Dat een nieuwsbericht binnen de kortste keren op internet terecht komt en overal uitgebreid wordt becommentarieerd, vind ik niet per definitie iets slechts. Als iemand morgen een vaccin tegen aids blijkt te hebben ontdekt, wordt dat ook een mediahype, terwijl het absoluut goed nieuws is. Maar ik zie het somber in voor de plannen van de EO. Wat wil men precies: op diverse lokaties in Amsterdam het verhaal van Anne Frank laten zien, door middel van gespeelde scènes en bekende Nederlandstalige liedjes. Op hetzelfde moment vindt een fakkeloptocht plaats. Het publiek wandelt van Hollandse Schouwburg naar Het Achterhuis, via het Merwedeplein. Of een deel van de route, mag ik hopen, want dat is nogal een tippel.
Hulde aan de EO dat men het aandurft ideeën te verzamelen en uit te werken om het herdenken op 4 mei te actualiseren. Ik had zelf het idee dat het model zoals dat sinds een tijd bestaat, wel werkt. Overal in Nederland is er sprake van een stille tocht, een herdenking, twee minuten stilte, bloemen leggen. Vervolgens kun je sinds een aantal jaren naar Theater na de Dam: een groot aanbod aan voorstellingen over de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. Monologen, dialogen, kleine intieme voorstellingen. Dit begon ooit in Amsterdam en heeft zich verspreid over diverse grotere en kleinere steden. Voor wie de deur niet uit wil of kan, biedt de televisie vastigheid, met de grote klok op de Waalsdorpervlakte, de kranslegging op de Dam en een documentaire later op de avond.
En nu dus de EO met een fakkeltocht en scènes op lokatie uit het leven van Anne Frank, gespeeld en gezongen door bekende acteurs. Het is een voorstel, een eerste schets, geen uitgewerkt plan nog. Het lijkt op The Passion, begrijp ik, de moderne versie van het Lijdensverhaal van Christus, maar ik kan dat niet beoordelen, want ik heb die uitzendingen nooit gezien. Op het moment dat het idee uitlekt, op woensdag 25 juni, via GeenStijl en televisiezender AT5, begint het publiek terug te duwen. Binnen een paar uur lopen de sociale media vol. Er zijn enkelingen die zeggen: ‘Misschien is dit een methode’, of: ‘Wat nu als het wérkt?’, maar de meeste reacties zijn negatief. Van ‘Weerzinwekkend’ tot ‘Jeroen Krabbé! Hahaha’ tot ‘En krijgen we dan ook weer een gesubisidieerd lied door een schrijver met een taalgebrek? Is John Ewbank nog beschikbaar?’
De oorlog als beleving, noemen Holocaustologen het dilemma. Vorig jaar bestond het Herinneringscentrum in Hooghalen, het museum van voormalig Kamp Westerbork, dertig jaar. Er werd geconfereerd over de vraag hoe het in de toekomst verder moet met de plaatsen van herinnering. Moet het Herinneringscentrum de spoorlijn laten doortrekken naar het voormalige kampterrein? Moeten alle barakken weer teruggeplaatst worden? Zonder barakken kunnen de bezoekers zich geen voorstelling meer maken van hoe het er ooit was. Zonder spoorlijn kunnen de bezoekers ook niet begrijpen dat er ooit een spoorlijn liep.
Ik krijg bijna zin om te zeggen: ‘Ga op zoek naar andere bezoekers’, maar zo werkt het natuurlijk niet. De oorlog verdwijnt uit het Nederlandse collectieve bewustzijn. Als ik naar een muurtje wijs, ergens in Nederland, het maakt niet uit welk muurtje, en zeg: ‘Hier, op deze plek, zijn begin ‘45 twee jongens gefusilleerd die koeriers waren van Trouw; een was bakkersknecht’, dan snapt iedereen die ouder is dan 35 onmiddellijk wat ik bedoel. De tranen zullen ons in de ogen springen. Iemand die jonger is weet niet waar ik het over heb, want wat is nu toch een bakkersknecht?
Een jongere generatie kent de verhalen niet, weet niet van feiten en cijfers, moet worden verleid en overgehaald om zich voor de Tweede Wereldoorlog en de erfenis van die oorlog – tastbaar zowel als immaterieel – te interesseren. Verleid met show, schokeffecten, moderne communicatiemethoden. Dat is prima, want zo ontvouwt de wereld zich nu eenmaal. Beter zo, dan dat ‘t de jongere generaties geen biet meer kan schelen. De EO had ook een app kunnen ontwikkelen, maar in plaats hiervan willen ze het proberen met een soortement wandeling langs de plekken waar Anne Frank is geweest. En in het jaar erop eenzelfde show, maar in een andere stad, met ander hoofdrolspelers. Even afgezien van de Anne Frank-industrie, die blijft bestaan en producten en diensten blijft leveren, tot razernij van velen – het voorstel van de EO is goed bedoeld. Maar het is, getuige de reacties, daar nog iets te vroeg voor.