Homogeen kun je het nauwelijks noemen; de islamitische bevolking in Egypte. Waar in Nederland voornamelijk tussen moslims en niet moslims een ideologisch conflict lijkt te bestaan, gaat ‘de strijd’ in Egypte voornamelijk om verschil in politieke en religieuze ideologieën tussen moslims onderling.

Ik kan het me nog als de dag van gisteren herinneren; de ontruiming van de twee pleinen Al-Nahda en Rabaa al-Adawiya in augustus 2013. Volgens Human Rights Watch leidde dat tot zeker 817 doden maar naar alle waarschijnlijkheid liep dat aantal op tot 1.000 doden. Ik sprak daarover met een Nederlandse vrouw die jaren geleden tot de islam was bekeerd. Zij was getrouwd met een Egyptenaar, had volwassen kinderen en woonde al twintig jaar in Cairo. “Van mij mag Sisi ze allemaal afschieten, die Moslim Broeders en hun sympathisanten!” riep ze verhit. Ik vond dat schokkend, want hoezeer je ook tegen hun interpretatie van islam en politiek bent, je hebt het wel over mensen.

Conflict

Tijdens de revolutie in 2011 stonden de mensen zij aan zij op het Tahrir plein. Eensgezind riep men op tot het aftreden van toenmalig president Hosni Mubarak. Anderhalf jaar later, met Morsi als president, was van die eensgezindheid weinig meer overgebleven. De bevolking was verdeeld in een pro-Morsi/anti-Sisi en een anti-Morsi/pro-Sisi kamp. Morsi’s regering werd geplaagd door sektarisch geweld en een economische crisis, en dat maakte hem er niet populairder op. De mediaberichtgeving was op de man gericht en langzaam werd duidelijk dat Sisi het voortouw had genomen in het ophitsen van de bevolking tegen president Morsi.

In de zomer van 2013 liepen de gemoederen zo hoog op dat het leek alsof het land in tweeën was gescheurd. Op een persoonlijk niveau werd dat voor mij duidelijk toen twee collega’s op de werkvloer een politiek-religieus debat voerden wat, allengs, steeds luider werd, en uiteindelijk in een heuse vechtpartij uitmondde. Pas toen de vuisten door de lucht zoefden, bloed en haren in het rond vlogen, werd er ingegrepen. De één eindigde met een bloedneus en de ander met een opengespleten lip. Niet lang daarna werd een nieuwe regel ingesteld; geen politieke- en religieuze discussies meer op de werkvloer op straffe van ontslag op staande voet.

Egypte-11
Pro-Sisi demonstranten op het Tahrir plein 30 juni 2013 Beeld door: Samira Minetti

Op 26 juni 2013 gonsde het in de stad van geruchten dat er een grote anti-Morsi demonstratie gepland stond. Ik zag de voortekenen: militaire helikopters vlogen over mijn huis. Je kon de spanning die in de lucht hing op de een of andere manier ook voelen. De spreekwoordelijke stilte voor de storm was, wanneer ik door de straten van Cairo liep, tastbaar. Winkeliers sloten in de vroege middag haastig hun winkels. Ik volgde het nieuws via mijn laptop en de televisie, en hoorde op de achtergrond het gebulder van overvliegende helikopters. Niet lang daarna kwamen de eerste beelden: militaire voertuigen die in formatie over het Tahrir plein reden. Het leger had te kennen gegeven dat zij ongeregeldheden tijdens de demonstratie niet zouden tolereren en hardhandig zou ingrijpen mocht dat toch gebeuren.

Het was het begin van het einde van Morsi’s presidentschap.

Tamarod

De ‘Tamarod’ (rebellie) beweging vormde de spil in de opstanden. Tamarod was een nieuwe beweging, die was opgezet om oppositie te bieden tegen president Morsi. Hun doel: vervroegde verkiezingen laten uitschrijven. Tamarod voerde maandenlang campagne tegen het beleid van Morsi, en mobiliseerde daarbij met succes grote groepen mensen, ondersteund door media. De boodschap was duidelijk: “leden van de Moslim Broederschap en hun stroman Morsi zijn terroristen.”

Op 30 juni 2013 was het zover; Tamarod had haar achterban opgeroepen te gaan demonstreren op het Tahrir plein. Het doel was om nieuwe verkiezingen uit te lokken, of, althans, zo werd het ‘verkocht’, en met steun van het leger kon die demonstratie met recht een succes worden genoemd. In een tijdsbestek van vijf dagen werd Morsi gevangen gezet en Adly Mansour werd interim president. Het gerucht ging bovendien dat Tamarod werd gefinancierd door het leger, een claim die twee jaar later door nieuw opgedoken documenten en audiotapes, bewezen werd.

