Ik zet in bij de onopgeefbare verbondenheid met Israël, zoals die in de kerkorde van de Protestantse kerk verwoord wordt. Die is voor mij wezenlijk; hoe ingewikkeld en omstreden dat begrip ook is. Ik zou het onaanvaardbaar vinden als die inzet uit het fundament van de kerk zou verdwijnen. Die notie van onopgeefbare verbondenheid link ik niet direct aan de staat Israël of aan het antisemitisme – ik beleef die als een fundamentele en richting gevende ontdekking van de levensbron van de christelijke kerk en het joodse karakter van het Nieuwe Testament. Voor mij is dat bevrijdingstheologisch gekleurd: ik herken met vreugde de basis van het joodse geloof, die gelegen is in de bevrijding van de uittocht, aangewakkerd door de stem van de roepende Bevrijder-God en alle bijbelse geschriften doordesemend, gekruid door de eeuwenlange ervaringen met staatvorming in eigen land, met ballingschap en diaspora.
Daarnaast houd ik vast aan de stevige en blijvende politieke keuze voor de rechten van de Palestijnen, hun recht op land en veiligheid en een menswaardig bestaan. Ik doe dat vanuit de bevrijdingstheologie, waar Palestijnse theologen sterke bijdragen aan geleverd hebben, die doortrokken zijn van de pijn en het lijden van hun volk. En ik ben er vast van overtuigd dat alleen in het levende contact met deze werkelijkheid ook Israël (volk en staat) bevrijd kan worden van een heilloze politiek.
De onopgeefbare verbondenheid met Israël hoeft en mag concrete politieke solidariteit met de Palestijnse zaak niet in de weg staan – en omgekeerd. Maar er is wel een niet te vermijden spanning tussen die twee. En zonder theologische doordenking komen we hier niet verder. Ik noem dan meteen de beide vragen die alleen samen behandeld kunnen worden. Wat betekent het voor onze omgang met Israël en het Palestijnse dat Israël de eerste liefde van de Eeuwige is en blijft? En wat betekent de gegevenheid dat het Palestijnse lijden een vindplaats is van de God van Israël hiervoor? Er moet hier heel wat opgeruimd worden aan vals filosemitisme en ingezet worden op een werkelijke bevrijdingstheologische en bevrijdend-actuele lezing van de bijbelse teksten.
Israël
Maar waar staat die notie Israël voor in de kerkorde van de Protestantse Kerk? Wat is Israël? Om te beginnen mag Israël dat zelf zeggen. Maar dat is ingewikkeld, want het jodendom is daar zelf uiterst verdeeld over: dat loopt uiteen van orthodoxe Joden die niets met een staat te maken willen hebben, maar alleen ruimte willen krijgen voor hun geloofspraktijken, via Joden die met zionistisch enthousiasme de staat Israël steunen, tot aan Joden die overtuigde anti-zionisten zijn omdat ze vinden dat geloof zich nooit exclusief aan een staat kan binden.
Vanuit geloof en kerk hebben we altijd met alle varianten te maken – maar we moeten wel duidelijk maken dat hoe dan ook de verbondenheid met Israël geen goedkeuring betekent van apartheidsstaat en bezettingsmacht Israël. De vrijheid om dat duidelijk te maken ontvangen we mede, omdat de afwijzing van deze politiek ook duidelijk leeft in de Joodse gemeenschap, binnen en buiten de grenzen van de staat Israël.
Het mag ook vastgesteld worden dat de Protestantse Kerk dit alles ook met enige kracht in allerlei documenten aangegeven heeft – maar ze heeft niet altijd duidelijk ter zake durven spreken op momenten dat het erop aan kwam – ook nu, nu de staat Israël zich aan het overtreden van de humanitaire oorlogsregels schuldig maakt tegenover de inwoners van Gaza. Wel krijgt het contact met Palestijnse christenen steeds meer inhoud, onder meer leidend tot de uitspraak van de scriba van de kerk dat heilige-land-reizigers ook altijd de ontmoeting zouden moeten zoeken met Palestijnse zusters en broeders in dat land en tot de erkenning dat de kerk de positie van Palestijnen en de inbreng van Palestijnse christenen te weinig erkend en gehoord heeft. Ik hoop dat de kerk hier verder werk van maakt en de dubbele verbondenheden – hoe verschillend ook van aard en gestalte – concreet vormgeeft.
