“Ze zeiden dat ik niet besta, maar dat snap ik niet”, zegt de achtjarige Feifei verdrietig een week nadat hij bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan het loket is geweest. Die ambtelijke woorden hebben duidelijk indruk op hem gemaakt.

Het valt niet uit te leggen aan een kind. Hij bestaat niet, maar hij is er wel. Geboren in Nederland uit een Chinese moeder zonder papieren. Hij werd bij geboorte door zijn moeder – uit onwetendheid en door speling van het lot – nooit geregistreerd in de Gemeentelijke Basisadministratie en als hij op dat moment wel geregistreerd zou zijn geweest, zou hij waarschijnlijk het stempel ‘nationaliteit onbekend’ krijgen omdat zijn moeder ook niet kon documenteren dat zij Chinese is.

‘Nationaliteit onbekend’ is de grote restcategorie voor vreemdelingen in Nederland die niet met papieren kunnen aantonen dat zij een nationaliteit hebben of staatloos zijn.  Veel ongedocumenteerden zijn op deze manier staatloos.

‘Nationaliteit onbekend’ is zoiets als ‘je bent er wel, maar je kunt niet aantonen uit welk land je komt’. Iets wat voor veel vluchtelingen heel gebruikelijk is. Volgens de laatste cijfers (1 januari 2012) stonden er 75.659 migranten als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie geregistreerd. Zij komen voornamelijk uit landen als Somalië, Irak, Afghanistan, voormalige Sovjet Unie, allemaal landen van waaruit de afgelopen jaren veel asielzoekers naar Nederland zijn gemigreerd.

Ook kinderen die in Nederland worden geboren worden veelvuldig aangemerkt als ‘van onbekende nationaliteit’: in totaal betrof dit op 1 januari 2012 12.421 minderjarigen. Het Verdrag van 1961 ter Beperking van Staatloosheid bepaalt dat staatloze kinderen uiterlijk vijf jaar na hun geboorte of als ze vijf jaar in dat land verblijven moeten kunnen kiezen voor de nationaliteit van het land waarin ze wonen. Op 1 januari 2012 stonden 5.641 in Nederland geboren kinderen die ouder waren dan vijf jaar als zodanig geregistreerd. Maar zij mogen nog steeds van Nederland hun nationaliteit niet kiezen.

Staatloos zijn betekent geen vrijheid om te gaan en staan waar je wilt, betekent geen rechten op huwelijk, diploma’s, onderdeel zijn van een politieke gemeenschap. Betekent geen kansen. Staatloos zijn doet iets met je identiteit. Alsof je bestaansrecht niet erkend wordt.

Zo kunnen bijvoorbeeld staatlozen zich vrijwel onmogelijk laten naturaliseren omdat ze een geboorteakte moeten overleggen die ze redelijkerwijs als staatloze nooit kunnen bezitten.

Staatlozen zijn vaak niet uitzetbaar naar hun ‘eigen’ land en krijgen dus ook lang niet altijd een verblijfsvergunning voor Nederland. Gevolg is dat veel van hen in de illegaliteit terecht komen en/of regelmatig in vreemdelingendetentie vast zitten met vaak traumatische gevolgen. Ze zijn gevangen tussen grenzen.

Omdat in het ene land een kind automatisch de nationaliteit van het land krijgt als het er geboren wordt (Ius soli, bijv. Amerika) en in het andere alleen als een van de ouders die nationaliteit bezit (Ius sanguinis, bijv. Nederland), kun je met migratie staatloosheid creëren.

Een voorbeeld in Nederland is de situatie van alleenstaande Somalische vrouwen. Volgens het Somalische nationaliteitsrecht is het moeders niet toegestaan hun nationaliteit door te geven aan hun kinderen. Dan zit je dus met het probleem van een staatloos kind.

Het bovengenoemde VN verdrag van 1961 verplicht staten om kinderen bij geboorte niet staatloos te maken. Nederland zegt nu: je krijgt de Nederlandse nationaliteit als je drie jaar legaal (in bezit van een verblijfsvergunning) in Nederland verbleef. Maar het verdrag zegt: je zou de nationaliteit van het betreffende land moeten krijgen als je kan aantonen dat je drie jaar in het land woont. De ACVZ beveelt Nederland dan ook aan om de eis van een verblijfsvergunning voor kinderen te laten vervallen en sowieso om een aparte staatloosheidsprocedure in te stellen aangezien die er nu helemaal niet is.

De achtjarige Feifei, geboren in Nederland maar nooit geregistreerd, had dan – samen met 12.421 andere kinderen in Nederland – niet hoeven horen ‘dat hij niet bestaat’ of geen nationaliteit heeft. Het rapport van de ACVZ draagt misschien bij aan een beleidswijziging op dit gebied.

Zie de Mensjesrechtendocumentaire Feifei; wie niet weg is, is gezien, die geboren in Nederland, ook na 8 jaar ongedocumenteerd te leven, nog altijd niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning.

Els-van-Driel-twitter

Els van Driel

Freelance regisseur/ eindredacteur

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.