De Duitse moslimschrijver Salim Abdullah vertelde me eens dat Turkse ouders advies vroegen of hun kinderen op christelijke scholen het Vaterunser mee mochten bidden of niet. Hij had geantwoord dat ze dat gerust konden doen. Moslims geloven weliswaar niet in God als Vader, Zoon en Heilige Geest, had Abdullah de ouders gezegd, maar ze geloven wel in dezelfde God. Die God zorgt even goed als een Vader voor moslim- als voor andere kinderen. Enkele van de negenennegentig schone namen drukken die gedachte duidelijk uit, zoals de Verzorger en de Schenker. In het Onze Vader staat verder geen zin die een moslim niet mee kan bidden.

Voor het Fatiha-gebed, dat moslims vijf keer per dag bidden, geldt hetzelfde. Toen de synode van de PKN op in november 2010 het rapport over de islam ‘Integriteit en Respect’ (klik hier voor meer info) besprak, keerden telkens twee vragen terug: ‘Hebben we het over dezelfde God?’ en nauw daarmee verbonden: ‘Kunnen we samen bidden?’. Deze vraag blijft tot de volgende synode hangen, omdat het rapport over dit onderwerp niet eenduidig was. Ik wil proberen hierover duidelijkheid te scheppen. Daarvoor gaan we eerst in de leer bij de recente internationale discussie tussen christenen en moslims over God.

Traditie

Volgens de rooms-katholieke kerk geloven christenen en moslims in dezelfde God. Dat stond dus niet ter discussie. Daarmee staat deze kerk in een eeuwenlange traditie.

Toen op 12 september 2006 paus Benedictus XVI in Regensburg een toespraak hield over geloof en rede en daarbij een vergelijking maakte met de islam, kreeg hij kritische reacties uit de hele moslim wereld.

Hij zou hebben ingestemd met een kritische opmerking van een Byzantijnse keizer dat verspreiding van religie met het zwaard zowel tegen de rede in zou gaan als tegen de natuur van God. De paus zou impliceren dat Gods vrijheid volgens de islam willekeurig en dus niet redelijk zou zijn.

Meteen ontving de paus een protestbrief van 36 geleerden. Een jaar later volgde een brief, getekend door 138 geleerden en religieuze leiders. Die brief ging niet alleen naar de paus, maar ook naar alle religieuze leiders en organisaties als de Wereldraad, de World Alliance of Reformed Churches en de Lutherse Wereldfederatie, waarbij de PKN is aangesloten.

De titel van deze brief, Een gemeenschappelijk woord (A Common Word), verwees naar een uitspraak uit het jaar 631 van de profeet Mohammed aan het adres van christenen uit Najran. Mohammed en deze christenen konden het over de status van Jezus niet eens worden. Dan stelt de Profeet voor: ”Komt tot een uitspraak die voor jullie en voor ons gezamenlijk juist is. Dat wij alleen God dienen en dat wij niets aan Hem als metgezel toevoegen.” (Soera Imraan, 3, 64)

De genoemde 138 gaan verder dan hun Profeet, ze stelden aan de kerken voor: laten we het hierover eens worden dat het in de islam en in het christendom draait om het grote gebod: ‘God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf’. De 138 deden geen dogmatische uitspraak maar een ethisch appel. Deze brief is een unieke gebeurtenis in de 1400 jaar lange geschiedenis van contacten tussen christenen en moslims.

De moslimschrijvers blijken goed op de hoogte te zijn van het christelijk geloof. Geen wonder, de hoofdauteur, de Libische geleerde Aref Ali Nayed heeft de hele Kirchliche Dogmatik van Karl Barth in het Engels gelezen! De initiatiefnemer was prins Prins Ghazi bin Muhammad uit Jordanië.

Sinds de verschijning van de brief hebben vele dialogen daarover plaatsgevonden. Zie www.commongroundnews.org.

Amerika

In Amerika was behalve de verkeerd begrepen toespraak van de paus vooral de aanval op de Twin Towers aanleiding op de brief van de 138 te reageren. Op 18 november 2007 verscheen een antwoord van kerkelijke leiders en theologen. Die tekst werd bekend als de Yale Response: Samen God liefhebben en de naaste. In Amerika is de belangrijkste organisator, schrijver en spreker over dit onderwerp protestants theoloog Miroslav Volf.

In Amerika kwamen Prins Ghazi en professor Aref Ali Nayed het waarom van de brief uitleggen: christenen en moslims moeten zich samen inzetten voor vrede en gerechtigheid.

