Een meerderheid van de gemeenteraad van onze hoofdstad wil dat excuses aan de nazaten van de tot slaaf gemaakten worden aangeboden voor het slavernijverleden.

De slavernij is een niet te beschrijven misdrijf tegen de menselijkheid. De hierboven genoemde ladingslijsten zijn hiervan een afschuwelijke getuigenis. Mannen, vrouwen en kinderen in een kille opsomming als handelswaar.

Talloze schepen met in het ruim zo’n 700 vastgeketende naakte lichamen van die mannen, vrouwen en kinderen maakten in opdracht van ook Amsterdamse ingezetenen de overtocht van het Slavenfort Elmina in het Afrikaanse Ghana naar Bonaire, Curaçao en Suriname. Eenmaal daar aangekomen werden families wreed uiteengerukt en verdwenen zij gebrandmerkt door gloeiende ijzers voor altijd in de richting van de suiker-, katoen- of koffieplantages op het Amerikaanse continent. Genadeloos waren zij tot hun dood overgeleverd aan de slavendrijvers en de eigenaren van de plantages.

Excuses lijken op hun plaats. Ook wanneer deze bijna 160 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij pas worden geuit.

Maar, en voor mij is dit echt een heel grote ‘maar’, niet alleen in onze stad Amsterdam maar in ons hele land zijn wij nog helemaal niet aan excuses toe. Integendeel.

Ook al in de buurt van het Amsterdamse stadhuis staat die oude Portugese synagoge. In de kelder van dit monumentale pand genieten bezoekers van ‘de schatten van de synagoge’. Een prachtige verzameling van religieuze voorwerpen – goud, zilver, brokaat – die in lang vervlogen tijden werden gebruikt in de eredienst van de synagoge. Prachtig, maar deze rijkdom werd wel vergaard door de handelaren in het oude Amsterdam. En de slavernij maakt een deel uit van die handelsinkomsten.

Wie wat dieper in de Amsterdamse archieven duikt, komt vanzelf op het spoor van de ‘Aanwijzingen van de compagnieën voor de scheepslieden’. Dit zijn instructies van de ‘Heren van de West- en Oost-Indische Compagnie’ aan de bemanning van de slavenschepen. In die instructies lezen wij dat scheepslieden verplicht werden op de zondag op het dek de kerkdiensten bij te wonen. Ook mocht de zeeman zich, op straffe van stokslagen, niet bezondigen aan het vloeken, een ontheiliging van Gods naam. Prachtige vrome regels vanuit het verre Holland uitgevaardigd, terwijl daar midden op zee in het ruim van het schip honderden mannen, vrouwen en kinderen lagen te creperen, vaak in hun eigen ontlasting, op weg naar de slavernij op de plantages.

Deze ladingslijsten, de rijkdommen, de aanwijzingen zijn slechts een klein detail van de betrokkenheid van de slavernij. Wat honderden jaren later nog steeds zichtbaar is, blijkt een veelvoud van de sporen tegen deze misdrijven tegen de menselijkheid.

Slavernij1
Beeld door: Pixabay

Ja, excuses zijn een mooi gebaar. Maar meteen komt de vraag op wie deze excuses zouden moeten maken. Onze stadsbestuurders? Onze nationale overheid? Zij zijn niet diegenen die de misdrijven hebben gepleegd. Zij hebben wel de verantwoordelijkheid toe te zien dat er zorgvuldig met de geschiedenis van de slavernij wordt omgegaan. Maar dat is iets anders dan het aanbieden van excuses voor iets waar zij geen schuld voor dragen. Dus worden deze excuses tot symbool aan de zijde van de aanbieder.

En dan de andere kant. Aan wie moeten de excuses worden aangeboden? Zij die het letterlijk aan den lijve hebben ondervonden zijn niet meer onder ons. Aan de nazaten? De nazaten van de tot slaaf gemaakten die nog steeds lijden onder de gevolgen verdienen hun eigen excuses. Maar met die excuses kan nooit recht worden gedaan aan die misdrijven die tot 150 jaar geleden hebben voortgeduurd.

Met de excuses van onze minister-president, een burgemeester of een wethouder anno nu kan op geen enkele wijze recht worden gedaan aan, om maar één voorbeeld te noemen, de naar schatting 664 slaven van het Amsterdamse slavenschip ‘Leusden’. Deze kwamen op 1 januari 1738 allemaal om bij de scheepsramp vlak voor de kust van Suriname omdat de scheepslieden de luiken van het slavenruim hadden dichtgetimmerd.

En zo worden ook aan de kant van hen die de excuses in ontvangst zouden gaan nemen deze tot niet meer dan een symbool.

Excuses zouden een eerste stap kunnen zijn. Tenminste, zo willen sommigen het zien. De verschrikkingen, de slachtingen, de misdaden en de misdrijven die allemaal onderdeel zijn van de slavernij waar ook ons land van geprofiteerd heeft, verdienen een totaal andere benadering dan een uitgesproken excuus. De verschrikkingen vragen om een breed inzicht en kennis van wat er allemaal echt misdaan is. Kennis waar onze stads- en landgenoten van toen zich schuldig aan hebben gemaakt.

Wanneer we die kennis hebben, zou een volgende stap kunnen zijn dat wij onze samenleving zo in gaan richten dat slavernij, niet in het klein en niet in het groot, ooit nog plaats kan vinden.

Als we allemaal zover zijn, wanneer onze samenleving er zo uit zal zien, kan er misschien gepraat gaan worden over excuus.

En dan niet met excuus als een eerste stap. Nee, met excuus als een laatste stap.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Lody van de Kamp2

Lody van de Kamp

Rabbijn

Afkomstig uit een Joods gezin waarvan de vader twee jaar doorbracht in het concentratiekamp Auschwitz en de moeder als onderduikster de …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.