Ons zevenjarig zoontje en ik lopen aan de waterkant naar de Gentse basisschool waar hij sinds mei na de verhuizing uit Nederland heengaat. Elke ochtendwandeling is een gouden moment, al lopen we onder een lage, grijze lucht, die ons volgens Jacques Brel in dit vlakke land nederigheid leert. Vandaag is het geen meerkoet of poesje aan de leiband dat onze aandacht trekt. Vandaag gaat het gesprek over wat mijn zoontje op school leert. ‘We kregen de opdracht om macht te tekenen. Dat vond ik moeilijk. Veel kindjes in mijn klas tekenden een vuist. Hoe ziet macht eruit in jouw hoofd, mama?’
Ik denk na en kijk naar onze voeten. Zijn rechtervoet staat op een blauwe step met coole LED-lampjes in de voorwielen. Ik probeer hem bij te houden op afgetrapte sneakers. Die schoenen kocht ik niet enkel om het leer van fruitschillen, maar vooral omdat de merknaam ACBC voluit in rode letters op de buitenkant staat. Anything Can Be Changed. Zo openden mijn schoenen al een paar gesprekken over wat er anders kan en moet.
Dat we deze gesprekken openlijk op straat kunnen voeren, hebben we te danken aan de democratie waarin we leven. Regelmatig pleit ik ook voor kleine revoluties, die pas mogelijk worden als je weet hoe waardevol, fijnmazig en kwetsbaar een democratische samenleving is. Je moet analyseren hoe macht vormgegeven wordt, hoe beeldvorming gebeurt, wie dominante narratieven bepaalt en betekenissen van woorden verdraait en vernauwt. Hoe leg ik het uit aan mijn kind? Is dit überhaupt een antwoord op de vraag die hij me stelde?
We filosoferen verder. Wat is het tegenovergestelde van ‘macht’, waar ligt het verschil met ‘kracht’, dat meer gebalanceerd is? En wat dan met ‘duistere krachten’? Of vind je ‘machteloosheid’ aan de andere kant? Schuurt ‘macht’ met ‘gelijkwaardigheid’? Want, opper ik, terwijl macht vooral verticale lijnen trekt, vind je gelijkwaardigheid vooral aan de horizon. Zijn hersenen knetteren. Hij vertelt dat hij deze tekening maakte toen op school een nieuw thema gestart werd.
In het project ‘Mijn stad, mijn stem’ onderzoeken kinderen wat democratie betekent en welke andere bestuursvormen er bestaan. In de klas lezen ze prentenboeken. ‘Genoeg gebruld’ van Günther Jakobs vertelt over een leeuw, die als een dictator de savanne bestuurde, en die zo hard gebruld had dat hij zijn stem kwijt is. In de chaos die volgde, ontstond democratie met eerlijke regels die voor iedereen gelden, zelfs voor de leeuw met keelpijn. In ‘Democratie’ van Philip Bunting vind je de vergelijking met een traag groeiende plant: ‘In de loop der tijd hebben alle mensen geholpen om deze plant te voeden, te beschermen en te laten groeien.’
De trias politica, die de pijlers van democratie vormen, staan wereldwijd onder druk. Ook in het globale noorden bedreigen autoritaire krachten haar voortbestaan. De vierde macht, de pers, laat het vaak na om burgers hierover te informeren en het grotere plaatje te tonen. Ook in België volgen neoliberale besparingen elkaar zo snel op, dat zelfs cultuur minnende slaapkoppen uit hun pluchen zetel opveren. Want de cultuursector blijft niet gespaard. Vakbonden, kritische vzw’s (stichtingen) en actiegroepen die tegen vernietiging ageren: ze liggen allemaal onder vuur en worden zelfs gecriminaliseerd. Ook het demonstratierecht wordt in twijfel getrokken of ronduit aangevallen.
