Manuela Kalsky, bijzonder hooglelaar op de Edward Schillebeeckx leerstoel, deed een welsprekend pleidooi voor ruimte voor deze politieke actie die ook feministisch bedoeld is. Het gaat volgens haar ook om het recht op vrijheid van het individu, in het bijzonder van vrouwen. Een gedachte vanuit de Verlichting waar wel niemand tegen zal zijn. Het is kritiek op de kerk die meedoet aan machtsmisbruik. Zelfs spreekt Kalsky van een door God gegeven recht op vrijheid van mening. Wat de vrouwen deden was dus niet heiligschennis, zoals de Russische patriarch Kirill meende, maar niets minder dan Gods wil!

De SGP’er en rector van het seminarie van de Hersteld Hervormde kerk, Wim van Vlastuin, daarentegen toonde veel begrip voor de Russische gevoeligheid in deze. Blasfemie was het volgens hem, geen kerkkritiek. Toch vond hij niet dat de patriarch er de politie bij had moeten halen. Het voorstel van Kalsky om via de Wereldraad van Kerken een protest te laten horen haalde het echter weer niet bij Van Vlastuin. Dat protest zou er op neer komen dat die actie wordt goedgepraat en daar is de hersteld hervormde theoloog op tegen. Kalsky zag in de weigerachtigheid van de Wereldraad van kerken alleen maar opportunisme: het sparen van de orthodoxe kool.

Hoe dit debat in te schatten? Van Vlastuin stamt zelf uit een traditie die kerk en staat behoorlijk dicht bij elkaar wil hebben. De overheid is volgens zijn partij (als enige!) nog steeds gehouden de valse godsdienst te bestrijden, waarbij de ware godsdienst niet zozeer het christendom in het algemeen is, als wel het protestantisme in niet-vrijzinnige vorm. Steun aan de (ware ) kerk is dus zeker een taak van de overheid volgens de SGP. In dat licht doet zijn pleidooi voor scheiding van kerk en staat wel wat verrassend aan. Kalsky laat zich op haar beurt vanuit een emancipatorisch elan ertoe verleiden de protestgroep een kerk-kritisch, ja profetisch elan toe te kennen. Russisch-orthodoxe gelovigen hebben dat allemaal niet begrepen.

Ikzelf meen dat beide standpunten teveel naar zichzelf toe redeneren. Aan Kalsky de vraag of blasfemie volgens haar eigenlijk wel mogelijk is. Is juist niet een kenmerk van de Westerse houding dat men niet meer gekwetst kan worden op religieus vlak? Zoiets als aangetast worden in de eer, bestaat dat nog? Het geeft haar in elk geval geen recht om dat besef aan de Russisch-orthodoxe gelovigen te ontzeggen. Van Vlastuin voelt de blasfemie wel aan, maar ziet tegelijkertijd het probleem van de vermenging van de orthodoxe kerk (waarmee zijn affiniteit niet groot zal zijn) en de staat. Maar waarom dan een protest van de Wereldraad niet toejuichen? Dat protest betreft dan niet de vermeende (over) gevoeligheid van de gelovigen, maar de volstrekt onacceptabele politisering van deze kwestie. Het gaat hier niet om de scheiding tussen kerk en staat, maar de scheiding tussen wetgevende en politieke macht wordt hier met voeten getreden. Op het moment dat Poetin zich over de zaak had uitgelaten verdienen de dames de onmiddellijke invrijheidstelling, dit om elke schijn van verstrengeling te vermijden.

Dan nog hebben de Russisch-orthodoxe gelovigen het volste recht zich in hun eer aangetast te voelen. Of moeten we nog anders denken: bestaat blasfemie eigenlijk niet? Kan God niet beledigd worden, omdat Hij oneindig verheven is boven het menselijk gewoel? Of zijn wij Westerlingen te geseculariseerd om ons nog aangesproken te voelen? Daar zou ik wel eens een antwoord op willen hebben. Wat mijzelf betreft, diep in mij voel ik me kennelijk lid van de sobornost! Maar neem ook deze website even mee, voor je reageert.

Marcel Poorthuis

Marcel Poorthuis

Hoogleraar Interreligieuze Dialoog

Marcel J.H.M. Poorthuis (1955, Hilversum) studeerde theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit (KTU) te Utrecht en muziek aan …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.