Ik had een vooroordeel. Namelijk, dat Marokkanen citroenen beloven, maar knollen geven. Nu, een jaar later, is de vertaling een feit. Het boek is vorige week in het Arabisch in Casablanca gepresenteerd.

Ben ik nu van dat vooroordeel af? Nee, ik heb hem nog steeds. Marokkanen beloven citroenen, maar ze geven je knollen. En ik ben bang dat ik die knol nog m’n leven lang bij me zal dragen. Is dat erg? Nee. Zulke vooroordelen beschermen mij tegen valse hoop.

Ieder mens zit volgestouwd met een buslading vooroordelen. En hij die zegt dat ie ze niet heeft, die kent zichzelf niet. Zonder vooroordelen kan geen sterveling functioneren. We leven in een vooroordelenwereld. Zodra we ’s morgens opstaan en de tv aanzetten en de krant openslaan zijn we al beland in het universum der VOD. VOD zijn het manna van ons bestaan, de zuurstof van onze stofwisseling.

Eigenlijk zijn VOD de mieren van de aarde. De mier is zo oud als de mens, nog ouder zelfs. Er lopen op de wereld meer mieren rond dan mensen. Je hebt ze in allerlei soorten en maten. In diverse kleuren, zwart, geel, rood. Sommige zijn onschuldig, andere pijnlijk en giftig. Wie weleens mierenzuur in de ogen heeft gehad, snapt wat ik bedoel. Ik werk met honingbijen, dus ik weet alles van mierenzuur.

Maar anderzijds, als er geen mieren meer bestonden zou deze aarde instorten. Mieren zorgen voor de vruchtbaarheid van de bodem en voor de kringloop van voedingstoffen. Terwijl u en ik slapen werken mieren keihard door.

Afgelopen maanden marcheerden hele volksmassa’s als mieren door de straten om de stem te verheffen vóór het bestaansrecht van cartoonisten. Want cartoons horen nu eenmaal bij de liberale en sociale rechtstaat. Cartoons zijn verlichting. Cartoons zijn humanisme. Cartoons zijn beschaving. Maar, niemand die zei: dan is deze beschaving dus het vrijpleiten van vooroordelen. Want: cartoonisten zijn bij uitstek groothandelaars in vooroordelen. Elke cartoon is een simpele, scheve, dwaze, overtreffende weergave van de werkelijkheid. Elke geslaagde cartoon is een subliem vooroordeel. We lachen om een cartoon omdat een cartoon een karikatuur is. Een cartoonist heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. Er is geen cartoonist op aarde die aan het werk gaat op basis van wetenschappelijke studies over welke heiligheid of institutie dan ook.

En dat is maar goed ook. Je krijgt anders wel héél saaie cartoons.

We houden van de karikatuur omdat we zelf óók karikaturen zijn. De mens is een karikatuur van zichzelf. De mens is de overtreffende imperfectie sine qua non. En juist in deze imperfectie schuilt de menselijkheid van de mens. Het mooiste kunstwerk is het onvoltooide kunstwerk. De mooiste meisjes zijn de meisjes met een gebrek. Het kassameisje bij de Jumbo. Het gezichtje met de sproetjes, het loensend oogje, het wipneusje. Perfectie & symmetrie is dodelijk. Perfectie & symmetrie is lelijk. Fotomodellen zijn oersaaie, stiervervelende typetjes.

De mens is onvolmaakt. Alleen het kind is volmaakt. Alleen het kind is puur. Zodra het kind z’n eerste voetstappen zet in het rijk van de volwassenheid treedt het verval in. De eerste uren op de peuterschool zijn het begin van de degeneratie. Kinderen zien in zwarte piet geen inferieur mens uit de slavernij. Dat zien alleen volwassenen. Het hele zwarte pieten debat is gevoerd over de ruggetjes van kinderen heen.

Officieel vinden we VOD abject. Een vlek op het blazoen der beschaving. Een wereld zonder vooroordelen zou een ideale wereld zijn. Een utopie. Een paradijs. In heilige boeken wordt het paradijs getypeerd als een tuin vol wijn en vruchten en waarin de hele dag gebraden duiven om je oren vliegen. Er is geen douche omdat je nooit vies wordt. Er zijn geen toiletten omdat niemand een boodschap doet. Er bestaat geen honger, geen dorst, geen pijn, geen verdriet, iedereen is blij, iedereen is vrolijk, en de leeuw is zo lief als een poesje.
Kortom: dit paradijs lijkt mij de hel.

Een wereld zonder vooroordelen is de hel.
Een wereld zonder vooroordelen is een maaltijd zonder zout en peper. Een korf zonder honing.
De mens is een dier en een dier barst van de vooroordelen. Een mol ruikt, proeft, eet, vrijt en valt in een klem. Zijn instinct is goed of fout. Een slingeraap volgt blindelings zijn vader en de leeuwin ontfermt zich over een babygnoe. Het dier is zijn instinct en de mens is zijn brein. En ons brein is niet louter ratio of vredige goedheid. Onze schedelkap is zwanger van angst, luiheid, jaloezie, machtswellust, geilheid, perversiteit, wanhoop, onzekerheid, egoïsme, kortom, al die lage instincten die samen het recept vormen van het gerecht Vooroordeel.

De mens is zijn vooroordeel en het vooroordeel is als de mier. Mieren zijn oeroud, ze zijn talrijk, ze irriteren, ze doen pijn, ze geven smaak, maar bovenal: zijn ze nuttig en horen ze bij ons. En: ondanks alle mierenlokdozen, zijn ze onuitroeibaar.

En dat is maar goed ook.

benzikavierk

Mohammed Benzakour

Schrijver en columnist

Mohammed Benzakour (Marokko, 1972) is schrijver en socioloog. Zijn nieuwste boek is ‘De reus uit de Rif’ (2024). Eerder schreef …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.