Indirect is dit kritiek op het cultuurrelativisme, het pleidooi voor de eigenheid van elke cultuur. Antropologen hebben hun eigen geschiedenis met die insteek. Er was een tijd waarin zij kampioenen waren van het cultuurrelativisme. Elke nieuwe cultuur waarin zij veldwerk deden, toonde een eigen manier van denken en leven.

Eigen meetlat

Antropologen lieten daarmee de betrekkelijkheid van alle menselijke leefwijzen zien. Ze constateerden dat er geen algemene maatstaf voorhanden is, want elk criterium is cultureel bepaald. Je kunt een andere cultuur dus niet de maat nemen aan de hand van je eigen meetlat. Doe je dat wel, dan ben je een ‘etnocentrist’.

Cultuurrelativisme was daarmee ook een kritiek op de westerse manier van denken. Die zette de eigen cultuur bovenaan een soort beschavingsladder. Stamsamenlevingen, destijds de specialiteit van antropologen, belandden op de onderste trede, want die werden gezien als ‘wild’ of ‘primitief’. Cultuurrelativisme was een argument tegen deze vorm van discriminatie, en indirect tegen het kolonialisme dat eruit voortkwam. Gun iedere cultuur haar eigenheid! Wij westerlingen zijn niet superieur – wel onbehoorlijk arrogant!

Dat was edel, maar er zat een achterkant aan. De twintigste eeuw, met twee wereldoorlogen en een aantal genocides, gaf aanleiding om het cultuurrelativisme te herzien. Je kon toch de gruwelen die mensen elkaar aandeden niet billijken met een verwijzing naar de eigenheid van hun cultuur. De nazi’s kwamen voort uit de Duitse cultuur, maar daar praat je de ellende die zij aanrichtten niet goed mee.

Menselijke waarden

Dus werd de rol van menselijke waarden benadrukt. Die kunnen uiteraard ook weg gerelativeerd worden, maar in 1948 stelde een flink deel van de mensheid via de VN de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op. Dat werd de grootste gemene deler, een soort GGD voor de morele kwalen van de geglobaliseerde mensheid. Amnesty heeft nog steeds de handen vol aan de strijd tegen schendingen, maar de kritiek op het cultuurrelativisme was duidelijk.

Wat betekent dit hele verhaal nu voor de Jezus-versies? Dat ieder wel zijn eigen Jezus mag hebben, mits elke versie getoetst wordt aan een waardenpakket. Dat leidt dan onvermijdelijk tot de vraag hoe universeel of betrekkelijk dat waardenpakket is samengesteld. En dan is de cirkel van de redenering rond. Immers, het is niet onwaarschijnlijk dat nogal wat van die waarden van diezelfde Jezus afkomstig zijn. En dus van een Jezus-versie.

Bij de les

Een patstelling? Niet helemaal. De mensengeschiedenis vormt het klaslokaal waar steeds weer aanleiding is om bij te leren, zoals in 1948. Helaas zijn er nog altijd hardleerse leerlingen die er in slagen een poos de dienst uit te maken… Blijf dus in Jezus’ naam bij de les!

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
droogers

André Droogers

Antropoloog

André Droogers is emeritus-hoogleraar culturele antropologie, in het bijzonder religieuze en symbolische antropologie, van de Vrije …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.