De aanhangers van Morsi en de Moslim Broederschap demonstreerden tegen deze machtsovername. Zij waren het niet eens met de in hun ogen illegale omverwerping van een democratisch gekozen president en bezetten de pleinen Al Nahda en Rabaa. Eind juli 2013 eiste toenmalig Minister van Defensie Sisi een volksmandaat om de pleinen te ontdoen van de demonstranten, of zijn ogen, de terroristen. De Tamarod beweging riep haar achterban op om op 26 juli te demonstreren bij het presidentiële paleis in de wijk Heliopolis om de Sisi te ondersteunen. Met succes. Mensen verzamelden zich in grote getale bij het paleis.

Ik reed die dag met een vriend door Heliopolis omdat ik het schouwspel met eigen ogen wilde zien, en het was moeilijk de wijk weer te verlaten door alle wegversperringen en afgesloten straten. Rijdend over een viaduct keek ik van een kleine afstand naar de demonstranten. De demonstranten zwaaiden met borden waarop de afbeelding van Sisi stond, met zonnebril, en ze scandeerden pro-Sisi leuzen. Ik verbaasde me over de toch redelijk grote groep mensen die, vrij plotseling, was gemobiliseerd om Sisi te ondersteunen de pleinen Al Nahda en Rabaa te ontruimen.

Sisi komt in actie

Op 14 augustus, ruim twee weken na de Heliopolis demonstratie, maakte Sisi werk van zijn plannen en werden de twee pleinen schoongeveegd. De Moslim Broederschap en hun aanhangers werden op één lijn geplaatst met terroristen, een gevaar voor de nationale veiligheid. Door die boodschap succesvol via allerlei media te verspreiden, bereikte Sisi zijn doel; het ontmenselijken van de Moslim Broederschap. Zo zou hij weinig kritiek krijgen als er slachtoffers zouden vallen. Sisi werd, niet geheel onverwacht, zelfs toegejuicht toen hij overging tot actie. Immers, de mensen die hij aanpakte waren geen burgers meer, maar ‘vuile terroristen’, die de stabiliteit van Egypte in gevaar brachten en die ‘heulden met buitenlandse entiteiten’, die ‘spionnen’ waren, en ‘spionerende landverraders’.

Een paar maanden na de demonstraties werden niet alleen leden van de Moslim Broederschap meedogenloos vervolgd, maar ook Salafistische moslims. Een vriend vertrouwde mij toe dat zijn bebaarde Salafistische collega als de dood was om opgepakt te worden. Nieuws over volle gevangenissen, martelingen en op de vlucht geslagen Moslim Broeders en Salafisten, bereikte maar mondjesmaat de reguliere media. Veelzeggend is dat, sinds Sisi’s machtsovername in 2013, Egypte maar liefst tien nieuwe gevangenissen gebouwd heeft. Dagelijks werden er nieuwe gevangenen binnengebracht.

Nieuwe vijanden

Twee jaar na de ‘crackdown’ op de Moslim Broeders en Salafisten begonnen de verdwijningen. Familieleden van plotseling verdwenen mensen deden hun verhaal bij journalisten van de weinige echt onafhankelijke media die Egypte nog rijk is, en bij NGO’s als de Egyptische tak van Amnesty International. Verdwijningen lijken nu een sleutelrol te spelen in de volgende fase van vervolging en onderdrukking in het beleid van Sisi en zijn regering. Maar ik zie ook dat de focus verschuift. Sisi richt zijn pijlen op een nieuwe ‘vijand’; liberale en seculiere activisten, met zowel een moslim- als Koptische, christelijke achtergrond. Daar horen journalisten ook bij. Zij geven de kritische geluiden namelijk een stem en weigeren het beleid van Sisi op te hemelen.

Drie jaar na de machtsovername kijk ik veelal van een afstandje toe. Ik hou me bewust op de achtergrond en noem mezelf geen journalist, zo zie ik mezelf ook niet eens. Ik wil niet dat de Amn Dawla (Egyptische geheime dienst) lucht krijgt van mijn ‘bezigheden’ als schrijver. Het is simpelweg te gevaarlijk, vandaar dat ik in het Nederlands schrijf; een taal die slechts heel weinig Egyptenaren machtig zijn.

Samira Minetti

Samira Minetti

Freelance journalist

Na haar studies Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de Universiteit Leiden, vertrok Samira Minetti in 2011 naar Caïro, waar ze aan een …
Profiel-pagina
Al 6 reacties — praat mee.