Prins Ghazi heeft het over Gods Gouden Geboden. Men kan daarbij ook aan de Gulden Regel denken (Mt 7,12). Volf herinnert er aan dat niet alleen Het Grote Gebod conform de koran is maar dat we alle tien geboden daarin vinden. Maar in Amerika verklaarden met name evangelische christenen dat ze zich helemaal niet door het appel van de 138 voelden aangesproken. Hoe konden zij en moslims, die zeiden in opdracht van God de Twin Towers te hebben vernield, in dezelfde God geloven?

De vraag betreffende dezelfde God of niet werd tijdens de dertien jaar die ik als zendeling in Pakistan werkte nooit gesteld. Christenen dachten gewoon anders over dezelfde God. Bovendien zouden ze door een ontkennend antwoord hun eigen status als getolereerde monotheïsten in gevaar brengen.

Volf

Vanwege de hardnekkigheid waarmee deze vraag telkens wordt gesteld, vooral in Amerika en soms ook in Europa, heeft Miroslav Volf er een boek aan gewijd. De titel luidt: Allah, A Christian Response (2011). Het is het mooiste boek over de verhouding tussen christendom en islam dat ik de laatste jaren heb gelezen. De Nederlandse vertaling verschijnt overigens dit najaar bij uitgeverij Van Wijnen (klik hier voor meer informatie).

Nu kennen Nederlandse lezers Miroslav Volf als triniteitstheoloog bij uitstek. Het dubbele liefdegebod is in de bijbel, volgens Volf, gefundeerd in 1 Johannes 4,16: God is liefde. Die liefde is trinitarisch: de Vader heeft de Zoon lief door de Geest (Johannes 17). Die liefde kwam speciaal in actie door de Zoon (Johannes 3, 16).

Ook moslims belijden dat God liefde is. Hij heeft zichzelf lief. Hij heeft zichzelf barmhartigheid voorgeschreven (koran 6,12). Die barmhartigheid stuurt zijn gerechtigheid aan. Dit is normatieve theologie in de islam. Wie zich voor terreur op God/Allah beroept komt daarmee in strijd. Maar ook christenen hebben gewelddaden tegen medemensen, bij voorbeeld blanken tegen zwarten, met een beroep op Gods scheppingsorde verdedigd.

Volf vergelijkt de normatieve theologie van de islam met de sedert Nicea (325) normatieve trinitarische christelijke theologie. Hij concludeert dat de normatieve godsvoorstellingen voldoende overeenstemmen om te te kunnen zeggen dat christenen en moslims in dezelfde God geloven en hem dienen door het dubbele liefdegebod te gehoorzamen. Die godsvoorstellingen hoeven niet identiek te zijn. Dat zijn ze ook niet binnen de Kerk. Ze mogen ook niet radicaal verschillen en dat is niet het geval.

We moeten luisteren naar het appel van de 138 en samen met hen de consequenties doordenken van wat dit gemeenschappelijk aanvaarde gebod van ons vraagt. Zo gaat naastenliefde uit van wederkerigheid en gelijkheid en die is er vaak niet voor christenen in moslimlanden en soms niet voor moslims in het Westen.

Tegenover de Baptistische predikant die stelde: Allah in de koran heeft geen zoon, God in de bijbel wel, dus zijn het andere goden, herinnert Volf aan voorbeelden van Jezus zelf. Jezus zegt in het gesprek met de Samaritaanse vrouw niet dat ze in een andere god gelooft. Voor de hogepriesters wordt Jezus beschuldigd van blasfemie omdat hij zich zelf ziet als Gods Zoon. Ook ontkennen ze dat hij de messias zou zijn. Toch zegt Jezus niet: Dan geloven jullie in een andere God. De Kerk is Jezus gevolgd en bleef het OT aanvaarden en Joden zien als andersgelovigen in dezelfde God.

Waarom moslims niet als andersgelovigen aanvaarden, die Jezus wel als profeet erkennen, messias noemen en respecteren, maar net als Joden moeite hebben met de belijdenis van hem als Zoon en verlosser?

Samen de ene God belijden en gehoorzamen zal nooit leiden tot één geloofsgemeenschap van christenen en moslims. Daarvoor zijn de verschillen te diep en te subtiel. Want de crux voor het verstaan van wat de Kerk bedoelt met triniteit is de menswording van het Woord, de incarnatie. Daarover gaat Deo Volente het artikel in 2013.

Bovenstaand artikel verscheen eerder in ‘Christelijk Weekblad’.

jantjeslomp

Jan Slomp

Emeritus predikant en islamoloog

Jan Slomp is emeritus predikant en islamoloog. Hij schreef vele boeken en artikelen over de dialoog tussen moslims en christenen.
Profiel-pagina
Al 15 reacties — praat mee.