De brief van Paulus aan Filemon presenteert een narratief vol tegenstrijdigheden. Hoewel Paulus pleit voor verzoening tussen de tot slaafgemaakte Onesimus en Filemon, faciliteert hij ook een transactioneel herstel dat het aanpakken van het onrecht van slavernij vermijdt. Paulus en Filemon erkennen de bekering van Onesimus tot het christendom. Maar zij maken de toekomstige relatie van de twee afhankelijk van de bekering van Onesimus tot het christendom (en dus een veronderstelde broederschap), waarbij ze zijn verleden van lijden en verlies van agency negeren. Deze transactionele benadering geeft prioriteit aan religieuze verwantschap boven materiële rechtvaardigheid. Daardoor blijft het systeem waarin mensen tot slaaf worden gemaakt gehandhaafd en de doorwerking ervan onbetwist.

De stilte van Onesimus in het verhaal is veelzeggend. Zijn stem, achtergrond en redenen om aan slavernij te ontsnappen, in zijn eigen woorden en vanuit zijn eigen perspectief, zijn weggelaten. Het gesprek gaat eerder over de toekomstige, christelijke relatie tussen Filemon en Onesimus. In de brief stuurt Paulus Onesimus terug naar de plek van waar hij was ontsnapt. Hij geeft Filemon, een vrij man, opdracht hem te verwelkomen en hem als een broeder te beschouwen zonder de hiërarchische relatie tussen de twee te veranderen, zoals blijkt uit de volgende verzen:

Filemon 1: 11: Hij was u destijds niet van nut; nu kan hij echter niet alleen mij, maar ook u goede diensten bewijzen. [1]

Filemon 1:13-15
: en ik hem graag bij me gehouden had. Dan had hij namens u voor mij kunnen zorgen nu ik omwille van het evangelie gevangen zit. Maar ik heb zonder uw medeweten niets willen ondernemen, want u moet mij niet een gunst verlenen omdat ik u onder druk zet, maar omdat u het zelf wilt. Misschien hebt u hem korte tijd moeten missen om hem voor altijd terug te krijgen. [2]

In de gehele brief waarin Paulus rechtstreeks communiceert met Filemon over Onesimus, blijft Onesimus zelf “stemloos”. De Indiase schrijfster en politiek activiste Arundhati Roy herinnert ons er echter aan dat ‘er echt niet zoiets bestaat als “de stemlozen”. Er zijn alleen de opzettelijk tot zwijgen gebrachten of de bij voorkeur ongehoorden.’ [3] De brief zwijgt ook over zijn naam, hij verwijst alleen naar hem via de beschrijving  “Onesimus”, dat “nuttig” betekent, dat wil zeggen ondergeschikt. Doordat Paulus deze naam niet aanvecht, participeert Paulus met het reduceren van een mens tot een passief figuur wiens waarde wordt afgemeten aan zijn nut voor zijn ‘meester’. In deze context onderhandelt Paulus over zijn terugkeer naar Filemon zonder de inherente onrechtvaardigheid van hun relatie aan te pakken. Op die manier wordt een hiërarchie versterkt waarin Onesimus ondergeschikt blijft. Er wordt ons niet verteld wat Paulus’ theologische visie was ten opzichte van andere tot slaaf gemaakte mensen die deel uitmaakten van het huishouden van Filemon. Het is aannemelijk dat zij tot slaaf gemaakt bleven omdat het verhaal zich concentreert op de bekering van Onesimus en dus zijn transactionele terugkeer naar zijn voormalige ‘meester’ als “broer”. Dit weerspiegelt bredere historische patronen waarin christelijke leiders, zoals de predikant van New England, dominee Cotton Mather (1663-1728), christelijke verwantschap predikten terwijl ze het systeem waarin mensen tot slaaf worden gemaakt handhaafden.

Een Akan-man (wiens naam veranderd werd naar Onesimus)

In de achttiende eeuw werd aan Cotton Mather, een Puriteinse dominee in New England, door zijn gemeente een tot slaaf gemaakte Akan-man ‘geschonken’, een man met een naam, religie en erfgoed. Dominee Mather probeerde dit allemaal uit te wissen. Hij veranderde de naam van de Akan-man naar “Onesimus”, naar het voorbeeld van de brief aan Filemon. Hij geloofde in een sociale en spirituele orde, waarbij een christelijke enslaver-  slavenmeester – macht over een tot slaaf gemaakte mens als eigendom zou kunnen hebben, omdat de christelijke enslaver ook zelf onderworpen was aan God [4]. Zo’n veronderstelde scheppingsorde rechtvaardigde zo de opvatting dat bezitsslavernij verenigbaar was met de christelijke traditie, waardoor er ruimte kwam voor ‘christelijke slavernij’.

