Je zou verwachten dat de kritiek na de parade zou afnemen, maar deze nam vreemd genoeg toe. Zeker vanuit het rechtse spectrum van Nederland werd er volmondig gesproken over de parade. Ik zeg ‘gesproken’, maar ik bedoel eigenlijk verbale gal spuwen, ook digitaal. Er ging weer eens een digitale beerput open in ons mooie landje. Ja, in diverse hoeken van de online gemeenschap op Twitter en Facebook was er digitale haat te lezen.

Nu is dat eigenlijk bijna een gegeven in Nederland, maar dit keer verbaasde het mij toch wel. Ik kon deze kritiek moeilijk plaatsen, omdat ik zelf namelijk iets heel anders had gezien. Ik liep samen met mijn zusje Samira en mijn broer Youssef mee. Beide hadden hun kinderen mee genomen. Ikzelf nam mijn zoontje van twee jaar mee.

Op een zonovergoten grasveldje bij de Amsterdam Arena verzamelden alle deelnemers zich. Het was een groep mensen waar ik maar weinig overeenkomsten in kon waarnemen. Ik zag jong en oud. Ik zag alle kleuren voorbij komen en hoorde verschillende talen. Ik herkende mensen die aan de rechterkant van het politieke spectrum staan, maar zag ook veel mensen, die als ‘links’ georiënteerd bekend staan. Ik zag hippies die duidelijk op straat leefden. En ik zag artsen van het nabijgelegen AMC. Vlaggen waren er ook, Nederlandse en Molukse, naast elkaar! De verbondenheid was overal waarneembaar. Ik voelde een intensiteit, een kracht die als een elektrische lading tussen alle aanwezigen liep. Als Star Wars-fan zou ik bijna zeggen: “The Force was with us!” Toen enkele sprekers klaar waren met hun speech, liepen we richting het Museumplein.

Tijdens de mars voerde ik de meest diverse gesprekken. Zo sprak ik met een ‘internationale socialist’ over de vraag of deze parade niet gepaard zou moeten gaan met hardere acties? Een ander gesprek voerde ik met een goede vriendin, Naima, die er met haar eigen moeder en dochter liep. Drie generaties sterke Marokkaans-Nederlandse vrouwen, die voor elkaar liepen en op een betere toekomst hoopten! Ik zag Markus in stilte lopen met een Nederlandse vlag, om zo alsnog zijn stem te laten horen. Ik sprak Greta, een journaliste die met haar zoontje meeliep. Niet om inspiratie te vinden voor een artikel, maar om mee te werken aan een betere sfeer in ons land. Al deze verschillende mensen liepen mee en het werden er gaandeweg steeds meer.

Aangekomen bij het Amstelstation sloot een grote groep mensen zich aan en ook daar werd de elektrische lading versterkt. Offline en Facebook-vrienden zoals Tanja, Münire, Berry, Iris, Ahmed, Agnieszka, Hester en nog vele anderen zag ik voorbij lopen. We spraken mooie woorden. We lachten en vroegen ons steeds af hoe ver het nog was! We klapten voor elkaar en de omstanders. De omstanders klapten voor ons en elkaar. De omvang van de stoet nam toe, de spanning ook. Mensen met fietsen, lopers en kinderwagens, het was er allemaal. Reken maar dat er links en rechts felle discussies ontstonden tussen mensen die het duidelijk niet met elkaar eens waren. Maar toch zei men elkaar lachend gedag, om vervolgens weer met iemand anders contact te leggen.

De Albert Cuyp was het volgende hoogtepunt. De marktomgeving was afgeladen vol en kleurde geel, de kleur van Ieder1. En weer viel het me op hoeveel diversiteit er te zien was. Moslima’s met hoofddoek, activisten, politici, studenten, ouderen, een Zuid-Amerikaanse dansgroep en skaters. Ze waren er allemaal te zien. En het werd drukker met klappen en zingen. Gejuich en gelach, het werd steeds harder. De lucht werd donkerder door wolken, maar tegelijktijdig voelden we de energie die zich verzamelde.

En dan ben je op het regenachtige Museumplein. Ik keek om me heen en zag Nederland. Ik zag op een klein stukje Amsterdam wie wij zijn. Mensen uit alle lagen van de samenleving. Religieuzen en atheïsten. Mannen, vrouwen en travestieten. Ruben met zijn vlag en handdoek. Schreeuwers en stillen. De theedrinkende hippies, de Anti-Zwarte Piet activisten en de twijfelaars. Leiders en volgers. Hollanders, Turken, Marokkanen, Koerden, Surinamers, Ghanezen, Duitsers, Brabanders, Friezen, Tukkers en nog vele anderen. Ze waren er allemaal. Nee, wij waren er allemaal. Iedereen was er.

Daarom was Ieder1 er. Die dag ging het om onszelf én elkaar. Het ging om het zeer duidelijk zeggen dat we klaar zijn met alle conflicten, polarisatie en vingerwijzen. Het ging er die dag om dat we zeggen dat wij allen onderdeel van het probleem zijn, want wij zijn de samenleving. En dat maakt ons vanzelf dus tot de oplossing! Dat besef voelden we. Die energie voelden we. Die energie moeten we gebruiken om een positieve verandering teweeg te brengen.

Als al die verschillende mensen op de dag van de parade de gezamenlijkheid voelden, dan geloof ik dat we het ook kunnen voelen in de periode erna. En die verbondenheid hebben we broodnodig. Want amper een week later of we gaan elkaar weer verbaal te lijf vanwege de Kinderombudsman en Groningse studentenverenigingen. Weer kijken we naar elkaar en zijn we boos. Maar ik zie wel een verandering. Soms zie ik nu virtueel mensen tegenover elkaar staan die tijdens de parade samen hebben gelopen. En dan vraag ik of ze nu al geen onderdeel meer van Ieder1 zijn? En dat helpt. Sterker nog, dat is hoe we hieruit gaan komen. We zullen elkaar eraan blijven herinneren dat we samen ‘iedereen’ zijn. Dat we fel mogen zijn en dat we het niet met elkaar eens hoeven te zijn. Maar bovenal: dat we elkaar nooit meer los mogen laten.

Mostafa-Hilali

Mostafa Hilali

Historicus

Mostafa Hilali (1973) kwam op driejarige leeftijd vanuit Marokko naar Amsterdam. Hij heeft gestudeerd aan de Koninklijke Militaire …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.