In oktober 2019 voerde Extinction Rebellion actie bij de Museumbrug in Amsterdam. Twee dagen voor het begin van de blokkade heb ik een kruis van takken gemaakt en die aan de brugleuning vastgemaakt. Ik organiseerde een getijdengebed. Het kruis was bedoeld als altaar en herkenningspunt, zodat we een plek hadden waar we konden verzamelen. Het was een klein en simpel kruis, gemaakt van twee takken uit de tuin. Het stond iets naar voren, de beide armen waren licht naar binnen gebogen.
In de nacht voor de blokkade zou beginnen, lag ik wakker. Ik stelde me voor dat ik bij het kruis was op de brug. Ik stond er vlak voor en keek er aandachtig naar. In mijn verbeelding draaide ik mij om. Voor eventjes werd ik zelf dat kruis op de brug. En vanuit het standpunt van het kruis zag ik de brug voor me liggen en het Rijksmuseum en de Hobbemakkade. Ik richtte me op de rebellen die daar de volgende dag zouden komen, met grote zorgen om de aarde, dat we het niet meer zo lang uithouden, de tippingpoints of no return zo dichtbij. Aan hun lichamen dacht ik, aan de trainingen die ze hadden gedaan om niet terug te vechten, geweldloos te blijven en zich te laten wegslepen. Met de urgentie van nu of nooit. In angst en rouw. Ik leed met hen mee. Als kruis kende ik offers en diep lijden. En ik boog mijn armen om hen allen heen. Zo werd dat kruis die nacht de plek waarvan ik actie zou voeren.
Vanaf het eerste uur deed ik mee met een christelijke actiegroep die nauw betrokken is bij Extinction Rebellion: Christian Climate Action. Het leek mij bemoedigend om vanuit gedeeld geloof samen geweldloos burgerlijk ongehoorzaam actie te voeren voor de schepping. Protestanten waren bij kolonisatie en slavernij instrumenteel in het uitbuiten en verwoesten van de aarde, en we doen dat nog steeds. We moeten daar verantwoording voor nemen. In de theologie zitten concepten die hier woorden en betekenis aan geven: erfzonde, schuld, bevrijding, omkeer. Het was inderdaad inspirerend met elkaar te bidden, te zingen en bijbel te lezen tijdens blokkades. Schuld te belijden tijdens een viering op Schiphol. In een gebed de namen van bijna uitgeroeide dieren schallen door de immense pensioenkathedraal van Zorg en Welzijn in Zeist, met een heleboel bezorgde beveiligers eromheen. Bemoedigd te worden door het zingen van het lied: ‘Ontsteek dan een lichtend vuur’, op het moment dat een knokploeg de blokkade breekt. De NAM en Exxon Mobil oproepen hun activiteiten met fossiel te staken met de gelijkenis van de rijke jongeling, aan wie Jezus vraagt om het onmogelijke te doen. Een groep te hebben om gedurende langere tijd actie mee te voeren, en te weten wat je aan elkaar hebt, dat is een geschenk.
Schaduwzijden
Maar ik ontdekte ook schaduwzijden aan het christelijk actievoeren. Rituelen en rituele kleding worden platte instrumenten om een boodschap uit te dragen: een toga aantrekken om kerkgangers mee te krijgen en indruk te maken op de pers of kruiswegstaties lopen langs bedrijven die het klimaat verwoesten. De vele lagen in de christelijke symbolen en handelingen verdwijnen, en worden eendimensionaal.
We hebben een keer brood en wijn gevierd in een A12 blokkade. Van tevoren werden doosjes druivensap uitgedeeld (met twee rietjes voor het delen), een broodje en een gebed. Je kon op je eigen plaats in de demonstratie avondmaal vieren, op een afgesproken moment. Ik had toen als taak om een draagbare wc van Extinction Rebellion mee te nemen naar de A12: een emmer met een tentje. Ik had ook wc-rollen, ontsmettingsmiddel en wc-eend meegenomen. Daar moest het druivensap en dat broodje dan nog worden bijgestopt. Voordat we op pad gingen deden we het begingebed van het avondmaal. Maar mijn aandacht was bij de wc, of die wel op tijd op de A12 zou zijn; we hadden er maar twee. Bovenal ervoer ik dit ritueel als een poging om onze actie te legitimeren door God er bij te betrekken: ‘God, vindt ook wat wij vinden.’ ‘God is met ons, al zijn al die andere christenen het niet met ons eens’. Van de weeromstuit dacht ik: ‘Laat God deze keer maar niet bij ons zijn, maar bij de tegenstanders.’
