Een relatie of een huwelijk zegenen, gebeurt niet door mij, maar door God. God zegent het stel en als priester bevestig ik deze zegen. Ik heb dit vele malen gedaan, waarvan enkele keren bij homoseksuele stellen. Deze laatsten kan ik mij allemaal nog herinneren. Niet omdat ik iets deed wat verboden was, maar omdat God op zo’n bijzondere manier aanwezig was.

God was voor hen zo vitaal en nabij, dat ook ik in hun relatie met God betrokken raakte. Ik werd er warm van, geïnspireerd, bevestigd of geprikkeld om mijn eigen relatie met God opnieuw te bezien. God was soms voelbaar aanwezig, niet als een macht, laat staan een almacht, maar als een liefdevolle betrokkene.

Wat maakt dat ik bij sommige gelovige homo’s zo’n vitaal geloven, zo’n diep geworteld vertrouwen ervaar? Homo’s worden geboren in een wereld die vanzelfsprekend heteroseksueel geordend is. Vroeg of laat ervaren zij, dat zij niet passen in deze wereld; dat ze abnormaal zijn. Zij voldoen niet aan het beeld dat anderen van hen hebben en vaak ook niet aan het beeld dat ze van zichzelf hebben. Sommigen gaan de weg van acceptatie van deze afwijking; het is nu eenmaal zo en daarmee moet je leren leven. Anderen gaan dieper en komen tot het inzicht dat het zicht op zichzelf niet klopt, dat een mens zoveel meer is dan de beelden die wij van elkaar hebben. Zij gaan de acceptatie voorbij, leren zichzelf dieper kennen en bevestigen deze nieuwe mens. Zij zeggen volmondig ‘ja’ tegen zichzelf.

Wie dichter bij zichzelf komt, komt ook dichter bij de God die met ieder mens liefdevol verbonden is. Wie door schade en schande geleerd heeft de beelden van zichzelf te herzien, zal dit ook vanzelfsprekender doen met de beelden van God. Ook God past niet in een hokje.

Theo Koster

Theo Koster OP

Theoloog en emeritus studentenpastor

Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.