Het oude verhaal gaat over de priester Zacharias, zijn naam houdt in dat God niet vergeet. Hij is al op leeftijd, en mag eindelijk het reukoffer brengen in de tempel in Jeruzalem. Een bijzonder religieus ritueel dat opgeluisterd wordt door een boodschapper, de engel Gabriel. Die vertelt Zacharias dat zijn gebed verhoord is (vers 13).

Het bejaarde echtpaar kon geen kinderen krijgen, iets wat naast verdriet ook betekende dat er geen voorzieningen waren voor de oude dag. Er staat te lezen dat Elisabet onvruchtbaar is. Hoewel dat destijds niet vast te stellen viel, werd de ‘oorzaak’ dus meestal bij de vrouw gelegd.

Tevens kondigt de engel aan dat God ook het grote gebed, namelijk verlossing in de vorm van de komst van een Messias, heeft gehoord. Dit kind zal een rol spelen in het weer terugbrengen van het volk naar zijn rechtmatige leider, God zelf. Verlossing van de heerschappij van Rome, de corruptie van Herodes en een schijnheilige religieuze macht.

Dit is te mooi om waar te zijn! Zacharias gelooft er niet in. Misschien vergelijkbaar met velen van ons die sceptisch kijken naar het regeerakkoord dat vlak voor kerst rond is. Ja ja, we moeten het allemaal nog zien.

Dit ongeloof komt Zacharias duur te staan en hij wordt met stomheid geslagen. Negen maanden kan hij niets meer horen en ook niet praten, en dat gaat meteen in! Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep, hij kan niet eens de biddende menigte op het tempelplein vertellen wat er is gebeurd.

Een apart verhaal. Is de stomheid echt een straf van God? Of juist eerder een vorm van wijsheid waardoor het kleine verhaal een plek kan krijgen? Dat verhaal van die vrouw waarop neergekeken wordt door haar omgeving, door familie en vrienden. Een vrouw die gebukt gaat onder schuld- en minderwaardigheidsgevoelens omdat ze geen kinderen kon krijgen. Iemand die zich misschien wel binnenshuis verstopte om geroddel uit de weg te gaan.

Wanneer Elisabet inderdaad zwanger wordt op oudere leeftijd, trekt zij de logische conclusie: ‘God doet dit voor mij zodat ik niet meer veracht wordt’ (vers 25). Er is op dat moment geen sprake van het grote verhaal, alleen maar zicht op herstel in het klein.

En dan verschuift de spotlight naar de tiener Maria. Dezelfde boodschapper kondigt opnieuw een onverwachte zwangerschap aan en deelt aan Maria mee dat Elisabet ook in verwachting is (vers 36). En dan volgt: ‘Ook al hield men haar voor onvruchtbaar.’ Er is ruimte voor een andere verklaring.
Bij de ontmoeting tussen de twee aanstaande moeders, schiet Elisabet, hoewel met de geest vervuld (vers 41), meteen weer in de rol van de ‘verachte’: Wie ben ik dat je mij komt opzoeken? Ik word geminacht, ben niets waard, onvruchtbaar.

En toch? Elisabet spreekt vanuit haar eigen minderwaardige staat een zegenbede uit over Maria: ‘Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ Een contrast met de manier waarop haar man Zacharias reageerde. Hierop antwoordt Maria met haar klassieke lofzang waarin al het voorgaande samenkomt. Opvallend is dat beide vrouwen hier bezongen worden. ‘Hij heeft oog gehad voor mij, alle geslachten zullen mij gelukkig prijzen’ (vers 48). En, ‘wie gering is geeft hij aanzien’ wat zou kunnen wijzen op de situatie van Elisabet, de eerste hoorder van dit Magnificat. In het kleine verhaal heeft God een wonder gedaan, wat impact heeft op dat grote verhaal, de redding van het volk.

Al die tijd zwijgt Zacharias en in het verhaal van Lucas komt Jozef ook voorlopig niet voor. Pas bij de besnijdenis van de pasgeboren zoon en het noemen van zijn naam, komt Zacharias weer in beeld. Hij kan weer horen en praten en zingt een lofzang die vooruit kijkt naar de bevrijding van het land.

Een zwijgende man, levert een inkijkje in het leven van twee vrouwen die op bijzondere manier geloof vinden waar deze man, Zacharias, dat (nog) niet lukte. Beide vrouwen spelen een cruciale rol rondom de komst van dat kerstkind, zoals ook vrouwen een cruciale rol spelen in het paasverhaal. In beide situaties speelt het ongeloof ofwel het gebrek aan vertrouwen van belangrijke mannen (ik denk ook aan Petrus) een rol. Iets wat terug te vinden is in de geschiedenis. Bij afwezigheid van de man kan een vrouw leiding geven, denk bijvoorbeeld aan oorlogstijden of aan de zendingsverhalen binnen de kerk. Vrouwen als de zegenende minderheid die heil (geluk, redding, wijsheid, kennis) brengt voor het geheel.

En dan nu de aanloop naar Kerst 2021… Hebben we nog zicht op het kleine verhaal als er zulke grote thema’s spelen? Iemand zei afgelopen week: om als bestuurder besluiten te kunnen nemen moet je je niet richten op de individuele gevallen. Maar is dat niet juist het probleem? Zonder zicht op de kleine verhalen, wordt politiek, religie en bedrijfsvoering koud en kil. En als we zicht verliezen op het kleine verhaal, dan vallen doorgaans de minderheden buiten de boot. Minderheden vanwege gender, seksuele geaardheid, land van herkomst, huidskleur, sociale klasse of overtuiging.

Gelukkig is Kerst een feest waarin we vieren dat er een God is die mensen in de marge niet vergeet en die het geringe aanzien geeft. Of je het nou gelooft of niet.

Laura D

Laura Dijkhuizen

Laura Dijkhuizen onderzoekt genderrollen binnen de Nederlandse Evangelische Beweging. Zij werkt als Academic Dean bij the Foundation …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.