In het Jodendom wordt de godsnaam niet uitgesproken. Men zegt Adonai of de schepper, of gebruikt vier hoofdletters: JHWH. Christenen zijn dat als Jahweh gaan vertalen, maar dat zullen gelovige Joden uit eerbied nooit zo uitspreken. De betekenis van de vier letters, ook wel het tetragrammaton (Grieks: vier letters) genoemd, staat niet vast, ondanks veel onderzoek.
Meestal houdt men het op het volgende: … die was, is en zijn zal. Dat is een continuüm dus, oftewel een presentie, een voortdurende aanwezigheid. In het pastoraat en in de zorg maakt men gebruik van de presentietheorie. Dat is: een wijze van zorg verlenen die ontstaat vanuit het zorgvuldig aansluiten bij en afstemmen op de andere mens, en op wat hij of zij nodig heeft…. Of in gewoon Nederlands: als mens er zijn, aanwezig zijn voor die ander.
In het boek Genesis van het Oude Testament is te lezen dat wij mensen naar het beeld van God geschapen zijn. Misschien zeg je, ja dat is het scheppingsverhaal met de nadruk op verhaal. Maar het is ook een prachtig beeld, een voorbeeld van wie wij kunnen worden: namelijk mensen die er zijn…
Zijn die mensen er al? Waar en hoe zijn ze te vinden? Natuurlijk vind je ze beroepsmatig heel vaak terug in de zorg, zeker in deze tijd, maar je hebt ook mensen in een stadswijk of dorp, die er zijn, altijd, voor wie dat maar nodig is. De straatwerker die dagelijks praat met de daklozen; de mantelzorger die een echtgenote of ouder jarenlang verzorgt; de wijkmoeder of -vader die een oogje op de jongens houdt; de postbode die kijkt of de gordijnen bij een oudere dame ’s morgens wel open gaan; de sigarenboer die geduldig naar zorgen van zijn klanten luistert, de vrouw op leeftijd die met buurtbewoners samen een wijkcentrum runt…
Sommigen krijgen een lintje, anderen gaan in stilte door. Ze zijn present, gisteren, vandaag en morgen. Deze mensen vertellen vaak bescheiden dat ze er zoveel voor terugkrijgen, vertrouwen, waardering, contact, liefde soms. Dat is hun echte beloning.
Ik moet telkens aan hen denken wanneer ik in deze tijd weer allerlei uitspraken lees over onze al dan niet beknotte eigen vrijheid. Misschien kunnen wij als gemeenschap en als persoon ook wat doen en iets van hun belangeloze voorbeeld in onze houding overnemen: door er te zíjn … voor een ander.