Zowel Israël als de Palestijnen hebben hun redenen om zich onveilig te voelen. Allereerst: er is al vaak opgemerkt dat dit geen conflict is van gelijkwaardige partners, Israël is oppermachtig en maakt het voor de Palestijnen onveilig in hun eigen land. Palestijnen oogsten wereldwijd wel gemakkelijk sympathie, ook in onmachtige VN-resoluties, maar de daden en de wil en/of macht om de belangen van Palestijnen echt te behartigen ontbreken (ook bij Arabische landen trouwens), terwijl Israël machtige beschermers heeft in de VS en Europa.
Ik onderken die angst bij Israël dat ze er uiteindelijk alleen voor staat. Maar ik denk dan wel: is dat niet vooral omdat Israël zichzelf ervaart en tegelijk ook door anderen ervaren wordt als een vreemde in de omringende wereld? En heeft dat niet alles te maken met het begin van deze staat: ontstaan uit een overname van het land, met verdrijving van de oorspronkelijke bewoners (de Nakba)? Dat is inmiddels een onomkeerbare situatie, maar wel een voortdurend doorwerkend onrecht en pijnpunt in de relatie met Israëls omgeving.
Dat maakt dit conflict ook tot een koloniaal conflict. Ook landen als de Verenigde Staten en Australië zijn ontstaan door het verdrijven en vermoorden van de oorspronkelijke bevolking op hun continent. Met het toestaan en bevorderen van de vestiging van Israël als staat in het Midden-Oosten hebben westerse grootmachten een Europees probleem opgelost en tegelijk een nieuw probleem toegevoegd aan hun problematische verleden in het Midden-Oosten, met het onderdrukken en uitbuiten van volken en het trekken van grenzen die alleen maar in hun eigen koloniale belang waren en nu allerlei problemen opleveren.
Steun voor de Palestijnen kan niet ondergeschikt gemaakt worden aan begrip voor de trauma’s van Joden, en andersom. Hier valt niets weg te strepen, maar alleen beider pijn en strijd te verstaan en te ondersteunen, hoe moeilijk dat in de praktijk ook is.
Ik denk nu ook aan een thema als antisemitisme dat door dit opgelaaide conflict weer versterkt is in Europa – maar het bijzondere en verwarrende is dat tegelijk ook
islamofobie aangejaagd is, en zowel moslims als Joden onder ons hun begrijpelijke angst daarover laten merken. Beide zijn moeilijk te vergelijken: antisemitisme heeft diepe christelijke wortels in de westerse samenleving, islamofobie hangt samen met onze koloniale erfenis en het daardoor nog steeds aanwezige racisme en de steeds weer ingezette vreemdelingenhaat – en ook spelen economische motieven mee (dat alles lijkt een beangstigende stimulans mee te krijgen, nu de partij die gebouwd is op vreemdelingenangst en islam-haat inmiddels de grootste geworden is in het parlement).
Maar toch zitten er in antisemitisme en islamofobie ook vergelijkbare elementen: in ieder geval afkeer van en angst voor het vreemde, dat als een bedreiging gevoeld wordt voor het vertrouwde eigene.
Vrede is de weg
Het arrogante vertrouwen van de staat Israël op haar veiligheidsapparaat heeft een enorme deuk opgelopen. En Hamas bleek bereid haar eigen bevolking bloot te stellen aan de vreselijke militaire reactie van Israël die ze kon verwachten na haar grensoverschrijdende acties op 7 oktober. Het tekent over en weer het vertrouwen op (tegen)geweld en onderdrukking. En het toont de uitzichtloosheid van het gebruiken van geweld aan. Dat alles wordt over en weer versterkt doordat de extremistische vleugels binnen Hamas en Israël het beleid van beide partijen bepalen.
Maar er waren en zijn en blijven andere stemmen. Allerlei geweldloze acties van Palestijnen op de Westbank, ook samen met Israëli’s, zijn weggeblazen door de Israëlische regering en al jaren genegeerd door het westen. Binnen Israël is er bij bijna de helft van de bevolking bereidheid om de straat op te gaan voor het bereiken van vrede met de Palestijnen.
De enige weg verder is dat er wederzijds erkenning en begrip komt voor de angst van de andere partij en voor de behoefte aan veiligheid. Door de oorlog lijkt dat onmogelijk – maar er komen andere tijden, hoeveel er ondertussen ook kapot is gemaakt.
Dit artikel verscheen eerder in Ophef, het ’tijdschrift voor hartstochtelijke theologie’ van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij.
Wat een goed, evenwichtig en tot gesprek uitnodigend verhaal!