Wat mij overkwam

Een jaar geleden had ik zelf niet kunnen denken dat ik de ellende waarin ik toen werd ondergedompeld, nog eens zou scharen onder ‘het beste wat mij is overkomen’. Hartinfarct, zoals duizenden dat moeten meemaken, maar in mijn geval complicaties en een lange nasleep. Pas toen na de eerste turbulente weken het stof van de overlevingsmodus was neergedwarreld drong de situatie tot me door in heftige emoties. Die gingen echter gepaard met momenten van diepe rust, vrede met en liefde voor alles, mysterieuze verstilling en een intens verlangen naar ‘de dingen van God’. Ik zou niet weten hoe ik het anders moet omschrijven.

God – de geestelijke bevinding die ik God noem – laat zich blijkbaar ervaren waar een mens door de bodem van het bestaan heen zakt. Dronken van God was ik. Als er toen één ding tot mij doorgedrongen is, dan is het de realiteit van God. Dat het menens is met de godervaring. Dat ‘God bestaat’.

Gij

Het was, meer algemeen geformuleerd, een existentiële ervaring, die gekenmerkt werd door de sterke gerichtheid op een ‘Gij’. Midden in die geestelijke desoriëntatie zocht ik rust en richting in de teksten van Meister Eckhart, Spinoza maar ook hedendaagse mystici als Willigis Jäger en de-  voorheen – kartuizer non Miek Pot. Bij al deze mystici is er een helder besef van het onpersoonlijke, of liever, bovenpersoonlijke karakter van het goddelijke. Toch drong zich de behoefte aan mij op om die ‘Substantie’ (Spinoza) als een persoon aan te spreken, zoals ook de psalmen zo onbekommerd doen: Gij.

God wordt niet persoonlijk door ‘hem/haar’ persoonlijk te duiden. Het zegt niets over het wezen van God maar alles over onze eigen constitutie. Wij kunnen niet anders dan ons persoonlijk verhouden tot het goddelijke, ongeacht of dat persoonlijk van aard is.

God is er altijd

Het zal niet zo zijn dat er een god is die ergens willekeurig religieuze ervaringen zit uit te delen – daarbij velen jammerlijk over het hoofd ziend! Dat zou buitensluitend en verdelend werken. Juist vanuit de mystiek wil ik toe naar het universele, verbindend intermenselijke. Dus niet het interreligieuze, want die term splitst de mensheid weer op in wel en niet religieus.

Als ik zeg dat ‘God bestaat’, doel ik op een ons overstijgende, door iedereen te ervaren realiteit. Het surplus, het extra reservoir in de menselijke geest. Een ook fysieke, in de hersenen aantoonbare werkzaamheid – die er eenvoudig is. Voorhanden. In ons. Het kan er niet niet zijn. In Augustinus’ woorden: God is er altijd.

Vaak merken wij deze stille, verborgen kant van de werkelijkheid pas op in een situatie van crisis, als alles waaraan wij ons doorgaans vastklampen om ons heen vervalt, waardoor er eindelijk ruimte komt om de essentie van ons bestaan onder ogen te zien.

Godoverstijgende godervaring

De persoonlijke godervaring is weggelegd voor iedereen. God bestaat, ook als je dat zelf nooit zo zou zeggen en niets hebt met geloof of God. Zelf onderging ik mijn mystieke ervaring vorige zomer ook volkomen los van religie of kerk. Sterker nog, die zouden mij eerder belemmerd hebben. De bevinding is zo overtuigend dat het er niet meer toe doet of je het al dan niet aanduidt met God – of alles tegelijk!

Er zijn vele voorbeelden van zo’n ‘godoverstijgende godervaring’, die juist daarom weer universeel menselijk wordt. Zo beschrijft Annette Herfkens in Turbulentie wat haar overkwam na een vliegtuigcrash in de Vietnamese jungle: ‘Ik ben één met het moment. Een tijdloos moment van extatische vrijheid. […] Ik ben het moment. Ik behoor toe aan het Leven zelf! Aan het universum. Aan God.’

Op het verzoek van Wim Jansen is bovenstaande column zijn laatste column voor Nieuwwij.nl.

WIM JANSEN DSC00988 uitsnede

Wim Jansen

Theoloog, schrijver en dichter

Tot zijn emeritaat in 2015 was Wim Jansen (1950) predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg. En hij …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.