Het is iedere keer smullen als ons ochtendblad, de South China Morning Post, weer een nieuwe aflevering publiceert van de ‘waar-en-nu-gebeurende’ soap die als titel zou kunnen hebben: “Mannen zat, maar niet voor mij, Papa!” Deze uitroep stond in de (voorlopig) laatste aflevering van de soap: een in de krant gepubliceerde brief van de beeldschone, 33-jarige Gigi Chao (zie foto hieronder) aan haar vader, de vastgoed tycoon Cecil Chao Sze-tsung.

Cecil vindt dat Gigi aan de man moet en daarom loofde hij, in een hartverscheurende oproep in mijn ochtendblad, 500 miljoen HK$ (ongeveer € 50 miljoen) uit voor de man die het zou lukken zijn bloedmooie dochter te trouwen. Ik genoot! Het leek wel of ik weer sprookjes las waarin de koning een prijs uitloofde aan de knapste prins die de draak zou verslaan om zo zijn dochter, de schone prinses te bevrijden! Maar deze prinses wil niet bevrijd worden. Ze is namelijk twee jaar geleden al getrouwd, in Frankrijk, met de liefde van haar leven: een vrouw.

In de open brief aan haar vader zegt ze dat ze begrijpt dat hij dit allemaal uit liefde voor haar doet en ze hem niets kwalijk neemt, maar dat ze geen man wil. Ze is lesbisch en wil haar leven met een vrouw. Het is een bijzondere brief, vanwege het begrip dat de dochter voor haar vader toont, maar vooral omdat ze hem smeekt zijn doodsangst voor haar partner los te laten en die te zien zoals ze is: “een normaal, waardig mens.”

Deze oproep van Gigi aan Cecil speelt steeds in mijn achterhoofd als ik, hier op afstand, volg wat er gezegd en geschreven wordt over mensenrechten en de Olympische Winterspelen in Sotsji, als ik lees over de Russische anti-homo wet, over officiële Russische verklaringen dat “homo’s van Russische kinderen moeten afblijven”, “dat er geen homo’s zijn in Sotsji” en dat “in Rusland mannen van vrouwen houden en vrouwen van mannen” en hoe uiteindelijk toch Nederland met een zware delegatie bij de opening was en dat Rutte netjes, zoals het van hem verwacht werd, gesproken heeft met Poetin over mensenrechten en gesproken heeft met onder andere Amnesty Rusland.

gigiHet is een oude en lastige discussie: ga je voor woorden (discussie openhouden en met een zware delegatie gaan) of voor daden (statement maken door demonstratief weg te blijven) als het om mensenrechten gaat? Ik herinner mij levendig onze debatten hierover in de Tweede Kamer, onder andere naar aanleiding van een reis die we als Kamerleden naar China wilden maken. Die reis is er gekomen, na mijn tijd, maar we zijn jaren bezig geweest die mogelijk te maken. Steeds werden we afgestraft door de Chinese autoriteiten en werd ons een visum geweigerd. Omdat we de Dalai Lama ontvangen hadden in de Kamer, of omdat we vragen hadden gesteld, bijvoorbeeld bij het beperken van de vrijheid van meningsuiting.

Laat ik duidelijk zijn. Als het om mensenrechten gaat kan er wat mij betreft nooit een oogje toegeknepen worden, mogen handels- of economische belangen nooit zwaarder wegen. Hoewel ik van nature behoor tot de mensen die altijd het gesprek op gang willen houden, die wikken en wegen, geven en nemen en uiteindelijk op een voor allen acceptabel gemiddelde hopen uit te komen, trek ik een grens als het gaat om mensenrechten. Soms moet duidelijk zijn dat bepaalde zaken onacceptabel zijn. Soms is het stellen van een daad belangrijker dan de discussie open te houden.

Tegelijkertijd vraag ik mij wel af of de keuze vandaag de dag nog zo eenvoudig is: óf woord, óf daad. En of je alles op kunt hangen aan een ‘eenmalig’ gebeuren, zoals de Olympische (Winter)spelen, of een WK. We zagen het in Zuid-Afrika en we zien het nu in Brazilië. Wat levert zo’n evenement, nog afgezien van alle voorbereidingen die de lokale bevolking vaak eerder nadeel dan voordeel brengen, nou werkelijk op aan structurele verbeteringen nadat het hele circus weer vertrokken is?

Mijn stelling is, dat we ons vandaag de dag niet blind moeten staren op evenementen, sportief of cultureel of welke dan ook. Waar het om gaat is permanente betrokkenheid, of noem het maar bemoeizucht, als het om mensenrechten gaat. Dan gaat het om woorden én om daden, dan gaat het misschien wel om een nieuw soort diplomatie.

Dan gaat het om iets waar Nederland en breder Europa van oudsher bekend om hebben gestaan: het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen en het doorbreken van taboes. Dat zien we op het gebied van seksuele en reproductieve rechten en dat willen we blíjven zien als het om mensenrechten gaat.

Minister Timmermans, die van mensenrechten het kernpunt van zijn beleid gemaakt heeft, kan met een dergelijk soort diplomatie geschiedenis schrijven. En hopelijk volgt in zijn kielzog minister Ploumen. Want ook al is Europa en zeker Nederland in toenemende mate afhankelijk van landen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië, als het om mensenrechten gaat mag angst om goede handels- en economische posities kwijt te raken nooit de boventoon voeren. En dat is nadrukkelijk iets anders, dan het met, – steeds meer misplaatst – superioriteitsgevoel het vingertje naar andere landen te heffen.

“Laat je doodsangst los en zie haar zoals ze is!” smeekt Gigi haar vader.

Los van angst, vooroordelen en valse belangen soms daden stellen en voortdurend de dialoog voeren, dat is voor mij de kern van hedendaags mensenrechtenbeleid. Uitgevoerd vanuit de sterke overtuiging dat in onze kleingeworden wereld niemand belang heeft bij het achterstellen of onderdrukken, van wie dan ook, waarom dan ook en waar dan ook.

Kathleen Ferrier

Kathleen Ferrier

Voorzitter nationale UNESCO-commissie

Kathleen Ferrier was Kamerlid voor het CDA van 2002-2012. De afgelopen vijf jaar heeft zij in Hongkong, China, gewoond en gewerkt. Sinds 1 …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.