Idealisme is de spanningsboog tussen de werkelijkheid zoals we deze ervaren en meemaken en de werkelijkheid die wij wensen en nastreven. Idealisme moet wortel schieten in de werkelijkheid en zich niet daarvan losmaken. Idealisme moet groeien en volwassen worden. Idealisme dient goed doordacht te zijn.

Onlangs schreef Wim Blockmans een studie over metropolen aan de Noordzee (1100-1560). Het is boeiend om de steden uit de latere Middeleeuwen te vergelijken met de Europese landen uit onze tijd. In de Middeleeuwen bemoeiden de machthebbers zich met het muntstelsel. Muntwaarderingen schiepen vaak onzekerheid. Lonen bleven gelijk maar prijzen stegen. Armen werden het zwaarst getroffen. De huidige eurocrisis treft opnieuw de zwakken. Nederland gedraagt zich als strenge schoolmeester maar de gewone Griek of Spanjaard crepeert. In de late Middeleeuwen ontstonden in steden genootschappen die in de handel solidariteit nastreefden. De mensen wilden zich laten leiden door verantwoordelijkheid voor de naaste. Bestuurders moesten leren rekening te houden met hun burgers. Van geweld moest worden afgezien. Ieder moest goed nadenken en zich houden aan de wet.

In het huidige Europa plegen de mensen heftig verzet, zoals in Griekenland, maar worden ook overal Occupy-achtige demonstraties gehouden. De mensen zijn de graaicultuur beu. Ze verzetten zich tegen vriendjespolitiek en corruptie die het casinokapitalisme kenmerken. Het is verrassend te constateren dat satire de draak steekt met corrupte machthebbers. Je zou op dit punt Freek de Jonge uit onze tijd kunnen vergelijken met De Vos van Reynaerde uit de dertiende eeuw. Ondanks de gruwelijke pest, watersnoden en hongersnoden doofde het idealisme niet. De mensen werden geconfronteerd met zakkende veenbodem (door turfwinning) en vreselijke overstromingen (geen Deltawerken). Maar zij vonden de windmolens uit. De mensen leerden met elkaar te overleggen en begonnen te denken volgens het poldermodel dat in onze tijd werkgevers en werknemers tezamen met politici bij elkaar brengt om oplossingen te zoeken.

Idealisme perkt de macht in. Het nodigt uit om gezamenlijk het algemene belang te onderstrepen en waar mogelijk met elkaar alles te delen. In de latere Middeleeuwen valt de kerk tegen. Innerlijk werd de kerk verscheurd door verdeeldheid (er waren soms 3 pausen). De kerk had geen antwoord op de onzekerheid onder de mensen. Rituelen en aflaten waren meer populair. De kerk verwees altijd naar de zonde van de mensen die Gods toorn opriep (door middel van ziekten, oproeren, honger, opstanden en rondtrekkende bendes). Het celibaat werkte van geen meter. Veel pastores verwekten kinderen. In onze tijd worstelt de kerk met het seksuele machtsmisbruik. Velen keren de kerk de rug toe. Het verplichte celibaat ettert verder. Maar gelukkig kenden we in de Middeleeuwen de bedelmonniken die in verstaanbare volkstaal de naaste liefde verkondigden. Erasmus stond op en vroeg wanneer we eindelijk eens Jezus serieus gaan nemen.

Deze vraag kunnen we ook in onze tijd stellen. In tegenstelling tot Paul Scheffer die de stad associeert met desintegratie, kies ik voor de positieve stadsbeelden van Claude Fischer en Herbert Gans. De menselijke creativiteit is een bron van mogelijkheden om te reageren op de omgeving. Mensen zijn geen laboratoriumratten die reageren op determinerende factoren in hun omgeving. De mens is een cultuurdrager die in staat is om de gevolgen van de krachten uit de omgeving te verwerken, te weerstaan en te reguleren. Zo is het idealisme de motor die de kracht produceert om de ervaarbare werkelijkheid om te zetten in gewenste werkelijkheid.

Etzoni pleit voor een mozaïek. Een mozaïek is veelkleurig en vertoont allerlei patronen. Deze mozaïek omvat asielzoekers, illegalen, christen-democraten, sociaal-democraten, liberalen, PVV’ers, christenen, joden, moslims en niet-religieuze humanisten. Onze multiculturele samenleving is een eilandenrijk geworden waar nog veel bruggen gebouwd moeten worden. Integratie is nooit voltooid. We zijn onderweg. Onze eigen identiteit is nooit klaar. Voortdurend zijn we in interactie en in contrast met anderen. Ons idealisme droogt niet uit. We hopen op meer bruggen. Deze hoop is een motor van onze actie.

Hans Visser

emeritus predikant

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.