De sereen glimlachende man wacht ons al handenwrijvend op wanneer we de zaal binnenkomen. De quasi-bescheiden spiritueel leider ten voeten uit. De aandacht van het publiek is echter gering: het is carnaval in Tilburg en de rij achter ons verheugt zich op een onderhoudend avondje uit. Hopelijk weten ze dat ze een voorstelling van tweeënhalf uur tegemoet gaan. Zelfs als het zaallicht gedoofd is, houdt het rumoer aan. Totdat de man op de speelvloer met een verontschuldigend lachje het woord neemt.
We zijn direct bij een spirituele bijeenkomst. We zitten ergens in Nederland in een zaaltje en worden toegesproken door iemand die op zachte toon verkondigt dat we niet de werkelijkheid zelf waarnemen – de bus waar we op wachten, bijvoorbeeld – maar voortdurend bevangen worden door de verlangens en denkbeelden die we daar op projecteren. We zien de kans om weg te komen van hier, of de angst om een doodssmak te maken. Allemaal percepties.
De jongedame die vlak voor aanvang nog naast ons was komen zitten, reageert plots met luide en heldere stem: Maar die bus, is toch óók echt, los van de waarneming? Achter ons wordt instemmend meegebabbeld. Ja, die bus wel. Daar heeft ze een punt. De goeroe is even in verwarring, geeft eerst toe, maar houdt toch kalmpjes zijn filosofie overeind. En kondigt aansluitend de pauze aan met koffie en gevulde koeken. Einde scène. De vrouw verlaat de tribune. O, zij hoort erbij!, klinkt achter me.
Het stuk speelt zich verder af in de huiskamer van de goeroe waar de bezoekster aanklopt, terwijl hij bezig is zijn overhemden met opgerolde mouwen te strijken. Hij blijkt een tamelijk nuchtere nieuwe gelovige te zijn. Zij is zwaar onder de indruk en verliefd tegelijkertijd. Hij wordt dat na aanvankelijk tegenstribbelen ook. En met haar zakelijke aanpak bouwen ze een succesvol bedrijfje op met goedbetaalde mediaoptredens en koffiemokken met zijn kop erop.
Zoals bij een klassiek toneelstuk kijken we een huiskamer in en geloven dat het echt is: deze man en deze vrouw, die praten, giechelen, kibbelen. Totdat de man gierend jankt nadat hij zijn vriendin heeft verkracht omdat ze een ander heeft. De acteur stapt uit zijn rol en constateert dat hij er niet in slaagt om de emotie van het personage over te brengen. De verwarring waaraan deze man ten prooi is gevallen, kan misschien nog het beste worden duidelijk gemaakt wanneer het publiek midden in het stuk naar huis wordt gestuurd. En de acteur loopt weg met onder zijn arm de reclamestandaard met daarop zijn levensgrote portret.
Het zou een goede aanzet tot een buitenissig einde kunnen zijn geweest. Maar de actrice besluit een lied te zingen en het stuk krijgt helaas een herstart. Het contact tussen de twee wordt na lange tijd hersteld, nadat de goeroe zijn misdaad in het openbaar heeft opgebiecht. Ze slagen erin het kwaad een plaats te geven in de wijze waarop ze het leven, zichzelf en de ander beschouwen. Ze nemen afstand. Ze kijken. Maar wel zittend, naast elkaar, op één bankje.
Hoe raak de nieuwe spiritualiteit ook in de teksten werd getroffen, het meest geïnteresseerd was ik toch in hoe die twee ruzieden en beminden, en niet in hun bespiegelingen daarover. Maar die horen er in moderne relaties wel bij, natuurlijk.
Voor meer informatie: www.matzer.org. Gezien op: 8 februari 2013. ‘Everybody happy!?’ is nog te zien t/m 22 november 2013.