De hele crisis rondom Gaza en de Westelijke Jordaanoever vindt in het verhaal van Abraham een van de voornaamste argumenten: namelijk dat het land Israël ooit door God zelf is beloofd aan de ‘aartsvader van de Joden’ Abraham. Zelfs het onrecht jegens de Palestijnse inwoners van Gaza en de Westoever wordt daarmee gerechtvaardigd of minstens vergoelijkt: God zelf gaf het land aan de Joden, het ware nageslacht van Vader Abraham!

Die gedachte dat de Joden een uniek recht hebben op het Land, als enige ware erfgenamen van Abraham, kwam ik onlangs weer tegen in het nieuwe boek van de Palestijnse christentheoloog Mitri Raheb, Decolonizing Palestine (Orbis Books, 2023). Raheb schrijft:

Ik nam als bijna dertigjarige deel aan een lezingenserie aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Dat was eind jaren tachtig. Ik was een van de sprekers. Na afloop van mijn bijdrage betrokken we de studenten in een dialoog met de focus op Christelijke theologie in een Palestijnse context. Aanwezig was ook een Duitse hoogleraar Systematische theologie, de bekende Friedrich W. Marquardt, die naar voren kwam en mij voor het front van alle studenten toesprak: Geachte Mitri Raheb, u staat God in de weg…!  En hij vervolgde: Als ik u was, zou ik mijn koffers pakken en emigreren. En dit land aan zijn rechtmatige eigenaren, de Joden, overlaten.” (Vrije weergave van mij, citaat op pagina 29).

Mitri-raheb-1318659616
Mitri Raheb

Het citaat is helaas exemplarisch voor het gemak waarmee vele mensen van de kerk, ja veel van mijn eigen collega’s, volautomatisch de kant kiezen van Israël tegenover de Palestijnen in de huidige wrede wrange crisis. In het voorbeeld van Mitri Raheb, is dat uitermate schrijnend. Hoe Marquardt, de beroemde Duitse theoloog, de toen 28-jarige Raheb op autoritaire wijze toevoegt: ‘Meneer Raheb, u staat de God van de Bijbel in de weg!  Ik zou maar emigreren als ik u was.’ Hoe vernederend moet dat zijn geweest voor de jonge Raheb.

En dan te weten dat de familie van Mitri Raheb al eeuwenlang in de buurt van Bethlehem woont, op de huidige Westelijke Jordaanoever, een eeuwenoude familie van Christenen welteverstaan. Raheb is dus een Arabisch Palestijns Christen. Dat blijkt een verwarrende woordcombinatie: als hij zich voorstelde tijdens een theologische conferentie in het Westen of de VS, kreeg Raheb nogal eens de vraag gesteld: Oh u bent christen… Maar u bent toch Arabier?! Wanneer bent u dan bekeerd?

De vooronderstelling was kennelijk dat hij als Arabier wel een moslimachtergrond zou hebben. Maar het Arabische christendom is geen recente uitvinding. In feite was het Arabische christendom er eerder dan de Islam (ontstaan begin zevende eeuw!). Maar ook daarvoor al waren er Arabische christenen aanwezig in het Midden-Oosten. En die kenden waarschijnlijk weer diepe verwantschap met de bewoners in het land ten tijde van Jezus zelf.

Bij de bewering dat de Joden en alleen de Joden recht hebben op het land van Israel, zijn al vaak grote vraagtekens gezet. Niet in de laatste plaats door Joden zelf. En overigens ook door tal van Bijbelschrijvers. En juist daarop wil ik nu de schijnwerper zetten. Ik schets met een aantal teksten[2] een hoofdlijn van de bijbelse betekenis van het Verbond dat God met Abraham sloot.

Wat is het doel en wat is de inhoud van het verbond, en hoe krijg je deel aan dat verbond? Hoe word je een ‘kind’ van dat verbond, zoals het heet.

We weten uit de bredere Abrahamverhalen dat hij zich uit de natuurlijke verbanden van zijn leven wist los geroepen. “Ga op weg naar het Land dat ik je zal laten zien! Weg uit je Moederland, weg uit je Vaderhuis, weg uit de vertrouwde verbanden van je familie en je cultuur, en ga op weg naar ‘het land dat ik je zal laten zien’. Het land van Gods visie, Gods visioen.”

En daarover gaat dan het verbond van God met Abraham: Als jij op mij vertrouwt, zal ik je dat bewoonbare, beloofde land binnenleiden. Jij zult iedereen om je heen zegenen met dat visioen.

Maar om welk land gaat het precies? Gaat het echt exclusief en alleen om Israël? Of is de conclusie veeleer gerechtvaardigd dat Abraham tot een zegen zal zijn voor heel de aarde. En is de aarde dus dat land van belofte. Gelijk aan het Koninkrijk Gods in het Nieuwe Testament. Het is immers Abrahams bestemming dat in hem álle volken van de héle aarde zullen worden gezegend.

Dan de inhoud. Bij de profeet Jeremia krijgen we helder zicht op de inhoud van het verbond. Wat wordt er van de verbondspartners gevraagd? Ik citeer Jeremia: Huis van Israël, huis van Juda, verbreek mijn verbond met jullie vaderen niet. Maak het weer goed, door metterdaad recht te doen tussen een mens en zijn naaste. Door te stoppen met het onderdrukken van de vreemdeling en vluchteling, Door wees en weduw, door de zwaksten in jullie midden te beschermen! Dan, ja dán zal ik jullie gerust laten wonen op deze plaats, op het stuk van de aarde dat ik jullie geven zal.

