De rode draad in de gesprekken van de afgelopen dagen is het ongezien blijven van problemen. Munir vertelt over Sudan, waar hij vandaan komt en waar hij met hulp van vrienden en familie een grassroots organisatie is gestart die hulp biedt aan mensen in Noord Dafur. Hij werkt nu hier in het kamp als coördinator bij een NGO. Ooit kwam hij als vluchteling aan.
“Ik heb me altijd publiekelijk uitgesproken, daarom moest ik vluchten. En hoewel ik op mijn zesde, bij het begin van de burgeroorlog, zag hoe voor mijn ogen mensen werden vermoord en vrouwen werden verkracht, en hoe ik altijd door mijn afkomst heb gevoeld als minderwaardig te worden gezien, toch bloedt mijn hart voor de mensen in Sudan, en zeker in Darfur. Meer dan 20 miljoen mensen in kampen. Ik ben nu hier, kan niet terug, maar wil wel iets doen daar. Noodhulp, maar vooral mensen, vrouwen vooral, de kans geven een vak te leren.”
De noodzaak om mensen een vak te leren wordt hier vaak genoemd. Diverse initiatieven zijn ontplooid, maar lang niet genoeg. De situatie wordt ook steeds ingewikkelder. Waar Lesbos vooral wordt gezien als een grenslocatie waar mensen van weg moeten, is de vraag ‘waarheen dan?’ steeds moeilijker te beantwoorden.
Het beleid gericht op het uit alle macht weren van vluchtelingen is niet alleen moreel verwerpelijk, het is ook niet slim. Net zoals in Nederland is ook hier behoefte aan mensen die kunnen werken. Hier op het eiland in de horeca, en de olijfteelt. Maar met een overheid die op het vlak van training niks onderneemt en de organisaties hier die steeds moeilijker aan geld komen, is dat moeilijk. Maar… ideeën zijn er genoeg! Van barista opleidingen tot de artiest wakker maken in grote en kleine mensen.
Niet bij de pakken neerzitten
Maar er gebeuren ook minder fraaie zaken. Vluchtelingen die worden ingehuurd om tegen een schandalig klein bedrag mee te bouwen aan het nieuwe kamp. Door een inmiddels afgetreden minister is dat kamp overig als detentie kamp aangeduid. Wanneer het open gaat, wat het nu precies is, niemand die het weet, het ligt ver van de bewoonde wereld en welke consequenties het heeft voor de NGO’s die nu in het kamp werken ook niet.
Wat ik hier zie, hoor, meemaak, sterkt me eens te meer in de gedachte dat we niet bij de pakken neer moet zitten om Trump. Vance, Musk, Faber, Wilders, Klever, om uitspraken en wanbeleid. Het is aan ons om op welke manier dan ook een tegengeluid te laten horen. Net als Munir, en net als zoveel mensen hier en overal ter wereld. Remco Campert zei dat toch mooi:
Verzet begint niet met grote woorden
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets wat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.