Zie hier het decor van het leven van een bijzondere vrouw. Rabi’a al-‘Adawiyya, de vierde dochter (de letterlijke vertaling van haar voornaam) van een vrijgemaakte slaaf uit het zuid-Iraakse Basra. Ze werd waarschijnlijk geboren in het jaar 717, ruim één generatie verwijderd van de profeet, die deze wereld in 632 verliet. Deze vrouw was een mystica, een godzoeker. Rabi’a is nooit getrouwd maar de liefde speelde een centrale rol in haar leven. De liefde voor God, welteverstaan. Rabi’a stond aan de wieg van een nieuw soort mystiek, met minder nadruk op het fysieke ‘afzien’ voor God en meer op de allesomvattende liefde in eenwording met Hem. De manier waarop Rabi’a over God spreekt, is als die van een hopeloos verliefde vrouw over haar minnaar. En liefde en verliefdheid zijn universeel, iedereen kan zich daar wel iets bij voorstellen. Dat je zo gek op iemand bent, dat je je niet kunt voorstellen dat je zonder hem of haar hebt kunnen leven. “Om op te vreten” zeggen we dan. Met haar uitspraken en anekdotes brengt Rabi’a iets abstracts en mysterieus als ‘mystiek’ heel dichtbij.
Over haar jeugd is weinig bekend, anders dan dat ze haar ouders al op jonge leeftijd verloor en het gezin uiteenviel. Rabi’a komt als dienstmeisje bij een welgesteld gezin terecht. Ze stond ‘s nachts vaak op om God te vragen om Zijn nabijheid. Het verhaal gaat dat haar meester haar op een nacht zag bidden en zag dat er een lamp boven haar hoofd zweefde, die zowel haar als het hele huis verlichtte. Hij schrok zo van dit goddelijke teken dat hij haar onmiddellijk in vrijheid stelde. Rabi’a verliet haar meester meteen en nam haar intrek in een cel. Hoewel Rabi’a niets liever wilde dan alleen zijn met haar Geliefde, werd ze vaak bezocht door bewonderaars. Mensen die haar eten of spullen wilden geven, die haar zegening wilden of zelfs met haar wilden trouwen. Ze wees ze af: zowel de spullen als de mannen. Ze was bang dat ze zich eraan zou gaan hechten, dat ze tussen haar Geliefde en haar in zouden komen te staan.
Zo kwam er eens een eveneens bekende mysticus aan haar deur die liet weten haar tot vrouw te willen nemen. Ze antwoordde dat ze alleen met hem zou trouwen als hij het antwoord op de volgende vragen wist: “Wat zal de Rechter der Wereld zeggen als ik sterf? Zal hij me een gelovige noemen of een ongelovige? Als ik in mijn graf ondervraagd word door de engelen, zal ik hen dan een bevredigend antwoord kunnen geven? Als de mensen (na de dood) verzameld zijn, en de boeken zullen worden verstrekt, zal ik mijn boek dan in mijn rechter- of linkerhand hebben? Zal ik in de hemel of in de hel terechtkomen?” Op al haar vragen moest de man het antwoord schuldig blijven. Hij gaf aan dat alleen God daarop de antwoorden wist, waarop Rabi’a antwoordde “Daar heb je gelijk in. Als ik deze vragen dus zelf moet beantwoorden, waarom zou ik dan nog een echtgenoot moeten hebben om mij mee bezig te houden?”
De liefde is in de islamitische mystiek het einddoel van een lange weg. Berouw, hoop, dankbaarheid en negeren van de verlangens van het lichaam zijn allemaal stappen op weg naar dit doel. Die liefde is zó groots en allesverterend, dat het ‘ik’ er simpelweg in verdwijnt. De mens en zijn Geliefde zijn niet langer twee, maar Eén. Maar net zoals de aardse liefde gaat de mystieke liefde niet altijd over rozen. Zo schijnt iemand haar eens thuis aangetroffen te hebben, terwijl ze met haar tanden vlees van een bot aan het scheuren was. Toen men haar vroeg waarom ze geen mes in huis had, antwoordde ze: “Omdat ik bang ben om me (mijn leven van God) af te snijden”.
Ze hekelde de ‘puntentellers’ die bij iedere daad berekenden of ze dichter bij de hemel of de hel waren gekomen. Zo zou ze eens de straat op zijn gelopen met een emmer water in de ene en een brandende fakkel in de andere. Op de vraag wat ze daarmee van plan was, antwoordde ze: “Ik ga het vuur in de hel doven en het paradijs in brand zetten, want mensen moeten van God houden om Hem alleen. Niet uit angst voor de hel of hoop op een beloning in het paradijs.”
Je kunt twisten over de vraag hoe ‘dweepziek’ ze is in haar liefde voor God. Waar in onze tijd een gelijkwaardige relatie tussen geliefden centraal staat, is haar totale overgave soms moeilijk te begrijpen. Haast absurd. Maar haar uitspraken over de hel en het paradijs zijn nog steeds actueel en geven haarfijn aan waar het in de mystiek om gaat: laat los dat ego, stop dat nut-denken van straf of beloning. Want als het er op aan komt, gaat het om liefde. Liefde in alle soorten en maten: tussen geliefden, tussen vrienden, tussen een kind en zijn ouder. Rabi’a: dankjewel!
Mooi artikel. Vind ook dat deze vrouw misschien wel niet helemaal in orde was…
Great hammer of Thor, that is powerfully hlepful!
cXGouy tfkwkimytlqj
LXNKVD ijwlalhdwczk