Hoewel ze vijftig jaar geleden overleed, is Hannah Arendt nog springlevend in het internationale filosofische debat. Bijna dagelijks kom je haar naam tegen in opiniërende krantenartikelen. Haar ideeën blijven inspireren en haar werk wordt op allerlei manieren door hedendaagse denkers becommentarieerd. Dat geldt niet alleen voor haar politiek filosofische beschouwingen, die vandaag de dag een nieuwe actualiteit hebben. Arendt stimuleert ook het debat over thema’s als liefde, opvoeding en de rol van de kunsten.
Deze bundel is het resultaat van een studiedag georganiseerd door het Hannah Arendt Instituut te Mechelen (B). Het weerspiegelt de breedte van Arendts denken. Ze heeft over veel verschillende thema’s geschreven. Tegelijkertijd is de gevarieerdheid van de bundel een effect van de manier van denken van Arendt. Dat heeft bij alle diepgang en eruditie, iets speels en beweeglijks. Het is haar door meerdere critici verweten, een gebrek aan conceptuele hygiëne. Maar wat in een bepaalde opvatting van wetenschap een nadeel is, kan ook een voordeel zijn. Arendt was geen systeembouwer. Ze heeft niet een doctrine ontwikkeld of een theorie nagelaten. Ze vond steeds weer in de actualiteit van het politieke leven, waarbij het politieke zo breed mogelijk moet worden opgevat, aanleiding om te denken, om te willen begrijpen, in haar eigen woorden. De pluraliteit, voor haar een dierbaar begrip, zit in haar hele manier van denken ingeweven. Ze denkt en schrijft met losse eindjes.
Veel van de vijftien gebundelde artikelen, van diverse Vlaamse en Nederlandse auteurs, gaan over het politieke. Arendt koesterde het begrip van de ‘publieke ruimte’ waar mensen samenkomen om met al hun verschillen (pluraliteit) vorm te geven aan een gemeenschappelijk leven. Daarvoor is vrijheid een absolute voorwaarde.
Zoals bekend heeft Arendt in haar eigen leven de schaduwkanten van de onvrijheid volop ervaren. Ze moest als Joodse vluchten voor het totalitaire fascisme van Hitler-Duitsland, leefde lang als stateloos burger – één van haar felste artikelen gaat daarover We Refugees –, ze kreeg naast veel kritiek te verduren, met name na haar journalistieke verslag van het Eichmannproces. Ze wist als geen ander van de fragiliteit en daarmee van de kostbaarheid van vrijheid. Vrijheid om er te zijn. Vrijheid om je mening in het publieke debat te geven. Vrijheid om je niet tegen je wil tot één identiteit gereduceerd te worden (Joods) of met één beweging (het zionisme).
De veelkleurigheid van Arendts denken komt in deze bundel ook tot uiting in de verschillende gesprekspartners waarmee zij in relatie wordt gebracht. Zo is er een mooi artikel van Hans Achterhuis over Arendt en Socrates, naar aanleiding van de roman Alkibiades van I.L. Pfeijffer, een artikel over Arendt en Augustinus (haar proefschrift ging over het liefdesbegrip bij Augustinus), een andere bijdrage gaat over haar bespiegelingen over de bureaucratie, waarin de vergelijk met Max Weber wordt gemaakt en weer een ander artikel behandelt Arendt in relatie tot Levinas en Heidegger, nu in relatie tot het thema van het slachtofferschap.
Verrassend is de bijdrage van Luk Sanders, die schoolklassen rondleidt in een voormalige SS-werkkamp in België en aan de hand van een artikel van Arendt reflecteert over de vraag vanaf welke leeftijd je jonge kinderen mag confronteren met de Holocaust. Het antwoord is dan weer minder verrassend: daar kun je geen hard cijfer op drukken.
Het tekent nogmaals de veelzijdigheid van deze bundel. De artikelen zijn toegankelijk geschreven en nemen je als lezer gemakkelijk mee in het rijke oeuvre van Arendt. Ze zijn haast even aanstekelijk als de teksten van Arendt zelf.
Het artikel over Arendt en Augustinus over de liefde, dat begint met de zin dat iedereen van Hannah Arendt houdt, eindigt met de volgende – samenvattende – constatering:
“Iets radicaal nieuw beginnen in de wereld en zichzelf openbaren in het eigen handelen, waren bij Augustinus prerogatieven van God. Bij Arendt worden het fundamentele mogelijkheden van de mens. Dat verklaart het belang dat zij hecht aan de figuur van Jezus (die) immers de vergeving, die in de joodse traditie een privilege van God was, ontdekt als een mogelijkheid van de mens. De theologische achtergrond van Arendts concept van politiek handelen kan ons tonen hoe bijzonder en paradoxaal de menselijke capaciteit tot handelen is in haar werk (…) We bezitten een quasi-goddelijk vermogen tot vernieuwing, maar we delen niet in de soevereine almacht en de alwetendheid die traditioneel vervat zaten in het godsbegrip. Die paradox is de kern van de grootsheid en het drama van het politieke handelen.” (p. 54)
Hannah Arendt. Mens & maatschappij in meervoud. Andreas Kinneging, Paul de Hert en Maarten Colette (red.). Uitgeverij Damon, 2025.
