkrans, Boeddhabeeld of menora: dat soort voorwerpen met hun symboliek vind ik prachtig.
b. … zul je nauwelijks religieuze beelden of symbolen vinden. En als ze er al zijn, hebben ze een link met mijn eigen levensbeschouwelijke traditie.
c. … heb ik een aantal religieuze voorwerpen staan, die ik door de jaren heen per toeval heb gekregen of verzameld. Veel betekenen ze niet voor mij.
9. De website Nieuw Wij…
a. … bezoek ik regelmatig omdat er boeiende artikelen op staan die aansluiten bij mijn belangstelling.
b. … ken ik wel, maar ik kom er zelden.
c. … zegt me niks.
10. Je zoon of dochter wil trouwen met een partner met een andere religie dan de jouwe. Hoe reageer je?
a. Dat is zijn of haar eigen keuze, die ik respecteer, hoewel ik zelf waarschijnlijk een andere keuze zou hebben gemaakt.
b. Ik heet de partner zonder enige reserve welkom in de familie en vraag haar of hem het hemd van het lijf.
c. Ik heb er grote moeite mee, en raad het hem of haar sterk af.
Als iemand, net als ik, meer dan de helft van de vragen niet weet te beantwoorden, scheelt dat een zoektocht naar de uitslag. Het maakt ook eigenlijk niet uit. Ik weet zo ook wel hoe flexibel ik op welke punten wel of niet ben. Dat kan in verschillende testen verschillend uitpakken. Deze test krijg ik in ieder geval niet volledig ingevuld.
Deze enquete is duidelijk opgeteld door een streng religieus en kerks iemand, niet erg, maar dan kan ik hem niet doen dus. Al meteen in vraag a) mis ik de optie -4) dankjewel voor het aanbod, maar ik vrees dat dat niets voor mij is, want buiten mijn belangstellingssfeer (laat -5, reageren met schamper lachje maar achterwege, alhoewel die ook heel menselijk is). Kortom, ik zit in heel andere bubbel dan de opsteller(s). En toch sterk in religie geinteresseerd!
De keuzemogelijkheden zijn wel erg beperkt.
1. De laatste keer dat ik een eredienst van een andere religie bezocht (vrijzinnig protestant) vroeg ik me bij de preek telkens dingen af als:waarom verijst u hier niet ook naar Confucius? waarom hoer ook niet naar de Bhagavad Gita? en zo voort. Dan kan ik mijn tijd beter gebruiken. Ik zou eerst vragen wat ik te zien of te horen krijg.
2. Religies zijn niet gelijk, maar iemand moet de religie volgen die het best bij zijn/haar persoonlijke aanleg past.
3. Op mijn werk zat ik tussen christenen. Als het gesprek op levensbeschouwelijk gebied kwam moesten vragen en antwoorden altijd in christelijke termen geformuleerd worden. Als ik iets anders zei werd mij vakkundig de mond gesnoerd. Ik zou graag over religie raten, maar ik kijk wel uit waar en met wie.
4. Levensbeschouwing/religie is en persoonlijke ontwikkeling. Je kunt van anderen leren, zowel hoe het moet (lees: zou kunnen) als hoe het niet moet.
5. Ik heb kennissen met verschillende achtergronden.
6. Dit is in zijn algemeenheid niet te beantwoorden. Sommige rituelen en praktijken kunnen makkelijk gecombineerd worden, andere niet (ik houd van bami en ik houd van erwtensoep – maar niet op één bord). De voornaamste vraag blijft of het in iemands ontwikkeling past.
7. Eindelijk! hier zou ik zonder meer c kiezen.
8. Ik heb weinig opvallende religieuze symbolen in mijn huis. Wel een keer van een thuishulp een vervelende vraag gehad over boeken in mijn boekenkast. (“Bent u erg bijgelovig?”)
9. Antwoord b.
10. Als de partner respect op kan brengen voor alle andere religies kies ik b. Anders, afhankelijk van zijn/haar houding a of c.
Ik ben het met u eens dat de keuzemogelijkheden een beetje beperkt zijn, maar daarbij komt ook nog dat van een aantal antwoordopties de omschrijving juist te uitgebreid is. Sommige opties vallen af na de toevoeging achter “en”, “omdat” of “waarbij”, etc.
Ik heb interrelieuze vrienden en vier ook met hun feestdagen en omgekeerd. Als ik kind had, dan zou ik er geen moeite mee hebben als hij of zij met iemand thuis komt die een ander een geloof heeft dan ik. Iedereen is bij mij welkom.
Antwoord (aanvulling) op mezelf: heb nog wat zitten reflecteren en de vragen nog eens langs geweest. Ben wel benieuwd naar de uitslag van een representatieve toets ervan bij christenen en moslims, en vrees dat de moslims stukken lager (minder flexibel) zullen eindigen dan de christenen. Is dat negatief?? Denk het niet, want als je denkt dat jouw geloof het letterlijke woord van God is, wordt discussie en flexibiliteit een nadeel ipv een voordeel. Als je de waarheid in pacht hebt (zoals ik in mijn jeugd dat ook dacht),is flexibel niet meer iets om na te streven. Ook in ideologie is flexibel vaak iets negatiefs, bijv. in geval van afschaffing slavernij of bevordering van emancipatie!
We hebben het hier niet over flexibiliteit als absolute waarde.
Mijn eenkennigheid is slechts een vorm van inflexibiliteit, als dat überhaupt al een goede omschrijving is. Het doet nl. niet af aan mijn interesse, die breder is dan die van vele anderen, en het maakt me ook niet per se onhebbelijk of minder flexibel naar anderen. Het is in mijn geval geen vooropgestelde eenkennigheid. Het is eerder het resultaat dan het uitgangspunt, want het is een bewuste keuze die ik keer op keer weer maak.
In vrijheid en openheid levend constateer ik dat bredere orientatie voor mij alleen bevestigend werkt. Dit is geen voorspelling. Het is een achterafconstatering, telkens weer. Wèl is het waar dat ik inmiddels ook niet anders verwacht.
Maar nee, ik ben dus niet flexibel in het mengen van geloven en rituelen uit verschillende tradities. Dat is klaarblijkelijk niet ‘mijn ding’.
En de opstellers van deze enquete zijn gewoon late volgelingen van mevrouw Blavatsky, van de theosofie, waar ik nogal huiverig voor ben, godsamme, al die hindoeolifantjes, Boeddhabeeldjes en rozenkransen all over the place, spaar me!!!!