Concreter kun je niet omschrijven wat het Abrahamitisch verbond inhoudt. Het gaat om sociale gerechtigheid die kiest voor de verpauperde en kansloze mensen in het eigen land. Geen beloofd land zonder sociale gerechtigheid.

Ook in Mattheus komt dat verwijt ter sprake. Johannes de Doper verwijt zijn gesprekspartners dat ze ‘zonder vruchten’ die inhoud van het verbond der vaderen waren vergeten. En dat ze desondanks beweren dat ze vanzelfsprekend Abrahams kinderen zijn. Ha, klinkt spottend zijn antwoord: God kan zich uit deze stenen nog makkelijker kinderen van Abraham maken dan van jullie! En hij vergelijkt hen met vruchtbomen die geen vrucht meer dragen en omgehakt kunnen worden. Vruchtbomen zijn dé symbolen van een leefbare aarde.

Noem ik tenslotte ook Jezus. Laat ik gewoon zijn mission statement eens voorlezen, die hij ontleende aan de profeet Jesaja (maar het had net zo goed Jeremia kunnen zijn): De Geest van de LEVENDE is op mij, want hij heeft mij gezalfd om goed nieuws aan de armen aan te brengen, hij heeft mij uitgezonden om bevrijding aan te zeggen aan gevangenen en aan blinden nieuw gezicht, om verdrukten uit de slavernij te bevrijden.

En dat lijkt weer sprekend op wat hij nog later te berde bracht: Dat, wat je aan de minsten van de mensen hebt gedaan, heb je aan mij gedaan. Ik was hongerig en je gaf me te eten, dorstig en je gaf me te drinken, ziek en je hebt me verzorgd, in het gevang en je hebt me bezocht.

Dat alles is geen toevalligheid. Dat precies is de inhoud van het aloude verbond tussen Abraham en God.

Nog even terug naar de Joodse claim op het land, ‘want zij zijn afstammelingen van Abraham en dus rechtens erfgenamen, eigenaren.’ Laat ik het nu even heel scherp zeggen: Bijbels gezien geeft het Joodse DNA, de bloedverwantschap met Abraham, geen enkel recht op het land!

Er is een veelbetekenend woord in het eerste hoofdstuk van het Johannes-evangelie: daar is sprake van ‘Gods kinderen’ – kinderen van het verbond –  dat zijn zij ‘die niet uit bloed worden geboren’. Letterlijk staat er: Ze worden niet uit bloedlijnen geboren. Je hele genealogie of stamboom doet er voor God niet toe! Ook de Joodse genealogie niet. Holocaust-overlever Hayo Meyer (1924-2014) zei het zo: “Ben ik uit Duitsland verdreven om hun ‘Blut und Boden’-racisme, kom ik verdorie in Israël, waar eenzelfde theorie van Blut und Boden een rol moet gaan spelen?! Dat nooit! Dat nooit weer!”

Wat zou je van christelijke oecumenische gemeenschappen kunnen vragen, als bondgenoten in het aloude Abrahamitische Verbond? Dankzij Jezus zijn ook christenen immers Kinderen van Abraham, samen met de Joden en de Moslims. Ik noem drie punten.

Ten eerste: omdat het in Abrahams Verbond om gerechtigheid gaat, zullen wij alles eraan doen om het Internationale Recht te bevorderen en te steunen. Mensenrechten zijn een speerpunt in ons midden. Daarom nemen we uitspraken van het Internationale Hof van Justitie, uitermate serieus, en weigeren we ons te scharen achter hen die dat Hof niet serieus nemen. En hiermee samenhangend: de meest verschrikkelijke beelden die we met regelmaat vanuit Gaza te zien krijgen, zetten ons ertoe aan precies te willen weten wat er aan de inktzwarte zevende oktober vooraf is gegaan. We willen leren van historici aan Palestijnse kant, en aan Israëlische kant, wat daarvóór is gebeurd, wat de aanleiding ertoe gaf.

Ten tweede: omdat Abrahams Verbond om barmhartigheid gaat, kennen we deernis met het huidige Israël: Hoe zouden wij niet (h)erkennen de grote angsten die vanuit de oude trauma’s zijn opgekomen na de eeuwenlange vervolgingen en het laatst vanuit de vernietiging van Joden in de Holocaust. En we delen van harte de hoop op de bevrijding van gegijzelde kinderen en ouders en broers en zussen. Maar met vele overlevenden van de vernietigingskampen weigeren we om anderen de vernedering, vervolging en gewelddadigheden aan te doen, die de Joden is aangedaan.

Ten derde: omdat Abrahams Verbond om liefde en verzoening gaat, steunen we alle groepen die de vrede en samenwerking in gelijkwaardigheid zoeken binnen het ene land van de Rivier tot aan de Middellandse Zee. En ook in ons midden.

Noten

[1] Toespraak Dominicusgemeente 25 augustus 2024. ‘Abrahams Kinderen’ https://dominicusamsterdam.nl/kijk-terug/.
[2] Genesis hfd.12 en 17. Jesaja hfd. 43 en 55.  Jeremia hfd. 7 en 11. Mattheüsevangelie hfd. 3 en 25. Lukasevangelie hfd 4. Johannesevangelie hfd. 1 en 8.

Lees ook

flag-2528991_1920

Recensie van ‘Geloven onder bezetting’

Eind vorig jaar ontving de Palestijnse theoloog Mitri Raheb, samen met de Israëlische…

Gerhard Scholte

Gerhard Scholte

Gerhard Scholte is emeritus predikant, was werkzaam voor onder meer de Keizersgrachtkerk in Amsterdam en is nu onder meer voorzitter van …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.