“Het is geen leven. Ik heb vaak gedacht, ik zou beter dood kunnen zijn, dan zo te moeten leven. Je wilt niet weten hoe uitzichtloos het bestaan is, als je nergens heen kan en niemand je helpt.”

“Ik heb maanden lang geslapen in de portiek van een flat hier verderop. En meerdere malen werd ik in elkaar getrapt door dronkaards. Het stonk er naar pis. Je bent minder dan niets. Echt, het is geen leven.”

Onze geliefde huismeester was aan het woord. Hij vroeg eerst hoe het ging met een aantal mannen uit de Vluchtgarage, die wachtten op het moment dat hun kleren weer schoon uit de wasmachine kwamen. Ze vertelden van de tocht die ze hadden afgelegd naar de Den Haag, drie dagen lang, te voet. Ze vertrokken uit Amsterdam en overnachtten in kerken op de route. Toen ze na drie dagen in Den Haag aankwamen, nam Teeven niet de moeite ze te woord te staan, zo vertelden ze. Er was een videoverbinding. Ze mochten naar een scherm kijken en zo werd het woord tot hen gericht, door wie werd me niet duidelijk. Er kwamen wel Kamerleden naar ze toe, ze haalden verschillende kranten en andere media. Dat is hun strategie, steeds opnieuw: aandacht vragen voor hun situatie, zorgen dat je in het nieuws blijft, dat mensen van hen blijven horen. De strategie van de vluchtelingen die na afgewezen te zijn op straat zijn gezet, maar die niet terug kunnen, om wat voor reden dan ook. Ze hebben zich verzameld, ‘Wij zijn hier’.

“Die Teeven, wat weet hij ervan. Is hij wel eens in de Vluchtgarage geweest? Weet hij hoe jullie leven? Weet hij hoe het is om geen geld te hebben, geen fatsoenlijke verblijfplaats, altijd te moeten leven met de angst opgepakt te worden, nergens heen te kunnen? Weet iemand van de politiek hoe dat is? Niemand!”

“Het is geen leven. Je kunt beter dood zijn.”

De woorden kwamen binnen. Bij dat kleine groepje mensen daar verzameld, in een flat in Amsterdam Zuidoost.

“Things have changed,” probeer ik. “It has changed, for you. You don’t have to live like that anymore.”

“We hope that it will change for us as well,” reageert een ander. En hij krijgt bijval. “You shouldn’t give up.” “God is with you.” Met elkaar proberen we hem moed in te spreken. “You are such a blessing for so many people who come here every day.”

Mijn hart huilt. Weer word ik geraakt. Door het leed dat men heeft geleden, de ellende waar mensen door heen moeten gaan en waar nog veel aan terug wordt gedacht. Het is geen leven…’

Maar ook door het medeleven dat er is, door mensen die zelf nog leven op de manier die de huismeester beschreef. Ze houden hoop. Ze geven niet op. Ze willen eenvoudigweg leven.

Dit is de realiteit voor honderden mensen in ons land. Zij zijn hier. Wij kunnen niet lijdzaam toekijken, wij mogen niet zwijgen, we moeten helpen. Want, wij zijn ook hier. Ga naar facebook.com/wijzijnhier, bezoek de website wijzijnhier.org. Meer informatie over Stap Verder? Facebook.com/stapverder, bezoek stapverder.org.

Marije-Karreman

Marije van der Wilt- Karreman

betrokken bij 'Stap Verder', Jeugdwerkadviseur, Predikant

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.