De hypocrisie van “christelijke slavernij” wordt verder geïllustreerd toen Mather probeerde de Akan Onesimus tot het christendom te bekeren, maar hierin faalde. Mather hoopte dat hij de Bijbelse Onesimus zou evenaren door “nuttig” te zijn door zijn intellectuele en fysieke arbeid. Vanuit dit perspectief bleef Mather op hem neerkijken, ook als Onesimus (samen met andere tot slaaf gemaakte Akans) Mather leert over pokkeninenting [5]. Hij vatte hun kennis over de inenting op als het werk van “een genadige God” [6] jegens (passieve) Afrikanen. Alleen geopenbaarde kennis van God kon volgens Mather verklaren dat Afrikaanse mensen kennis hadden over inenting vóór Europeanen in New England. Deze reductie van Akan-kennis tot een daad van Gods genade was Mather’s manier om de zogenaamde scheppingsorde te rechtvaardigen.

Uiteindelijk verzette de Akan-man, waarvan Mather de naam had veranderd in Onesimus, zich tegen zijn bekering en werd later vrijgelaten door Mather zonder herstelbetalingen. Mather hield de Akan Onesimus aan zijn huishouden gebonden en diens “vrijheid” bleek een relatieve term. Zijn vrijheid vereiste dat hij betrokken bleef bij Mather. Net als de Bijbelse Onesimus was zijn vrijheid dus oppervlakkig, waardoor hij ondergeschikt bleef aan Mather.

‘Christelijke’ uitbuiting aanpakken

Beide Onesimus-verhalen laten zien dat historisch gezien bekering tot het christendom op zichzelf niet leidt tot gerechtigheid en herstel. Echt herstel vereist bewust beleid om historische schade aan te pakken, bijvoorbeeld door rekening te houden met de effecten van bezitsslavernij en kolonisatie door de generaties heen, inclusief systemisch racisme en ongelijkheden in rijkdom, gezondheid en kansen. Gerechtigheid die transformatie en herstel nastreeft zal proberen de cycli van de opzettelijke vernietiging van mensen, land en cultuur te doorbreken. Deze cycli zijn erfenissen van bezitsslavernij en kolonisatie van Afrikaanse mensen. [7] Net als in de brief aan Filemon, waar het de enslaver is die wordt gecompenseerd en met wie wordt onderhandeld, werden ook in de jaren 1800 de enslavers gecompenseerd na de afschaffing van de slavernij, terwijl bevrijde tot slaaf gemaakte mensen niets ontvingen. [8]

Kolonisatie breidde de logica van bezitsslavernij na de officiële afschaffing verder uit, waarbij Afrikaanse lichamen en kennis werden uitgebuit en tegelijkertijd Eurocentrische normen werden opgelegd. Kolonisatie controleerde epistemische, economische en politieke terreinen en wiste erfgoed uit onder het mom van bekering. De meeste zendelingen hebben deelgenomen aan het faciliteren van dit proces van uitwissing. Naast epistemische, economische en politieke kolonisatie voegde de kerkelijke betrokkenheid spiritualicide [9] toe. Bekeerlingen werden van hun identiteit beroofd in een proces van afgedwongen sociaal-culturele en spirituele assimilatie. Dit is niet anders dan de logica achter de (druk tot) bekering van beide Onessimussen die hun stem, identiteit en erfgoed verliezen in de verhalen.

Bovendien, met de “Scramble for Africa” die de kolonisatie formaliseerde, waarbij Europese mogendheden in 1914 in Berlijn 90 procent van het continent in bezit namen, rechtvaardigde [10] sociaal-darwinistische retoriek de uitbuiting van Afrikaanse arbeid. De kolonisatoren anticipeerden zelfs op de decimering van de Afrikaanse bevolking, hetgeen een natuurlijke en goddelijke verordening zou zijn. [11] Dit staat in dezelfde lijn van uitbuiting waarin mensen worden beschouwd als “nuttig” in een veronderstelde goddelijke orde, zoals te zien is in de verhalen van de twee Onesimussen.

Conclusie

De brief aan Filemon wordt vaak gebruikt als voorbeeld van verzoening, maar dit is niet behulpzaam omdat het perspectief van Onesimus ontbreekt. Als zijn stem in de brief tot uitdrukking was gekomen, hadden we zijn perspectief kunnen horen. Mogelijk hadden zijn ervaringen onthuld dat onrechtvaardige machtssystemen zelden ruimte scheppen voor gerechtigheid.

