Aan handelingsperspectieven geen tekort. Journalist Paul Luttikhuis gaf aan de vooravond van de klimaattop een kraakheldere opsomming in NRC: “Mocht u na lezing van dit artikel behoefte voelen om zelf bij te dragen aan het voorkomen van klimaatverandering, kunt u het volgende overwegen: veel minder spullen kopen, minder en liefst helemaal niet meer vliegen, de auto de deur uit doen, vegetariër of nog liever veganist worden en kleiner gaan wonen. Wanneer u niet bereid bent over te gaan tot deze maatregelen tenzij buren, vrienden en kennissen hetzelfde doen, kunt u proberen de maatschappij bij te sturen via een actief lidmaatschap van een organisatie of politieke partij die zich inzet voor een stringent klimaatbeleid.”
Ook voor politici is het handelingsperspectief volgens Luttikhuis duidelijk: “Stop met het gebruik van kolen, olie en gas, laat de vervuiler betalen, maak autorijden onaantrekkelijk, voorkom groei van de luchtvaart, bied ruimte aan akkerbouw ten koste van veeteelt, leg de industrie strenge uitstootnormen op, verplicht burgers hun huis te isoleren.”
Maximaal inzetten op het één betekent bovendien op geen enkele manier dat getreuzeld kan worden op andere gebieden. Al deze veranderingen moeten de komende jaren tegelijkertijd gaan plaatsvinden in zowat het hoogst mogelijke tempo. Dat heeft de wereld zeven jaar geleden afgesproken in het Parijse Klimaatakkoord, omdat de gevolgen van uit de hand lopende klimaatverandering veel te extreem zijn. Luttikhuis beschrijft eenvoudigweg de consequenties van die wereldwijde afspraak.
Die consequenties zijn op z’n zachtst gezegd niet mals. Ze drukken ieder van ons met de neus op een werkelijkheid die zich niet weg laat fantaseren. De verleiding om dat wél te doen blijft echter groot. In rijkere landen overheerst – veel meer dan in armere landen – nog de veronderstelling dat het uiteindelijk zo’n vaart niet zal lopen met klimaatverandering, of dat er niets fundamenteels hoeft te veranderen in onze levens. Deze ideeën kloppen niet, maar doen intussen wel het verantwoordelijkheidsbesef van mensen ineenschrompelen.
Het probleem is allang niet meer dat we niet weten wat we moeten doen. Dat weten we best. Alleen blijkt het te makkelijk om onszelf op allerlei manieren voor de gek te houden en weg te blijven van een werkelijk verantwoordelijke en volwassen omgang met de aarde. Laten we de drie belangrijkste vormen van (zelf)misleiding langslopen en onder ogen te zien. Want de aarde, die schitterende kosmische woonplaats van talloze prachtige levensvormen, gaat zichzelf niet redden.
Klimaatontkenning
Laten we eerst kijken naar de klimaatontkenners. De Nederlandse klimaatwetenschapper Bart Verheggen, auteur van het boek Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering, schetste hoe klimaatontkenners de afgelopen decennia steeds van positie verschoven.
Eerst beweerden zij dat het klimaat helemaal niet veranderde en er geen opwarming plaatsvond. Dat bleek niet te kloppen. Toen begon men te beweren dat het klimaat wel veranderde en dat de opwarming weliswaar plaatsvond, maar dat het niet door CO2 zou komen. Ook dat was onjuist. Daarna verschoven sommigen naar de opvatting dat CO2 wel een rol speelt, maar dat het niet of slechts deels door de mens komt dat de atmosfeer opwarmt en het klimaat verandert. Dat bleek wederom onwaar.
Telkens verzinnen klimaatontkenners nieuwe argumenten om weg te blijven van de noodzaak om de maatschappij en het eigen consumptiepatroon ingrijpend te veranderen.
Zijn klimaatontkenners invloedrijk (geweest) in Nederland? Milieukundige Jan Paul van Soest heeft al in 2014 in zijn boek De Twijfelbrigade laten zien dat een kleine groep zelfverklaarde ‘klimaatsceptici’ de afgelopen decennia buitensporig veel aandacht heeft opgeëist in het publieke debat. Ze maken klimaatwetenschappers en burgers die de klimaatwetenschap accepteren zelfs op allerlei manieren zwart. Van Soest: “Neutrale beschrijvingen lijken niet te bestaan, ieder etiket lijkt te polariseren en te stigmatiseren.” Hun smaadcampagnes gaan tot op de dag van vandaag door.
Klimaatontkenners trekken ten onrechte de gevestigde media en de klimaatwetenschap in twijfel en beginnen ook in gewelddadige (en soms antisemitische) complottheorieën te geloven. Het bagatelliseren van het coronavirus en de ernst van de stikstofcrisis was in deze kringen de afgelopen jaren de norm. De bronnen van klimaatontkenners zijn regelmatig te herleiden tot aartsconservatieve Noord-Amerikaanse denktanks die misleidende en foutieve informatie over de stand van het klimaat, de pandemie en andere onderwerpen verspreiden.
Sommige Nederlanders blijken gevoelig voor zulke desinformatie. Liefst een derde van de Nederlanders meent onterecht dat menselijke activiteiten slechts ‘voor de helft’ verantwoordelijk zijn voor de opwarming van het klimaat. De andere helft zou zogenaamd door de natuur worden veroorzaakt. In werkelijkheid wordt de huidige opwarming zonder twijfel voor zo’n 100 procent door activiteiten van mensen veroorzaakt. Die opwarming is bovendien met 99,999 procent zekerheid vastgesteld. En de consensus onder klimaatwetenschappers hierover is 99,99 procent (en niet 97 procent, een verouderd cijfer dat op internet nog de ronde doet).
Samenvattend kun je stellen dat totaalontkenning (“klimaatopwarming bestaat helemaal niet”) in Nederland geen grote rol speelt, maar oorzaakontkenning (“klimaatopwarming komt deels niet door de mens”) daarentegen wel.
Effect- en matigingsontkenning
Daarnaast bestaat er zoiets als effectontkenning, het ontkennen van de gevolgen van de opwarming van de aarde. Dat gebeurt vaak impliciet, door bijvoorbeeld helemaal niet na te denken over de gevolgen voor andere soorten. Deze vorm van ontkenning hangt samen met een blinde vlek die antropocentrisme wordt genoemd (mens-centraal denken). De gevolgen voor niet-menselijke wezens lijken er dan niet of nauwelijks toe te doen. Sommige klimaatontkenners maken tegenwoordig handig gebruik van deze blinde vlek, of zien deze zelf ook niet. Zij benadrukken steeds ‘de vooruitgang’, terwijl ze zwijgen over alle achteruitgang die klimaatverandering teweegbrengt.
Een andere vorm van (zelf)misleiding is matigingsontkenning, tegenwoordig wijdverbreid. De term is van hoogleraar energie- en klimaatverandering Kevin Anderson. In zijn bijdrage aan Het klimaatboek dat Greta Thunberg samenstelde met een grote verscheidenheid aan denkers, legt hij uit dat matigingsontkenning inhoudt dat ‘de noodzaak om de uitstoot nu rigoureus terug te dringen wordt vervangen door loze beloften van koolstofarme technologieën in de toekomst.’ Dat komt neer op denken dat een toekomstig technologisch wondermiddel ons en andere soorten zal redden. Dat is natuurlijk dobbelen met de toekomst, en het verandert niets aan onze huidige uitstoot. Met alle kwalijke gevolgen van dien.
Elke vertraging die we intussen oplopen, kunnen we vervolgens onmogelijk nog inhalen. Anderson: ‘Elk jaar halen we de benodigde vermindering van de uitstoot niet, waardoor we het volgende jaar de uitstoot met een nog groter percentage moeten terugdringen. Als we dit jaar de uitstoot met tien procent moeten verminderen om binnen ons CO2-budget te blijven, maar we halen maar vijf procent, dan hebben we het volgende jaar een vermindering van meer dan vijftien procent nodig om weer op schema te liggen.’ Hij overdrijft helaas niet. Voor een kans van 66 procent om de 1,5 gradendoelstelling te halen, zou Nederland al rond 2026 klimaatneutraal moeten zijn. Die kans slinkt elk jaar dat we de uitstoot niet drastisch naar beneden buigen.
Overbevolking
Er bestaat ook nog een andere vorm van misleiding die veronderstelt dat klimaatverandering veroorzaakt wordt doordat er te veel mensen op aarde zouden rondlopen. Dat klopt echter niet. Demografen voorspellen dat de wereldbevolking stagneert op zo’n 10,5 miljard mensen. Veel, maar zeker niet onhoudbaar veel.
Het werkelijke probleem is niet ‘overbevolking’, maar overproductie en overconsumptie. De rijkste 1 procent op aarde stoot al 16 procent van alle broeikasgassen uit, en de rijkste 10 procent bijna de helft. Terwijl de armste helft van de wereld, zo’n 3,7 miljard mensen, amper iets uitstoot – slechts zo’n 10 procent. Het is ook niet ‘de mensheid’ als geheel die beslissingen neemt over hoe en hoeveel er wordt geproduceerd. Dat doet een bepaalde klasse of zelfs een fractie van een bepaalde klasse. De CEO van Shell heeft oneindig veel meer invloed op het klimaat dan een gemiddelde inwoner van Nigeria. Wie ‘de mensheid’ als geheel de schuld geeft is niet nauwkeurig genoeg.
Een ongemakkelijke waarheid
De zojuist besproken vormen van (zelf)misleiding en ontkenning houden ons weg van een verantwoordelijke omgang met de aarde. Maar er lijkt nog iets anders te ontbreken. Iets dat ons geweten lijkt te blokkeren. De manier waarop we over klimaatverandering spreken blijft namelijk erg vaag en abstract. Twee graden opwarming, wie heeft daar een helder beeld bij? Miljoenen tonnen broeikasgassen, wat betekent het allemaal?
Vorig jaar verscheen een wetenschappelijke studie waarin werd uitgerekend hoeveel mensen minimaal doodgaan door toedoen van de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. De in 2021 wereldwijd toegenomen uitstoot zal uiteindelijk minimaal een half miljoen mensen doden. En de jaarlijkse uitstoot van één commercieel passagiersvliegtuig blijkt minimaal zes mensen te doden. Al met al zijn de gevolgen van het massaal blijven verstoken van fossiele brandstoffen zeer extreem. Alleen al de komende decennia zullen hierdoor meer dan honderd miljoen mensen komen te overlijden. Om over de vergaande gevolgen voor andere levensvormen op aarde maar te zwijgen.
Terwijl ik bovenstaande opschrijf worden mijn ogen nat. Deze cijfers zijn geen grap, geen overdrijving, geen slechte droom waaruit je kunt ontwaken. Achter deze cijfers gaan onschuldige mensen van vlees en bloed schuil. Mensen van wie wordt gehouden. Het is allemaal zo écht.
Is dit een van de belangrijkste redenen waarom het tot nu toe niet is gelukt om de maatschappij snel genoeg van koers te doen veranderen? Omdat we klimaatopwarming tot nu toe niet persoonlijk durfden te maken? Omdat we het nog altijd vaker over megatonnen CO2 en technologische snufjes hebben, dan over mensen en hun geliefden? Omdat we nog altijd niet werkelijk beseffen dat we in Nederland met onze uitstoot écht andere mensen doden?
Ik moet opnieuw denken aan de noodkreet van Luttikhuis. “Mocht u na lezing van dit artikel behoefte voelen om zelf bij te dragen aan het voorkomen van klimaatverandering, kunt u het volgende overwegen: veel minder spullen kopen, minder en liefst helemaal niet meer vliegen, de auto de deur uit doen, vegetariër of nog liever veganist worden en kleiner gaan wonen. Wanneer u niet bereid bent over te gaan tot deze maatregelen tenzij buren, vrienden en kennissen hetzelfde doen, kunt u proberen de maatschappij bij te sturen via een actief lidmaatschap van een organisatie of politieke partij die zich inzet voor een stringent klimaatbeleid.”
Inmiddels weten we dondersgoed wat ons te doen staat. Er is geen enkel excuus meer, elke stap telt.
Ik vind u heel stellig in wat u schrijft.
Een gesprek acht ik dan niet mogelijk.