Een dominee uit Engeland naaide in 2021 zijn lippen dicht in protest tegen het mediaconcern van Rupert Murdoch, omdat die de inzichten van klimaatwetenschap niet onder de aandacht bracht. Deze dominee had alle andere wegen bewandeld en zag dit nu nog als enige optie. Ik maakte me zorgen dat christelijke actievoerders zover wilden gaan dat ze hun leven gaven, in de gedachte: ‘In het Zuiden sterven mensen door bosbranden, gebrek aan voedsel, hitte, of door een overstroming. Waarom zou ik hier in het westen wel doorleven? Waarom zou ik niet sterven en iets goeds doen?’ Ik voelde me daar verantwoordelijk voor als groepslid, maar zou het niet kunnen voorkomen. Hoe kan het nu dat juist christenen zo ver willen gaan? Wij richten ons op Christus. Jezus rijdt geweldloos op een ezel Jeruzalem in, dapper en moedig tot het einde toe. Hij offerde zijn leven. Hij werd vermoord om wie hij was en waar hij voor stond. Daar gaat een grote aantrekkingskracht vanuit. Daarna kwam een hele stoet geloofsgetuigen die vermoord zijn om het geloof en dit niet opgaven, ondanks marteling en pijn. Profeten bleven hun boodschap ook uitdragen tot de verwoesting of de redding kwam. In onze spiritualiteit staat de ander centraal. Geloof draait om de naaste, niet om ons lijfsbehoud. Dat is een sterke prikkel om de eigen grenzen te negeren. Er zit geen stop op.
Roger Hallam, een van de oprichters van Extinction Rebellion, beschouwt arrestatie als het enige werkelijk werkzame onderdeel van klimaatacties. Hij benoemt dat expliciet
als een offer. Het idee van offers brengen zit dus vanaf het begin ook in Extinction Rebellion. Maar de drive van de beweging is het behoud van al het leven op aarde, dat is een tegenkracht voor het martelaarschap. De acties van Extinction Rebellion komen voort uit vreugde om ons bestaan en diepe rouw over de uitroeiing. Het is te zien in de schoonheid van de acties: de muziek, de kunst en de Red Rebels die in hun rode gewaden en langzame bewegingen het wonderlijke mysterie van het leven symboliseren.
Avondmaal vieren vervreemdt me van andere rebellen, toga’s ook. Er is zo’n sterke verbinding met hen dat ik me niet af wil zonderen. Tijdens acties zou ik het liefst op de grond zitten met waxinelichtjes, die rebellen aan kunnen steken met een eigen wens of gebed, evengoed aan Gaia als aan God. Laagdrempelig, toegankelijk, samen.
In de Westerkerk
Maar dan toch dit. Op de avond van Goede Vrijdag dit jaar was ik in de Westerkerk in Amsterdam, waar in de kerkdienst de Johannes Passion van Bach werd uitgevoerd. De volgende dag gingen we met Extinction Rebellion de A10 bezetten bij de Poenschoen, het voormalig hoofdkantoor van de ING. We wilden net zo lang op de weg te blijven zitten tot de ING ophield met het financieren van fossiele brandstoffen. Een vriendin van mij zou meedoen met een geheime high risk actie. Ik had geen idee wat ze zou gaan doen. Ze was heel zenuwachtig.
Passies zijn gemaakt om mee te leven, om het eigen lijden te verbinden met het lijden van Jezus. Deze keer viel de kwetsbaarheid van Jezus me op. Hij wordt bont en blauw geslagen, getoond aan het publiek. ‘Hij vecht niet terug’, ging door me heen. Dat raakte me. Met Extinction Rebellion vechten we ook niet terug. Zonder protest ondergaan we het politiegeweld dat bijna iedereen overkomt die op de weg zit bij blokkades, zich slap houdt en niet onmiddellijk opstaat en meeloopt bij arrestatie.