Onrechtvaardige machtssystemen bieden vaak weerstand tegen verandering. Ze passen zich aan en duiken weer op, waarbij ze hun onderdrukkende patronen behouden. Vandaag, zoals theologen als Vuyani Vellem [12] hebben uitgelegd, heeft het imperium zich op verschillende manieren aangepast aan de huidige tijd en zal het blijven bestaan als niets wordt gedaan. Om deze terugkerende cycli te doorbreken is just repair (rechtvaardig herstel) essentieel.

Just repair plaatst nazaten in het centrum van herstelprocessen en bevestigt hun rechtmatige autoriteit om de juiste koers hiervoor te bepalen. Dit is inclusief compensatie en uitgebreide materiële en symbolische herstelbetalingen die de toegebrachte schade erkennen en compenseren. Het Onesimus-verhaal illustreert ook hoe theologieën van verzoening en herstel vaak gemarginaliseerde stemmen het zwijgen opleggen, en in plaats daarvan de nadruk leggen op christelijke verwantschap.

De brief kan daarom niet worden gebruikt als een behulpzaam herstelmodel voor verzoening, aangezien er niets wordt hersteld, gerepareerd of verzoend ten aanzien van Onesimus. Zijn bestaan is nooit in het centrum geplaatst van de discussie over zijn verleden, heden of toekomstige omstandigheden. Zijn bestaan verandert slechts van de uitbuiting van zijn arbeid, naar het opleggen van een veronderstelde nieuwe christelijke identiteit. Theologen en christelijke leiders die vandaag de dag zinvolle theologieën van herstel nastreven, doen er goed aan om gerechtigheid voorrang te geven boven verzoening, en de voortdurende economische, politieke, sociale en epistemische schade aan te pakken.

Dit is een verkorte, vertaalde versie van een keynote speech getiteld, Just Repair and Legacies of Enslavement and Colonisation gegeven bij de Atoning for the Sins of Our Past en een eendaagse workshop gegeven bij de Council for World Mission in samenwerking met de Centre for Black Theology, Regent’s Park College, Oxford op 13 februari 2025.

De jaarlijkse herdenkingsdienst verwerking slavernijverleden vindt zaterdag 28 juni 2025 plaats in de Evangelisch-Lutherse Kerk in Zwolle. Dit artikel is gepubliceerd in samenwerking met Stichting Heilzame Verwerking Slavernijverleden.

Noten

[1] NBV
[2] NBV
[3] Arundhati Roy in haar lezing bij het in ontvangst nemen van de 2004 Sydney peace prize, Sidney, Australië. De lezing is getiteld “Peace & The New Corporate Liberation Theology” en is online beschikbaar: https://sydneypeacefoundation.org.au/peace-prize-recipients/2004-arundhati-roy/, 1.
[4] Zie Koo, Kathryn S. “Strangers in the House of God: Cotton Mather, Onesimus, and An Experiment in Christian Slaveholding.” Proceedings of the American Antiquarian Society, vol. 117, American Antiquarian Society, Apr. 2007, p. 155.
[5] Zie Koo, “Strangers in the House of God”, pp. 143-176.
[6] Mather, Cotton in The Angel of Bethesda. Reprinted in Kittredge, George Lyman 1912. Some Lost Works of Cotton Mather. Cambridge: John Wilson and Son, 431-32.
[7] Maangamizi Education Trust (M.E.T.). (no date). “Education & Action for Transformative Reparations & Planet Repairs.” Available online: https://www.maangamizitrust.org/
[8] Zie De Kom, Anton 2022. We Slaves of Suriname. English Translation. Cambridge: Polity Press, 29-30.
[9] Zie Vuyani Vellem, “Tiyo Soga: Violence, Disruption and Dislocation in the White Polis,” HTS Teologiese Studies/ Theological Studies 72/1 (2016), a3563. DOI: http://dx.doi. org/10.4102/hts.v72i1.3563
[10] Kulik, Rebecca M. “Scramble for Africa.” Encyclopedia Britannica, 23 Apr. 2025, https://www.britannica.com/event/Scramble-for-Africa.
[11] Reade, William Winwood 1864. Savage Africa: Being the Narrative of a Tour in Equatorial Southwestern and Northwestern Africa. New York: Harper and Brothers, 452.
[12] Vuyani Vellem, “Black Theology of Liberation: A Theology of Life in the Context of Empire,” Verbum et Ecclesia, 36/3 (2015), DOI: https://doi.org/10.4102/ve.v36i3.1470.

Thandi Soko-de Jong

Thandi Soko-de Jong

Thandi Soko-de Jong is een wetenschapper, activist, docent, columnist en presentator met meer dan 10 jaar ervaring in kwalitatief …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.