Maar dit beeld klopt eigenlijk niet. Duurzaamheid is van oudsher een essentieel onderdeel van veel niet-witte culturen. Inheemse gemeenschappen bijvoorbeeld, hebben generaties lang volgens principes van duurzaamheid geleefd. Ze leven in harmonie met de natuur, minimaliseren afval en gebruiken natuurlijke hulpbronnen optimaal. Voor hen is duurzaamheid geen trend, maar een manier van leven die diep geworteld is in hun cultuur en tradities.
Het klopt dat duurzame producten en levensstijlen soms duurder lijken. Denk aan biologische producten, eco-vriendelijke kleding of elektrische auto’s. Dit kan ze ontoegankelijk maken voor mensen met een lager inkomen, wat de indruk wekt dat duurzaamheid een voorrecht is voor de welgestelden. Maar duurzaamheid hoeft niet duur te zijn. Hergebruik, reparatie en het vermijden van onnodige consumptie zijn duurzame praktijken die niet veel kosten. Mensen van allerlei achtergronden hebben deze praktijken vaak al lang omarmd, zelfs zonder ze als ‘duurzaam’ te bestempelen.
Daarnaast speelt raciale ongelijkheid een grote rol in de toegang tot duurzame levensstijlen. Het is een harde realiteit dat gemeenschappen van kleur vaak het zwaarst getroffen worden door milieuvervuiling en klimaatverandering. Industriële vervuiling, slecht afvalbeheer en klimaatverandering hebben een onevenredig grote impact op deze gemeenschappen. Kijk maar eens naar de industriële vervuiling in veel armere, voornamelijk niet-witte wijken. De bewoners daar hebben vaak te maken met slechte luchtkwaliteit, vervuild water en een gebrek aan groenvoorzieningen. Deze gemeenschappen worden letterlijk en figuurlijk ziek van de vervuiling die vaak buiten hun schuld om ontstaat.
Daarom is duurzaamheid niet alleen een milieukwestie, maar ook een kwestie van sociale rechtvaardigheid. Het is belangrijk dat de duurzame beweging deze ongelijkheden erkent en actief werkt aan inclusiviteit. Dit betekent luisteren naar en samenwerken met gemeenschappen van kleur, die vaak voorop lopen in de strijd voor milieurechtvaardigheid, ook al worden hun stemmen minder vaak gehoord.
Er zijn zoveel inspirerende voorbeelden van gemeenschappen die duurzaamheid op hun eigen manier omarmen en vormgeven. Neem bijvoorbeeld de vele stedelijke landbouwinitiatieven in arme wijken, waar gemeenschappen samenwerken om hun eigen voedsel te verbouwen. Deze projecten bevorderen niet alleen duurzaamheid, maar versterken ook de gemeenschap en verbeteren de toegang tot gezond voedsel.
De toekomst van duurzaamheid moet inclusief zijn. We moeten erkennen en vieren dat mensen van alle achtergronden en economische status bijdragen aan en profiteren van duurzaamheid. Dit betekent ook dat we moeten werken aan het toegankelijk maken van duurzame opties voor iedereen, ongeacht hun financiële situatie. Het creëren van betaalbare duurzame oplossingen en beleid dat milieubescherming combineert met sociale rechtvaardigheid is essentieel.
We moeten ook leren van inheemse gemeenschappen en andere niet-witte culturen die al lang duurzaam leven. Hun kennis en ervaring zijn van onschatbare waarde in de strijd tegen klimaatverandering en milieuschade. Het is tijd om deze stemmen centraal te stellen in het gesprek over duurzaamheid. Bovendien moeten we actief werken aan het afbreken van economische barrières en het creëren van oplossingen die voor iedereen haalbaar zijn.
Kortom, duurzaamheid is geen exclusief domein voor witte mensen. Het is een universele kwestie die ons allemaal aangaat en waarin iedereen een rol moet spelen. Door te werken aan een inclusieve, rechtvaardige en toegankelijke duurzame beweging, kunnen we samenwerken aan een betere toekomst voor de planeet en al haar bewoners. Het is tijd om het gesprek te verbreden en iedereen een plaats aan tafel te geven in de strijd voor een duurzame wereld.
Zoals J.W. Bolderdijk in zijn inaugurele speech ‘Words Speak Louder than Actions’ benadrukt, kunnen de woorden die we kiezen om over duurzaamheid te spreken een diepgaande invloed hebben op hoe mensen betrokken raken bij duurzame praktijken. Hij stelt dat onze taal niet alleen informatief is, maar ook een krachtige motor kan zijn om daadwerkelijk gedragsverandering te stimuleren. Deze observatie is bijzonder relevant in het debat over de inclusiviteit van duurzaamheid. Bolderdijk’s stelling ondersteunt het idee dat duurzaamheid voor iedereen toegankelijk moet zijn, ongeacht hun sociaaleconomische status of culturele achtergrond.
Laten we ons inzetten voor een duurzame toekomst waarin iedereen kan bijdragen, ongeacht hun achtergrond of inkomen. Door samen te werken en te leren van elkaar, kunnen we een duurzamere en rechtvaardigere wereld creëren voor toekomstige generaties. Het gaat niet alleen om overleven, maar om het opbouwen van een rechtvaardige en bloeiende samenleving waarin de aarde en al haar bewoners gedijen.