Het waarom van Jezus’ lijden werd bezongen in de passie. Christus ondergaat het voor onze verlossing. Gek genoeg dacht ik: wij doen onze acties ook om verlost te worden. Ik had daar nog nooit op die manier over nagedacht. Al die pijn door politiegeweld ondergaan we als offer: neusklemmen, kaakklemmen, polsklemmen, slagen van de wapenstok, verstikking en de keiharde stralen van het waterkanon. We geven onze lichamen over. Er kan mee gedaan worden wat een politieagent maar wil. We lopen een risico op letsel voor het leven. Een pols die gekneusd is, blijft een zwakke plek. Een gebroken elleboog wordt nooit meer zoals die was. We ondergaan dit offer voor de redding van de aarde en alles wat erop leeft. We ondergaan die pijn ook opdat het ons zal verlossen van de schuld die we dragen, als mensen die leven in een gebied dat al eeuwen het meest profiteert van fossiele brandstoffen. In de intimiteit van mijn gedachten ging dit door mij heen.
Ik wilde een stukje muziek opnemen van de passie die avond en dat aan mijn vriendin opsturen. Maar Bach is voor een niet-kerkganger ontoegankelijk gedachtegoed en het ging steeds over zonde, dat leek me niet bemoedigend. Het enige opbeurende wat ik kon vinden was iets met ‘vreugdige schreden’, maar toevallig werd nu juist dat stukje vals gezongen en het was ook wel erg devoot.
Ich folge dir gleichfalls
mit freudigen Schritten
und lasse dich nicht,
mein Leben, mein Licht.
Befördre den Lauf
selbst an mir zu ziehen,
zu schieben, zu bitten!
Het werd een seculier berichtje, zonder muziek: “Ik zit in de Westerkerk, bij de Johannes Passion, met veel gedachten aan jullie. In de hoop op moed, lichtheid en vreugde in alle spanning morgen. Veel liefs en heb een goede nacht!”
Het is ons de volgende dag niet gelukt om de A10 te bezetten. Rijkswaterstaat maakte de weg niet leeg. Plan B, zelf de weg vrijmaken met langzaam rijdende auto’s, lukte deze keer niet. De auto’s werden ontdekt door de politie, de bestuurders en bijrijders gearresteerd. Mijn vriendin had als bijrijder in een auto gezeten. Ik ontdekte het pas toen ze niet terug appte na de actie. Ze zat in een politiecel. Dit was haar geheime high risk actie geweest: ‘Een van de engste dingen die ik ooit gedaan heb’, zei ze er later over.
‘You are not alone!’
Later die dag stond ik samen met een paar mederebellen voor het hek van een politiebureau de arrestanten op te wachten met warme thee, chips en chocola. Flarden van de Johannes Passion kwamen in mijn gedachten toen ik daar stond. Voor een deel speelt de passie zich af bij het gerechtshof, waar Jezus verhoord wordt en getoond aan het publiek. Een plek zoals dit politiebureau. De arrestanten zaten in een geblindeerde bus naast het bureau. Af en toe liepen ze van de bus naar het bureau voor verhoor en weer terug, begeleid door agenten. We zagen ze door het hek, zwaaiden en riepen ze toe: ‘You are not alone!’ Ze lachten vrolijk terug. Dit was niet het moment voor angst. Het sneed door me heen. Net als Jezus werden ze verhoord, getoond aan het publiek, geslagen, aangeklaagd.
Ik ben doordrongen van de schaduwzijden van het christelijk actievoeren, zoals de instrumentalisering van God en geloof, en de drang tot zelfopoffering. Ik doe dan ook niet meer mee met Christian Climate Action. Mijn associaties tussen de Johannes Passion en Extinction Rebellion wil ik ook niet massief maken en zeggen: ‘Zo is het, wij zijn als Jezus’, op de manier van: ‘Jezus staat achter ons’. Maar het geloof en de traditie waar ik aan toebehoor, voeden me wel. Ze geven een betekenisvolle dimensie aan mijn ervaringen in acties en een raamwerk om te duiden wat ik meemaak.
Dit artikel verscheen eerder in Ophef, het ’tijdschrift voor hartstochtelijke theologie’ van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij.