Als er een toren omvalt heeft Kuitert het gedaan
Harry Kuitert: monument van de ontmanteling. Maar toch voornamelijk binnen de protestantse, en daarin uitgelicht de gereformeerde, wereld. Ik vertelde zojuist tegen mijn even binnen waaiende geseculariseerde-zwager-met-rooms-katholieke-roots dat ik een impressie over Kuitert ging schrijven. Zijn reactie: ‘Kuitert? Wie is dat?’
Ik bedoel maar…
Hoe geheel anders was dat in mijn biotoop van de christelijke kweekschool eind jaren zestig. Tijdens een discussie met de leraar Nederlands – over moderne literatuur – trok een zeer gereformeerde medestudente fel van leer tegen Kuitert. ‘Ach wat’ zei onze vrijzinnige docent, ‘jullie gereformeerden hebben het altijd over Kuitert. Als er een toren omvalt heeft Kuitert het gedaan…’
Wat was er dan toch zo verschrikkelijk aan Kuitert?
Het misverstand van de watersnood
Het was helemaal niet verschrikkelijk. Wat hij in die jaren beweerde was al eeuwen eerder door mystici als Meister Eckhart aangekaart en later door protestantse niet-eens-vrijzinnigen verkondigd. Ik denk dat ook Abraham Kuyper er niet eens van geschrokken zou zijn. Maar binnen het inmiddels geharnaste gereformeerdendom van de jaren 50 veroorzaakte het een storm. Waar het op neerkwam was: een niet-letterlijke lezing van de bijbel en het niet voor feitelijk houden van de geloofswaarheden als bijvoorbeeld de almacht van God.
Anders dan vaak wordt gedacht had die twijfel niets te maken met de watersnood van 1953 die hij als jonge predikant van gereformeerd Scharendijke meemaakte. Al voor die tijd dacht hij in die lijn, zoals ook zijn vrijzinnig hervormde collega Sperna Weiland, in die jaren predikant in het naburige Brouwershaven (waar ik ook zelf predikant ben geweest). Lang voor de storm was hij daarvan al overtuigd: in de storm is God niet!
Het is goed om dat in deze dagen nog maar eens tot ons door te laten dringen.
Herkenning: de religie voorbij
Hoe het dan wel zou kunnen zitten met God – daarover is hij heel zijn leven blijven denken. En hij ging steeds meer lijken op de oude Cappadociërs: God is niet dit en niet dat, maar God is ook niet niet dit en niet niet dat… Een duizelingwekkende reeks van ontkenningen die meer over God zeggen dan alle credo’s bij elkaar.
Wat mij in Het algemeen betwijfeld christelijk geloof – zijn magnum opus van de jaren 90 – nog het meest verbaasde is… wat hij nog allemaal overeind liet staan! Het was wachten op een vervolg: het afpellen van de resterende schillen. Het was nodig dat hij dat deed.
Uiteindelijk hield hij niet veel meer over dan humaniteit en verwondering over het mysterie van het leven.
Niet veel meer…?? Ik herken daarin wat Meister Eckhart noemt als datgene waar het uiteindelijk op neerkomt: de beker soep die je naar de zieke buurvrouw brengt.
Het is dit ‘de religie voorbij’ waarin ik mijzelf het meest herken. Niet alleen de protestantse religie, niet alleen de christelijke, maar alle religie.
Dit is mijn samenvatting en interpretatie – ik besef het – van wat ik van Kuitert heb geleerd: de mens is ongeneeslijk religieus, maar er is geen religie die recht kan doen aan het mysterie.
Niet minder maar meer
Van dat mysterie had ik graag meer gezien en gelezen bij Kuitert. Het is wat ik bij veel noodzakelijke ‘ontmantelaars’ mis. Een antwoord op de vraag: maar wat nu? Hoe dan? Er moet een kind zijn in het badwater.
Daarin ga ik een andere weg. De sterke intuïtie, het mystieke weten, dat je niet alles dicht kunt smeren als ‘mensenwerk van beneden’. Het open laten van zoiets als openbaring.
Mijn eigen vrijzinnigheid en de wijze waarop ik zelf mijn religie heb afgepeld wijken dan ook af van Kuiterts weg, hoeveel ik ook aan hem te danken heb. Niet uit rationele overwegingen ben ik gaan ontmantelen maar juist vanuit het besef dat het mysterie te groot is. Dat het woord ‘God’ te klein is om dat mysterie te omvatten.
Het is niet minder geworden, maar meer.
Wim, je hebt het heel mooi verwoord. Ik herken er veel in.
Prachtig, Wim!
God afpellen? Hoe zou dat kunnen?
God is juist Alles, alles samengebald tot EEN (grote klomp mysterie, waar ook de ongelovigen moeiteloos inpassen).
Mooi stuk, bedankt!
Kuitert was een moedig man. Wat hij zei was niet zozeer nieuw ( het iconische “Alle spreken van Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt”), want werd 200 jr voordien al beleden door romantici als Schleiermacher, en Verlichtingsfilosofen als Voltaire. Het bijzondere was dat het uit de mond (en populaire boeken) van een predikant kwam. Daar zal menig predikant of pastoor toch voor terugschrikken ( zelfs als hij temidden van zijn studeerkamer tot zulke ideeen mocht komen) want voor miljoenen!, 100en miljoenen zelfs!!, is en blijft religie, God, een bron van opperste autoriteit, troost en genade, los en boven het tranendal van ons arme mensjes, en bovenop het moreel kompas dat het natuurlijk altijd ook is. Maar daarom was hij niet minder moedig en rechtdoorzee, hij ruste in vrede.
Nooit gehoord van Kuitert.
Maar zoals jij over hem schrijft, raakt me echt.
Wellicht heeft of had een gelovige iets aan de theoloog Kuitert: om af te leren.
Maar een ongelovige niet.
Nee, de ‘ongelovigen’ voelen zich natuurlijk ver boven dit alles verheven, Joop…
Wel merkwaardig trouwens, de zich ongelovig noemenden die ik ken blijken toch altijd wel weer een bepaald geloof aan te hangen, hetzij in een theorie hetzij in een levensbeschouwelijk systeem…
Ik denk dus toch dat ook zij wat kunnen hebben aan de eerlijke ontmanteling van Kuitert.
Kuitert (en Joop) realiseren zich het grote verschil tussen waarheid en waarachtigheid niet Binjamin. Dichters (en dichterlijke mensen, ook zeer velen) hebben daar nooit zoveel moeite mee, -Symbolen worden tot Cymbalen-, dichtte Achterberg, kijk, daar kan ik meer mee (want zelf ook dichter).
Ach Wim, ik heb mezelf in m’n lange leven al heel wat keer onmanteld. Eerst op m’n 17e geconcludeerd dt het christendom waarin ik was opgevoed, niets voor mij was omdatik het eenvoudig niet geloofde. Toen werd ik( jaren later) socialist en daar moest ik ook weer van af. Toen vond ik boeddhisme een thuiskomentoto ikme weer vande orthodoxie daarvan los moest maken (En nog wat dingetjes ertussendoor zoals carrière maken en wetenschap beoefenen)
Maar mensen adoreren, om wat voor een reden dan ook, doe ik niet meer.
Een heel andere verdienste van Kuitert ismogelijk geweest dat hij de secularisering in Nederland heeft versneld, maar dat zou eens onderzocht moeten worden.
Joop, je [reactie bewerkt]
Ja Louise, ik verbaas me ook [reactie bewerkt]
Dirk en Louise, laatste waarschuwing. Houd het bij de inhoud van het artikel.
Mysterie heeft voor mij zeker te maken met Vertrouwen tegen beter weten in en dat geeft grote
rust.
Dank voor de duidelijke column Wim.
Ik vond Kuitert vooral een gefrustreerde gereformeerde,ondanks het feit dat hij voor anderen veel betekend heeft b.v. waar het gaat om geloofdwaarheden.
Ik herken bij hem geen verwondering over het mysterie, over het leven. Hij was vooral erg rationeel bezig.
In Trouw las ik dat hij er zelf niet in slaagde zich te bevrijden. Wat tragisch is dat!
Dat is niet eerlijk Els, hij was van jong tot heel oud op weg naar woorden voor het onzegbare, en altijd geinspireerd door het dichterlijke, de poezie, dus genoeg verwondering over het leven, zou ik denken!
Al heeft hij de link tussen de waarheid uit zijn jeugd en waarachtigheid mss nooit echt duidelijk kunnen leggen, dat is hem vergeven.
Ik begrijp wat je bedoelt, Els. Toch heb ik bij hem wel ‘sporen van verwondering’ aangetroffen, m.n. in de keuze van gedichten in ‘Een mens is voor een tijd een plaats van God’.
Zijn tragiek is inderdaad dat hij op gereformeerde wijze zich probeerde te ontdoen van het gereformeerde bouwwerk. Waardoor hij erin gevangen bleef.
Gelovigen versus ongelovigen. Wat een onjuistheid. We geloven allemaal, wel dan niet in God en dan natuurlijk wel in een God die bij on past. We kunnen een onderscheid maken tussen in God gelovigen niet in God gelovigen, maar niet in gelovigen en ongelovigen. En of iemand wel of niet in God geloofd lijkt mij totaal niet ter zake doende het gaat om onze daden. Als ik om me heen kijk zou ik in elk geval niet durven te beweren dat in God gelovigen het beter doen in deze wereld dan in niet God gelovigen.
De zin van ons menselijk bestaan zit hem in onze daden en dat werd theologisch aangescherpt toen er theologen waren die God begonnen te ontmythologiseren. Het beeld van in God gelovige mensen begon te verschuiven en de in God gelovige mensen kregen in toenemende mate lucht en konden zich meer bewegen. Duidelijk dat de tijd voorbij is dat steeds minder mensen zijn die in God geloven als zijnde hun buikspreker en vervolgens Gods Woord luid verkondigen. Zodra in God gelovige mensen exact weten wie God is, hoe zijn woord verstaan dient te worden; exact weten wat Hij wil, dus weten wat goed en fout is, is er nog steeds sprake van afgodendienst. Voor mij is geloven in God vrijheid, blijheid in relatie met, en verantwoordelijkheid voor mijn medemens, de Eeuwige en Zijn schepping.
Lang geleden, naar aanleiding van één van de boeken van Kuitert, ging ik naar een lezing.
Ik vond hem toen erg stellig, maar wij weten helemaal niet hoe hij aan het einde van zijn leven was.
Theologie is in mijn visie een rotwoord. Hoe kunnen wij mensen beweren dat er mensen zijn die kenners van God zijn. Ook wanneer we bedenken dat er vele soorten van theologische opleidingen zijn die allemaal beweren dat zij de studenten kunnen leren wie God is en wat Hij wel, of niet wil. De meningen schijnen aardig verdeeld te zijn. Ik zou meer pleiten voor christelijk-protestants onderwijzer, enzovoorts.
Wat ook zou kunnen kenner van de christelijk-protestantse godsdienst, enzovoorts. God overal bijslepen, zo dunkt mij, heeft miljoenen mensen het leven gekost, tot de dag van vandaag. Heeft wie weet hoeveel culturen om zeep gebracht, allemaal ter ere van de ene en ware God. Kennelijk waren de ideeen van Kuitert erg bedreigend voor de ware verdedigers van God. Soms denk ik wel eens zijn niet wij, de in God gelovigen, niet de grootste bedreigers en bedriegers van de godsdienst door God en hemel ,boven de mens en de aarde te stellen?
Theologie als studie heeft een lange geschiedenis Binjamin, vroeger begonnen bijna alle geleerden, dus ook die later als wiskundige, astronoom of natuurkundige beroemd zouden worden, met dat vak theologie op de universiteit, niet zozeer kennis over God, maar Ultieme Wijsheid en Waarheid. De universiteiten in Medina en Cairo kennen dat vak niet, want is veel te specialistisch (alsof je behalve over de natuur, het leven en de mens, ook nog een apart vakje over God zou hebben, te mal voor woorden)! Kuitert was daar de dupe van.
Goethe zei het al, in de Faust:
Habe nun, ach! Philosophie,
Juristerei und Medizin,
Und leider auch Theologie
Durchaus studiert, mit heißem Bemühn.
Da steh ich nun, ich armer Tor!
…
Und bin so klug als wie zuvor
Dirk voor mij blijft staan dat wij mensen niet mogen beweren God te kennen, dat leidt ertoe dat de mens Gods schept naar zijn beeld en gelijkenis. Het zou de theologen sieren te erkennen en toe te geven dat zij God ook niet kennen en dus geen theoloog kunnen zijn.
Toch wel, Binjamin.
De echte theoloog schept eerst God uit het niets en daarna vernietigt hij Hem.
Vandaag de dag zien we in toenemende mate dat de mens zelf bepaalt of hij in God, wel dan niet wenst te geloven. Zich wel dan niet wenst te binden aan welke in God geloofstraditie dan ook.
Elke mens is zelf verantwoordelijk over zijn doen en laten en dienst zich niet te verschuilen achter de rug van theoloog, of van wie dan ook. Het is zeker betreurenswaardig dat er nog miljoenen mensen zijn die deze keuze vrijheid niet hebben en gedwongen worden te geloven in wat dan ook wat anderen voor hen bepalen.
Ik voel de laatste prikjes (over de theoloog) mijn kant uitkomen…
Het spreken over God en godsdienst vormen een realiteit in de wereld. Er moet een discipline zijn die op wetenschappelijke wijze reflecteert op de Godsvraag. D.w.z. op het vele, vele dat erover gezegd en geschreven is en er mogelijk over te zeggen valt.
Laten we de hemel danken dat er ook naar het Godfenomeen, zoals zich dat in de wereld manifesteert, zo objectief mogelijk onderzoek wordt gedaan. De theologie kan religie behoeden voor valse sentimenten en gelijkhebberigheid.
Wetenschappelijke benadering veronderstelt juist dat je open staat voor het vernietigen van de bestaande concepten.
Het is bovendien een prachtig, verrijkend vak. Ik heb het negen jaar gestudeerd naast een drukke baan in het onderwijs. Ik laat me dus de titel ’theoloog’ niet zomaar afpakken door een platte, al te letterlijke interpretatie van dat woord.
Elke sjabbat zingen wij in de synagoge dat wij God niet kennen al ontmoeten wij Zijn beelden in TeNaCH. Het niet kennen van God behoedt de mens om te stellen dat hij God wel kent. En zoals eerder gesteld de ene theologische opleiding is de andere niet. Onze rabbijnen zijn terecht geen theologen, zij zijn leraren en rechtsprekers inzake de halacha, niet meer en niet minder. Zij vertellen hoe het hoort en elke mens beslist zelf. In de relatie tussen God en mens staat helemaal niemand en dus zijn in God gelovigen als het ware allemaal theologen. Het spreken over God en godsdienst doen alle in God gelovigen, dat er mensen zijn die daar in gestudeerd hebben, okay, maar waarom dan niet bijvoorbeeld godsdienstwetenschapper in de protestants christelijke traditie, etc. De vele soorten opleidingen tot objectief wetenschappelijk theoloog maakt al duidelijk dat God zich niet door ons mensen gevangen laat zetten zodat wie dan ook kan bepalen wie en wat Hij is. Wij kunnen als mensen alleen elkaar aanspreken over ons menselijk gedrag tegenover onszelf, medemens en Zijn schepping. Ten aanzien van de relatie tussen mens en God; God en mens staat iedereen helemaal buiten en niet bevoegd daar een mening over te hebben, laat staan uit te spreken. Wanneer wij het Sjema uitspreken zeggen we alles over de Eeuwige onze God en tevens niks. Ik voel me daarbij heel goed. Ik bestudeer het jodendom zeer intensief en dit al decennia lang en prijs me gelukkig met het idee dat wij God niet kennen zodat we ook geen beeld kunnen maken, omdat elk mensenbeeld van God, niet God is. En onze beelden van God kunnen alleen menselijk zijn, omdat wij geen God zijn.
Inderdaad Binjamin, dus ook rabbijnen noemen zich geen theoloog, net zomin als imams (en Boeddhisten? Mormonen?), net wat ook Rosanne Hertzberger als zomeravondgast beweerde, er zijn dus nog steeds allerlei fundamentele verschillen tussen christenen (waar je ze wel hebt), joden en moslims, die trouwens helemaal niet bedreigend of te betreuren zijn.
De verschillen tussen joden, christenen en moslims zijn zeker aanwezig we hoeven elkaar niet als bedreigend te zien omdat als het goed is alle drie de godsdiensten anders gelovigen niet mogen bedreigen.
Te betreuren, lijkt mij, zijn zij die alles zeker weten dat leidt niet alleen tot hoogmoed ten opzichte van anderen, maar vooral tot angst voor de Allerhoogste die alles ziet en hoort en vooral geinteresseerd schijnt te zijn in alles wat slecht en fout is.
Als je niemand betreurt vanwege diens geloofsovertuiging, hoef je ook niemand jouw waarheid proberen bij de ander door zijn strot te duwen.
We gaan steeds meer de goede kant op steeds minder in God gelovigen willen, hebben de behoefte niet, anderen hun waarheid niet bij anderen door de strot duwen.
Het kan ook zijn, dat iemand in God gelooft en dat niet iemand anders door de strot wil duwen.
Niet in God geloven kan ook leiden tot plat materialisme en dat is naar mijn overtuiging niet de bedoeling van het leven.
Natuurlijk Joke, ik vrees dat Binajmin slechte ervaringen heeft met proselitisme. Door de strot duwen is een zeer denigrerende term, die arme mormonen jongens(en allerlei andere missionarissen) willen dat ook niet als ze je aanhouden en hun verhaaltje houden, ze willen je laten meedelen in hun vreugdevolle boodschap, heel begrijpelijk, ik ken persoonlijk ook wel bekeerlingen (Abdulwahid bijv.), die zijn vaak (op)rechter in de leer dan de gelovigen van ouderswege.
Joke, met dat eerste ben ik het helemaal eens. Staan blijft wel dat missionaire godsdiensten nog steeds niet expliciet verklaard hebben dat mensen trachten te bekeren tot het ware geloof, not done is.
Dat Jezus Christus gestorven is voor de zonden van zijn volgelingen okay. Maar dat hij gestorven is voor de zonden van alle mensen getuigt toch van een superieure theologie. Wat betekent het voor voor mensen die helemaal niet wensen te geloven dat Jezus Christus voor hun zonden gestorven is, die dat echt te gek voor woorden vinden? Wat zijn voor hen de konsekwenties?
Wat betekent het voor het christendom wanneer zij expliciet verklaart dat ook in niet Jezus Christus gelovigen zalig kunnen worden, of iets van dien aard.
En ik heb inderdaad moeite met het feit dat menigeen stelt of je wel of niet in Jezus Christus geloofd hij is toch ook voor jouw zonden gestorven. Wat een hoogmoed en arroogantie, of is het toch pure angst wat niets te maken heeft met vreugde en blijdschap?
Ook het tweede is helemaal waar, maar ook in God geloven beschermt niet per definitie tegen plat materialisme. Ik heb eerder gesteld dat ik niet heb kunnen ontdekken dat in God gelovigen moreel en ethisch gesproken een hogere levensstandaard hebben dan zij die niet in God geloven.
Het is duidelijk denk ik, dat ik uit eigen ervaring spreek, en die is beperkt. Het is waar, dat ik sommige termen beter niet kan gebruiken.
Allemaal een goed weekend!