In het avondnieuws benadrukt premier De Wever als toelichting bij de stokkende begrotingsgesprekken dat hij verkozen is om het land te ‘saneren’. Tijdens het openingscollege aan de Gentse universiteit vertelde deze Vlaamse leeuw aan jonge studenten dat er niets anders op zit dan zwaar besparen en inleveren. De snoeiharde bezuinigingsplannen en pogingen om kritische stemmen in de publieke ruimte te smoren, gaan ook in mijn vaderland gepaard met miljarden euro’s voor wapens en gevechtsvliegtuigen. Minister van Defensie Theo Francken wil alle achttienjarigen een brief sturen waarin ze verleid worden om tegen 2000 euro netto per maand het leger te versterken. Tijdens deze militariseringsrace worden principes van het internationaal recht en uitspraken van het internationaal gerechtshof voordurend op straat gezet. De steun aan Israël was in België nooit zo groot als onder de federale Arizona-regering.
Dus waarom verhuisden we? Is Gent echt een betere plek om een kind op te voeden? Inderdaad, ook hier is het onduidelijk in welk recyclagepark we de fundamentele bouwstenen van een gezonde democratie terugvinden. Maar hier klinkt tenminste veel protest. In de vijftien jaar in Nederland zag ik de bouwstenen van democratische besluitvorming en een sociale welvaartstaat bijna geruisloos verbrokkelen. In kroegen ving ik tijdens de drie regeerperiodes van Mark Rutte zelfs met goed gespitste oren amper gesprekken over politiek op. En in die vijftien jaar zag ik nooit wat op 14 oktober in Brussel gebeurde, toen minstens 140.000 mensen in Brusselse straten verzamelden om te protesteren tegen het neoliberale afbraakbeleid van de Arizona-regering, die naast de werkende klasse ook de meest kwetsbare leden van de samenleving treft, zoals langdurig zieke mensen en mensen op de vlucht. Ja, de democratie kraakt ook hier, maar een groot deel van de bevolking laat samen met militante vakbonden de alarmbellen rinkelen. De pensioenroof en zware bezuinigingen gebeuren niet zonder slag of stoot.
Dat de zware besparingen samengaan met de hijgerige wapenwedloop, is ook in het sociaal buurtrestaurant het onderwerp van gesprek. In Nederland is de NAVO-norm zelfs in de aanloop van landelijke verkiezingen amper een thema. In de huidige Tweede Kamer is er geen enkele partij die uitlegt hoe sterk racisme, eco- en genocides verweven zijn met neokolonialisme en neoliberalisme. Geen enkele partij in het Nederlandse parlement maakte van het belang van diplomatie en pacifisme en de kracht van economische boycot een verkiezingsthema. Ook gevestigd links laat de NAVO-droom van militarisme, oorlogsvoering en uitbuiting liever onbesproken.
Op de vorige school van ons zoontje werd in groep 3 slechts een volwaardige daguitstap georganiseerd: naar het Militair Museum in de buurt van Utrecht. Ons zoontje wilde niet meegaan, zijn angst voor het geluid van bommen en het geraas van gevechtsvliegtuigen is groter dan de angst voor Rusland of China die andere kinderen met de paplepel meekregen. Op een enkele moeder na vonden andere ouders het bovenal onbegrijpelijk dat wij ons zoontje deze uitstap ontzegden. Het bleek onmogelijk om uit te leggen dat die beslissing het resultaat was van gesprekken die we al jaren met hem voeren, dat de keuze voor het Militair Museum lijnrecht stond tegenover basiswaarden in de opvoeding.
Bij het begin van het Gentse schooljaar tikte ik de naam van de nieuwe juf in op Facebook. Al scrollend op haar tijdslijn vond ik een publieke post, met deze quote van Hannah Arendt. ‘Onderwijs is het moment waarop we besluiten of we genoeg van de wereld houden om de verantwoordelijkheid ervoor te nemen en haar te behoeden voor de ondergang, die onvermijdelijk is als niet we voor vernieuwing, voor de komst van wat nieuw en jong is, zorgen.’
Dit schooljaar stept Hannah Arendt in mijn verbeelding ‘s ochtends met ons mee langs het water, onder de lage lucht van mijn vaderland. En kijk, anno 2025 draagt ook zij coole sneakers die ‘Anything can be changed’ schreeuwen in rode letters. Dat is meer dan een aansporing. Het is ook een waarschuwing, een moreel imperatief om samen te beschermen wat ons dierbaar is.
