Ik vraag me soms af of ik de enige ben. De enige die zo moe is van alles wat er in de wereld gebeurt. De enige die nu pas beseft wat het van haar gevraagd heeft om in de meest zware coronatijden bijna aanhoudend bezorgd te zijn om het verliezen van familie en vrienden. Daaraan vooraf ging de angst
voor terreur en vandaag dreigt Poetin met wereldwijde wapens.

Hoe alleen ik me soms ook voel in die uitputtende staat van constante paraatheid, ik zie en voel het lage energiepeil ook overal om me heen. In de traagheid om terug op gang te komen. In de aarzeling of tegenzin om veel nieuws te ondernemen. In de vermoeidheid die doorbreekt vanonder een vage glimlach. In de dynamiek die maar niet wil stromen in verschillende levensdomeinen.

Zelf zou ik liefst van al wat controle herwinnen en die vermoeide geest opwekken. Is dat ook niet de boodschap die Pasen wou brengen? Gedeeltelijk wel. Maar die eigenlijke opwekking heeft niemand helemaal zelf in de hand. In de Bijbelse verhalen in de aanloop naar Pinksteren lees ik dan ook een uitnodiging om de tijd te nemen. Een troostvolle toelating om alles even te laten zijn. Want ook hier klinkt door hoe moeilijk mensen het hebben om Pasen in zichzelf te laten gebeuren.

Neem het verschijningsverhaal in Johannes 21,1-15. Je zou bij de leerlingen enorm veel enthousiasme verwachten na het paasgebeuren. Maar de mensen uit het verhaal zijn niets nieuws begonnen. Ze zijn teruggekeerd naar hun gebruikelijke activiteit van het vissen. En ook hun visvangst geeft blijk van weinig dynamiek. Ze vangen zelfs de hele nacht niets. De verrezen Jezus verschijnt volgens het verhaalde al voor een derde maal aan Jezus’ leerlingen, maar toch herkennen ze Hem aanvankelijk niet. Dit alles geeft aan dat er misschien wel iets wonderlijks is gebeurd aan Jezus, maar nog niet aan zijn leerlingen. Daar is blijkbaar tijd voor nodig.

Een ander verhaal dat me aangrijpt, komt uit het boek Handelingen. Daarmee zitten we iets verder in de tijd en lezen we over een generatie van christenen die de historische Jezus zelf niet meer gekend heeft. Handelingen is misschien wel het Pinksterboek bij uitstek, waarbij Petrus en Paulus op de voorgrond staan als diegenen die in de kracht van de heilige Geest handen en voeten geven aan Jezus’ levenswerk. Maar lang niet iedereen is al zover.

Zo leest men in Handelingen 20,7-12 bijvoorbeeld over de vermoeide en verder onbekende Eutychus. De jongeman valt letterlijk in slaap tijdens het luisteren naar Paulus’ prediking over Gods Woord. En onfortuinlijk als hij is, valt hij daarmee uit het raam vanaf de bovenverdieping. Iedereen vreest zijn dood. Maar Paulus omarmt hem met zijn hele wezen, brengt hem zo in contact met de kracht van de heilige Geest en wekt hem tot leven. Paulus is ook degene die hem terug naar boven brengt en zo de verbondenheid herstelt tussen alle mensen die op de bovenverdieping aanwezig zijn.

Ook na Pasen kan de geest vermoeid zijn. Deze zijnstoestand hoeft echter niet synoniem te staan aan passiviteit. Integendeel. Net te midden van een bepaald soort gelatenheid kan ruimte ontstaan voor nieuwe ontmoeting. En die ontmoeting is cruciaal. Want begeestering kan men zelden zelf opwekken. Het is iets of iemand anders die ze opnieuw voor je aanvuurt. Iemand die er je op wijst dat er veel meer leven om je heen aanwezig is dan blijkt uit de vangst in de eigen netten. Iemand die je omarmt wanneer je neerslachtig bent. Pas in die persoonlijke ontmoeting gebeurt het wonder van Pasen écht. Daar ontluikt de kracht van de heilige Geest.

valerie-kabergs

Valérie Kabergs

Theoloog en bijbelwetenschapper

Valérie Kabergs is theoloog en bijbelwetenschapper en verzorgt een wekelijkse bijbelblog op https://woordkracht.be. Ze werkt als educatief …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.